We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het Rijk heeft in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) bepaald welke bedrijven een milieuvergunning of een lozingsvergunning nodig hebben. In aanvulling daarop kunnen gemeente en waterschap extra vergunningplichten opnemen in het omgevingsplan en de waterschapsverordening.
Drie vormen van vergunningplicht De regels voor milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten in hoofdstuk 3 van het Bal hebben een vaste opbouw (zie Structuur van het Besluit activiteiten leefomgeving). Een onderdeel daarvan is het aanwijzen van vergunningplichtige gevallen. De omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten komt in drie vormen voor:/p
Drie vormen van vergunningplicht De regels voor milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten in hoofdstuk 3 van het Bal hebben een vaste opbouw (zie Structuur van het Besluit activiteiten leefomgeving). Een onderdeel daarvan is het aanwijzen van vergunningplichtige gevallen. De omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten komt in drie vormen voor: Een specifiek proces of een specifieke installatie binnen het bedrijf is vergunningplichtig. Dit is de meestvoorkomende variant. Bij tankstations is bijvoorbeeld alleen het tanken van voertuigen met LNG of waterstof vergunningplichtig (art. 3.297 Bal). De hele kernactiviteit van het bedrijf is vergunningplichtig. Zo geldt een vergunningplicht voor een viskwekerij als milieubelastende activiteit (art. 3.222 Bal). Naast de kernactiviteit van het bedrijf, zijn alle andere milieubelastende activiteiten die op dezelfde locatie plaatsvinden en die de kernactiviteit functioneel ondersteunen ook vergunningplichtig. Dat komt er meestal op neer dat het bedrijf in zijn geheel vergunningplichtig is. Deze variant geldt onder meer voor de complexe bedrijven die onder de bevoegdheid van de provincie vallen, zoals de basischemie (art. 3.73 Bal). Vorm van vergunningplicht is belangrijk voor lozingen in riolering De vorm van de vergunningplicht is van belang om te bepalen of het lozen in de riolering onder de vergunningplicht valt of niet. Bij het tankstation valt het lozen van afvalwater in de riolering niet onder de vergunning. Alleen het tanken van voertuigen met LNG of waterstof is immers vergunningplichtig. Bij de viskwekerij valt het lozen van afvalwater uit de kweekbassins in de riolering wel onder de vergunningplicht (want dat is onderdeel van de kernactiviteit), maar bijvoorbeeld het afvalwater uit de bedrijfskantine of het afstromende hemelwater van het parkeerterrein niet. Bij de basischemie zijn alle lozingen in de riolering onderdeel van de vergunning, dus zowel het afvalwater dat vrijkomt bij het maken van chemische producten als het afvalwater afkomstig van de bedrijfskantine en het parkeerterrein. Aanvullende vergunningplichten De gemeente, de provincie en het waterschap mogen de vergunningplichten in het Bal niet 'uitzetten'. Zij mogen wel extra vergunningplichten invoeren (art. 2.15 Bal). Dus als een bepaalde activiteit volgens het Bal niet vergunningplichtig is, kan de gemeente in het omgevingsplan bepalen dat toch een omgevingsvergunning nodig is. Het waterschap en de provincie kunnen dat ook, in respectievelijk de waterschapsverordening en de omgevingsverordening. Als een decentrale overheid zo'n aanvullende vergunningplicht regelt, moet die overheid ook zorgen dat dit in de vergunningcheck van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt opgenomen. Een initiatiefnemer kan daarmee achterhalen of er wel of geen aanvullende vergunningplichten zijn. Uitzondering voor open bodemenergiesystemen Alleen bij open bodemenergiesystemen (bodemenergiesystemen die grondwater onttrekken en weer terugbrengen in de bodem) is de provincie wel bevoegd om de vergunningplicht in het Bal in te perken, namelijk voor kleine systemen tot maximaal 10 m3/uur (art. 2.16 Bal).
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.