We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om te kunnen beoordelen of sprake is van (een risico op) grondwateronder- of -overlast, hebt u inzicht nodig in het grondwaterstandverloop. Hiervoor kunt u kaartmateriaal (grondwatertrappen) en praktijkmetingen gebruiken.
Grondwatertrap Een grondwatertrap Een grondwatertrap is een klassenindeling die het verloop (fluctuatie) van de grondwaterstand in de tijd in een gebied weergeeft. De klassen worden gedefinieerd op basis van mogelijke combinaties van de GHG en de GLG./
Grondwatertrap Een grondwatertrap Een grondwatertrap is een klassenindeling die het verloop (fluctuatie) van de grondwaterstand in de tijd in een gebied weergeeft. De klassen worden gedefinieerd op basis van mogelijke combinaties van de GHG en de GLG. geeft een indicatie van de absolute grondwaterstand en de fluctuatie hiervan. De trappen zijn gedefinieerd op basis van de gemiddeld hoogste grondwaterstand (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) Voor de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) worden jaarlijks de 3 hoogste grondwaterstanden gemiddeld over de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrolisch jaar), het gemiddelde van deze jaarlijkse waarden over een periode van tenminste 8 jaar, waarin geen ingrepen hebben plaatsgevonden, wordt gebruikt als GHG.) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) Voor de Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) worden jaarlijks de 3 laagste grondwaterstanden gemiddeld over de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrolisch jaar), het gemiddelde van deze jaarlijkse waarden over een periode van tenminste 8 jaar, waarin geen ingrepen hebben plaatsgevonden, wordt gebruikt als GLG.). De GHG geeft een indicatie van de grondwaterstand in de winter over een langere periode, de GLG van de grondwaterstanden in de zomer. Gemiddelde grondwaterstanden in het veld bepalen Door verschillen tussen neerslag en verdamping in de winter en zomer fluctueert de grondwaterstand voortdurend. Hierdoor wisselt het lucht- en watermilieu van de grondlagen. Na verloop van tijd verkleuren de grondlagen hierdoor: de hydromorfe profielkenmerken Hydromorfe profielkenmerken zijn zichtbaar als verkleuring van de grondlaag door de wisseling van lucht en water in de bodem. Deze verkleuring ontstaat hoofdzakelijk door roest- en reductieverschijnselen. De boven- en ondergrens van de verkleuring zijn indicatoren voor respectievelijk de gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstand.. Deze verkleuring ontstaat hoofdzakelijk door ijzerverbindingen. Vaak kunt u uit de boven- en ondergrens van de zone roest en reductieverschijnselen de grondwaterstand in perioden met veel neerslag vaststellen (winter, GHG-hydromorf) en in perioden met weinig neerslag (zomer, GLG-hydromorf). Oxydatieverschijnselen blijven zeer lang in een profiel zichtbaar, ook nadat de grondwaterstanden structureel zijn veranderd. U ziet dus de historisch hoogste en laagste grondwaterstanden. Die kunnen overeenkomen met de actuele grondwaterfluctuaties maar dat hoeft niet. Bijvoorbeeld bij een permanente daling van de grondwaterstand. Gemiddeld hoogste en laagste grondwaterstand (GHG en GLG) Om de grondwaterstanden te berekenen, moet de grondwaterstand voor een periode van minimaal acht hydrologische jaren tweewekelijks gemeten worden. Een hydrologisch jaar Een hydrologisch jaar loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. loopt van 1 april tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar. Traditioneel werden de grondwaterstanden in de meeste grondwatermeetnetten tweewekelijks gemeten, zo dicht mogelijk bij de 14e en 28e dag van de maand. De definities van de GHG en GLG zijn gebaseerd op deze praktijk. De drie hoogste en de drie laagste grondwaterstanden per hydrologisch jaar worden gebruikt voor de berekening. GHG: (som van de gemeten hoogste grondwaterstanden van de gemeten jaren) / (3 * het aantal jaren). GLG: (som van de gemeten laagste grondwaterstanden van de gemeten jaren) / (3 * het aantal jaren). Om voor hoogfrequente gegevens een GHG of GLG te kunnen bepalen, is een extra bewerking nodig. Daarbij kunt u er bijvoorbeeld voor kiezen om alleen de metingen van de 14e en 28e dag van de maand te gebruiken, eventueel de meting van 12 uur 's middags als meer dan eens per dag gemeten wordt. Maatgevende hoogste grondwaterstand (MHG) De GHG kunt u overigens niet zonder meer gebruiken voor de ontwatering van gebouwen. Om de ontwateringsdiepte onder gebouwen te beschrijven, wordt de GHG statistisch te vaak overschreden. Daarom wordt in praktijk vaak de maatgevend hoogste grondwaterstand (MHG) gehanteerd. De MHG is de grondwaterstand die maximaal een aantal dagen per jaar (bijvoorbeeld drie dagen) wordt overschreden of maximaal gedurende een langere periode (bijvoorbeeld vijftien dagen) per jaar wordt bereikt. De MHG ligt meestal 20 cm boven de GHG.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.