We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Tot nu toe gingen de voorbeelden uit van een situatie van één onderhoudsobject. In de praktijk kennen de meeste gemeenten een gefaseerd, per wijk opgebouwd rioolstelsel dat voor het onderhoud uit meerdere clusters bestaat. Voor de berekening van het onderhoud van zo’n stelsel bestaan twee vormen: de collectieve en de individuele methode. De collectieve methode De gemeente berekent voor alle onderhoudsclust
Tot nu toe gingen de voorbeelden uit van een situatie van één onderhoudsobject. In de praktijk kennen de meeste gemeenten een gefaseerd, per wijk opgebouwd rioolstelsel dat voor het onderhoud uit meerdere clusters bestaat. Voor de berekening van het onderhoud van zo’n stelsel bestaan twee vormen: de collectieve en de individuele methode. De collectieve methode De gemeente berekent voor alle onderhoudsclusters welk bedrag uiteindelijk nodig is voor onderhoud. Op basis daarvan bepaalt zij welk bedrag zij in de collectieve onderhoudsvoorziening moet storten. Vervolgens onttrekt zij de onderhoudsuitgaven aan deze collectieve voorziening. De individuele methode De gemeente berekent voor alle onderhoudsclusters welk bedrag uiteindelijk nodig is voor onderhoud. Op basis daarvan bepaalt zij welk bedrag zij in een onderhoudsvoorziening per cluster moet storten. Zij onttrekt de onderhoudsuitgaven aan het cluster waarop de kosten betrekking hebben. Bedrijfseconomisch gaat de voorkeur uit naar de individuele methode, omdat: dan direct zichtbaar wordt wanneer de gemeente de onderhoudsuitgaven en daarmee de voorziening te laag heeft ingeschat. De voorziening van het betreffende cluster zou in theorie negatief worden. Bij de collectieve methode kunnen deze tekorten lange tijd niet zichtbaar zijn, omdat de voorziening vanuit de andere clusters nog middelen bevat; deze methode de gemeente bij te lage onderhoudsvoorzieningen dwingt de tekorten in een versneld tempo ten laste van de exploitatie te brengen. Bij de collectieve methode maken ook de dotaties van andere clusters het mogelijk dit tekort naar de toekomst te verschuiven. Hierdoor krijgen de gebruikers die het onderhoud niet veroorzaken wel met de financiële gevolgen te maken. Praktijk In de praktijk gebruiken veel gemeenten de collectieve methode, omdat deze in administratief opzicht eenvoudiger is. Daarbij is het wel belangrijk goed zicht te houden op de ontwikkelingen per cluster. Als tekorten op korte termijn niet zichtbaar worden doordat ze in het totaalbeeld ‘verdwijnen’, verschuift de gemeente problemen naar de toekomst. Ook kan zij de kosten te hoog inschatten, waardoor de bijdrage die zij van de inwoner vraagt te hoog is.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.