We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Na de inleiding is het eerste deel van het meetplan een inventarisatie van de huidige situatie. Deze inventarisatie leidt tot een duidelijke probleemstelling: wat is uw huidige kennis over het werkelijke functioneren van het afvalwaterstelsel of watersysteem en wat ontbreekt nog aan uw kennis?
Bij de inventarisatie moeten drie aspecten naar voren komen: gebiedskenmerken; bestaande meetapparatuur en telemetrie; toekomstige ontwikkelingen. Inventarisatie gebiedskenmerken Onder het motto ‘weet waar je meet’ moet het meetplan de huidige situatie goed beschrijven. Baken het onderzoeksgebied duidelijk af door de gebiedsgrenzen op kaart aan te geven. Houd hierbij reken
Bij de inventarisatie moeten drie aspecten naar voren komen: gebiedskenmerken; bestaande meetapparatuur en telemetrie; toekomstige ontwikkelingen. Inventarisatie gebiedskenmerken Onder het motto ‘weet waar je meet’ moet het meetplan de huidige situatie goed beschrijven. Baken het onderzoeksgebied duidelijk af door de gebiedsgrenzen op kaart aan te geven. Houd hierbij rekening met bijvoorbeeld de inprik van drukriolering uit buitengebieden. Beschrijf vervolgens welke onderdelen deel uitmaken van het te bemeten systeem. Is bijvoorbeeld invloed van oppervlaktewater mogelijk? Beschrijf dan ook het oppervlaktewatersysteem. Om de meetgegevens later goed te kunnen analyseren, moet u van de huidige situatie alle relevante gegevens zorgvuldig vastleggen. De gegevens moeten actueel, compleet en correct zijn. Net als voor alle andere beheeractiviteiten zijn deze basisgegevens ook voor meten zeer belangrijk. Als beheerder moet u zorgen dat u de volgende gegevens op orde hebt: stelselontwerp (ligging en geometrie van leidingen en putten); aantal inwoners; afvalwaterproductie van bedrijven; eigenschappen van het ontvangende oppervlaktewater, zoals diepte, doorstroming, breedte en peilvariatie; afvoerend oppervlak; hoge en lage grondwaterstanden (uitwisseling van rioolwater met grondwater is mogelijk). Zet alle relevante factoren en informatie in het meetplan. Stand van zaken meten De meeste gemeenten meten al langer in de riolering. Vaak zijn dit metingen voor sturing, zoals niveaumetingen in gemaalkelders. Gemaalcomputers meten en registreren verder draaiuren of verpompte volumes. Ook hebben veel gemeenten in het recente verleden meetprojecten uitgevoerd. In gemeentelijke rioolstelsels bevinden zich dus al veel meetpunten die samen een behoorlijk uitgebreid meetnet kunnen vormen. In een MSW evalueert u uitgevoerde meetprojecten en inventariseert u de bestaande meetpunten. Het MSW geeft hiermee een overzicht van de actuele stand van zaken op meetgebied binnen uw gemeente. Dit is om meerdere redenen belangrijk: U maakt het functioneren van het meetnet en van de organisatie inzichtelijk. U maakt inzichtelijk wat het meten aan kennis en inzichten heeft opgeleverd. U kunt lering trekken uit voorgaande plannen. De uitkomst van eerdere meetprojecten kan aanleiding zijn voor nieuwe projecten. Verwijzing naar eerder uitgevoerde plannen vormt dan ook een onderbouwing van de nieuwe projecten. Evaluatie voorafgaande meetprojecten Evalueer eerst globaal wat voorafgaande meetprojecten en meetplannen hebben opgeleverd. Een evaluatie refereert aan de vooraf bepaalde evaluatiecriteria. Als deze criteria niet zijn vastgelegd, moet u in elk geval de volgende punten benoemen: Wat was de geraamde meetinspanning (in tijd en geld) en wat is werkelijk besteed? Wat was de informatiebehoefte (het meetdoel) en wat heeft het meetproject werkelijk opgeleverd? Voldeed de organisatie van het meten? Toetsen bestaande meetpunten Voor zover het bestaande meetnet in de toekomstige meetperiode nog relevant is, moet u de afzonderlijke meetpunten zelf ook toetsen. Toetsing van bestaande meetpunten houdt in elk geval in: Beoordeling van de meetlocaties: Zijn de meetlocaties geschikt voor de meetdoelen waarvoor u ze inzet? Welke informatie is af te leiden uit metingen op deze locatie? Beoordeling van de apparatuur: Zijn de metingen gekalibreerd? Wat is de meetnauwkeurigheid van de apparatuur? Kunt u bestaande meetpunten eventueel aansluiten op een nieuw meetnet? (Is de dataoverdracht geschikt of geschikt te maken?) Kunt u meetgegevens uit het bestaande systeem exporteren? Beoordeling (validatie) van de geproduceerde meetgegevens: Zijn de meetgegevens betrouwbaar? Zijn ze compleet? Waar zijn er eventueel problemen? U kunt het best eerst de historische data van de bestaande meetpunten (laten) valideren. Als deze van voldoende kwaliteit zijn, kunt u de apparatuur met een praktijktest op locatie beoordelen. Een praktijktest kost namelijk behoorlijke inspanningen en is overbodig als uit de historische gegevens al blijkt dat de meetopstelling niet voldoet. Bovendien is uit de historische data af te leiden of het functioneren van de meetopstelling stabiel is, of dat de kwaliteit van de metingen verloopt. Dit is niet te zien met een momentopname op locatie. Een beoordeling van bestaande meetapparatuur op basis van fabrieksinformatie of specificaties uit eerdere meetplannen is volstrekt onvoldoende. U moet weten dat de meting nog steeds voldoet. Leg na de beoordeling in het meetplan vast welke bestaande apparatuur bruikbaar is voor uw meetdoelen. Toekomstige ontwikkelingen Een MSW bevat ook een toekomstverwachting van de meetontwikkelingen binnen uw organisatie. Meten zal steeds belangrijker worden in het rioleringsbeheer. Door de toenemende mogelijkheden van het meten en professionalisering van de rioleringszorg zullen meetnetten zich doorontwikkelen: van storingssignalering naar systeembewaking en uiteindelijk toestandsafhankelijk beheer. Metingen vinden dan structureel en routinematig plaats om de beheerinspanning aan te sturen. Vroeg of laat stelt deze ontwikkeling meer en andere eisen aan personeel en middelen. Als u de verwachting van toekomstige ontwikkelingen opneemt in het meetplan, kunt u controleren of de huidige projecten daarmee in overeenstemming zijn. De toekomstverwachting van meten kan zich beperken tot lokaal niveau, bijvoorbeeld het niveau van een gemeentelijk afvalwatersysteem. Maar deze kan zich ook uitstrekken tot een regionaal niveau, zoals een zuiveringskring of stroomgebied. Het is zeer goed denkbaar dat overheden op de langere termijn meetnetten meer regionaal optuigen en beheren.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.