We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Als u in het meetnet ook bestaande meetpunten wilt opnemen, moet u eerst de meetapparatuur en de meetseries van deze locaties controleren. Daarna controleert u de werking in het veld. De centrale vraag hierbij is: komt de waarde die de sensor meet en de logger registreert overeen met de 'werkelijke' waarde?
Bij de inventarisatie van de stand van zaken op meetgebied in uw gemeente in deel 1 van het meetplan controleert u de apparatuur en meetseries van de bestaande meetlocaties die u wilt gebruiken. Als hieruit blijkt dat de meetopstelling voldoet, controleert u de werking op locatie. Waarden vergelijken De manier waarop u controleert of de gemeten (en geregistreerde) waarde overeenkomt met de
Bij de inventarisatie van de stand van zaken op meetgebied in uw gemeente in deel 1 van het meetplan controleert u de apparatuur en meetseries van de bestaande meetlocaties die u wilt gebruiken. Als hieruit blijkt dat de meetopstelling voldoet, controleert u de werking op locatie. Waarden vergelijken De manier waarop u controleert of de gemeten (en geregistreerde) waarde overeenkomt met de werkelijke waarde is afhankelijk van het type meetinstrument: Sensoren die waterkwalteitsparameters meten: hiervoor kunt u testvloeistoffen gebruiken waarvan de concentraties bekend zijn. Een andere optie is om met een gekalibreerde sensor de concentratie te meten van het water waarin de meetopstelling staat en de metingen vergelijken. Peil- en debietmeters: met een gekalibreerde meter meet u het peil of debiet en vervolgens vergelijkt u de metingen met elkaar. Neerslagmeters: de gemeten neerslagwaarde kunt u controleren door een bekende hoeveelheid vloeistof in de neerslagmeter te laten druppelen. Ten minste twee waarden controleren Al deze controles kunt u het best op ten minste twee waarden uitvoeren, dus een hoger(e) en lager(e) concentratie, debiet, waterpeil en neerslagintensiteit. Zo controleert u of de afwijking over het meetbereik constant is.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.