Gebieds- en systeemkenmerken

De volgende gegevens zet u overzichtelijk op een rij: Structuur en geometrie van het systeem waaraan u meet: Riolering: ligging en geometrie van leidingen, putten, kunstwerken en infiltratievoorzieningen. Oppervlaktewater: structuur en dimensies van watergangen en kunstwerken. Belasting op het systeem: Riool: aantal inwoners, afvalwaterproductie van bedrijven, afvoerend oppervlak en injecties (lozingen vanuit andere gebieden). Oppervlaktewater: afwaterend oppervlak, gemalen, interactie met boven- of benedenstroomse peilvakken. Grondwaterstanden. De gegevens moeten actueel, compleet en correct zijn. Gebruik bij de beschrijving behalve tekst ook tabellen, figuren en plattegronden. Deze informatie gebruikt u later in het meetproces bij zowel het bepalen van de meetlocaties als de datavalidatie en -analyse. Hoe nauwkeuriger u de kenmerken beschrijft, hoe beter u de meetdata kunt analyseren om uiteindelijk de informatievraag te kunnen beantwoorden.