We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het toekomstige klimaat is onzeker. Daarom heeft het KNMI per klimaatscenario in drie subscenario's (lower– center – upper) de mogelijke verschillen in de verandering van neerslagextremen aangegeven.
In de subscenario's blijven de gemiddelde verandering in neerslag en de verandering in het aantal natte dagen voor het betreffende klimaatscenario gelijk. De verschillen in veranderingen van de extreme neerslag definitie Extreme neerslag t
In de subscenario's blijven de gemiddelde verandering in neerslag en de verandering in het aantal natte dagen voor het betreffende klimaatscenario gelijk. De verschillen in veranderingen van de extreme neerslag definitie Extreme neerslag tussen de subscenario’s per klimaatscenario zijn vaak veel groter dan de verschillen in gemiddelde verandering tussen de klimaatscenario’s. Procentuele toename Per scenario en per subscenario is de gemiddelde toename ten opzichte van de basisreeks 2014 bepaald voor extreme buien met een duur van 4 to 96 uur en met een herhalingstijd definitie Herhalingstijd van 2 jaar of meer (STOWA 2015-10)1. De procentuele toename is in de meeste scenario's niet afhankelijk van de duur van de extreme bui. Uitzondering daarop zijn het midden en hoge subscenario van het 2085WL- en 2085WH-scenario. Voor die twee scenario’s laten de kortere duren (≤ 4 uur) en langere duren (≥ 48 uur) een kleinere toename zien dan de overige duren. Figuur A Toename van extreme neerslag (T >= 2) voor klimaatscenario's en subscenario's ten opzichte van 2014. Voor elk scenario geeft het vierkantje het subscenario centre, het bovenste streepje het subscenario upper en het onderste streepje het subscenario lower weer (STOWA, 2015) Vergroot afbeelding Afhankelijk van de daadwerkelijke klimaatontwikkeling is de verwachting dat ten opzichte van 2014 extreme neerslaghoeveelheden 3% lager tot 13% hoger zullen zijn in 2050 en 2% lager tot 27% hoger in 2085. In de hoge subscenario's kan het betekenen dat een huidige T=5-bui in 2085 een herhalingstijd van 2 jaar heeft en een huidige T=2-bui een herhalingstijd van 1 jaar. Maatgevende bui plus 13% en 27% Maakt u ontwerpberekeningen voor een nieuw systeem of wilt u maatregelen doorrekenen om na te gaan of een bui met een bepaalde statistische herhalingstijd in het systeem past? Dan zou u naast de maatgevende bui kunnen rekenen met verhogingen van 13% en 27% om na te gaan of het systeem ook toekomstbestendig is in het worstcasescenario. Als blijkt dat het systeem de norm in de toekomst mogelijk niet meer haalt, moet u afwegen of investeringen om dit risico te voorkomen effectief en doelmatig zijn. 1 STOWA (2015-10). Actualisatie meteogegevens voor waterbeheer 2015; deel 1 Neerslag- en verdampingsreeksen; deel 2 Statistiek van de extreme neerslag. Rapport 2015-10. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Amersfoort.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.