We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In rekenmodellen wordt het gehele stelsel belast met dezelfde neerslagintensiteit, wat overeenkomt met een neerslagmeting op één enkel punt. Bij grote gebieden (> 6 km2) kan de ruimtelijke spreiding van neerslag van invloed zijn op de berekende maximale waterstanden en debieten in riolen.
Spreiding extreme neerslag door gebiedsgrootte Hierbij spelen twee mechanismen een rol. Zo zijn voor de riolering maatgevende buien en extreme neerslagintensiteiten vaak beperkt van ruimtelijke omvang en varieert de intensiteit binnen de bui, waardoor voor grote bemalingsgebieden neerslagvolumes overschat worden wanneer uniforme neerslagintensiteit toegepast wordt. Voor bemalingsgebieden tot ongeveer 6 km2/sup
Spreiding extreme neerslag door gebiedsgrootte Hierbij spelen twee mechanismen een rol. Zo zijn voor de riolering maatgevende buien en extreme neerslagintensiteiten vaak beperkt van ruimtelijke omvang en varieert de intensiteit binnen de bui, waardoor voor grote bemalingsgebieden neerslagvolumes overschat worden wanneer uniforme neerslagintensiteit toegepast wordt. Voor bemalingsgebieden tot ongeveer 6 km2 groot is dit effect echter verwaarloosbaar klein, zie figuur A. Bij grotere gebieden kan soms een reductiefactor worden toegepast, maar niet altijd. Dit hangt af van de lokale stelselkenmerken. Het dus niet raadzaam om neerslag zomaar te corrigeren met zogenoemde gebiedsreductiefactoren. Doet u dit wel, onderbouw dan die keuze. Figuur A Gebiedsreductiefactoren voor herhalingstijden van 2 jaar (links), 30 jaar (midden) en 50 jaar (rechts). Figuur afkomstig uit STOWA 2019-19.Vergroot afbeelding Overtrekken neerslag langs afvoerrichting stelsel Het tweede mechanisme is gerelateerd aan het dynamische effect van een bui die over het bemalingsgebied beweegt. Dit kan voor grote bemalingsgebieden resulteren in zowel een overschatting als onderschatting van de piekafvoer. Wanneer een bui zich tegen de afvoerrichting van het rioolstelsel in verplaatst resulteert dit in een afvlakking van de maximale waterhoogtes, omdat de benedenstroomse piek reeds is afgevoerd wanneer de bovenstroomse afvoerpiek aankomt. Anderzijds kan zich een opstapeling van pieken voordoen wanneer de bui met de afvoerrichting mee verplaatst. Dan leidt de aanname van een uniforme neerslagintensiteit tot een onderschatting. Bij het ontwerp en toetsten van rioolstelsel hoeft met dit mechanisme alleen rekening gehouden te worden wanneer de structuur van het rioolstelsel (groot gebied en overstorten aan één zijde van het stelsel gesitueerd) een indicatie geeft dat dit mechanisme een rol kan spelen. Dan kunt u een gevoeligheidsanalyse uitvoeren waarbij u kijkt of de maximaal berekende waterstanden sterk verschillen wanneer dezelfde bui vanuit verschillende hoeken over het stelsel beweegt.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.