Rapportage en vervolgacties

De analyses moeten leiden tot een antwoord op uw informatievraag, dat was immers de reden om te gaan meten. Op basis van dat antwoord voert u vervolgacties uit. Daarom is het belangrijk om bij de rapportagevorm na te denken over waarvoor en hoe u de informatie uit het meetnet wilt gebruiken. Een paar voorbeelden zijn: Op basis van de metingen wilt u andere waterbeheerders (waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven) informeren over het functioneren van het stedelijk watersysteem. In het meetplan legt u vast welke variabelen u wilt rapporteren, met welke frequente (elke maand, kwartaal, jaar) en in welke vorm (getallenreeks, grafiek, tabel). Op basis van de metingen wilt u het stedelijk watersysteem gaan sturen. U wilt een oppervlaktewaterdoorspoelgemaal aanzetten als het gemengde riool langer dan 15 minuten overstort. Hiervoor is een permanente automatische validatie-, analyse- en reactieketting nodig. U wilt na elke riooloverstorting een melding krijgen om na te gaan of het systeem goed heeft gefunctioneerd en of er geen waterkwaliteitsproblemen zijn opgetreden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een grafiek met daarin de hoogte van de overstortdrempel, het verloop van  het waterpeil bij de overstort en het debiet van het doorspoelgemaal en de gevallen neerslag. Op basis van metingen wilt u uw gemaalonderhoud gaan aansturen. Als de gemaalcapaciteit kleiner is dan 90% van de ontwerpcapaciteit, moet de buitendienst een melding krijgen en binnen een week het noodzakelijke onderhoud uitvoeren. Hiervoor moeten de gemaalcapaciteiten dagelijks/wekelijks vergeleken worden met de ontwerpcapaciteiten. Als de capaciteit met 10% is afgenomen, moet de buitendienst een bericht krijgen. In het meetplan legt u vast dat u wekelijks een tabel krijgt met de ontwerpcapaciteit van de gemalen, de werkelijke capaciteit van de gemalen. In de tabel wordt met een kleurencode aangegeven welke gemalen goed, voldoende of onvoldoende hebben gepresteerd. Voor de gemalen die niet aan de norm hebben voldaan regelt u het noodzakelijke onderhoud. Bij de uitwerking van rapportages is er onderscheid tussen: Rapportages van onderzoeken: Met deze rapportages geeft u een concreet en onderbouwd antwoord op de specifieke onderzoeksvraag waarvoor u het (vaak tijdelijke) meetprogramma hebt uitgevoerd. Hierbij zijn kaarten, grafieken en tabellen onmisbaar. Beheerrapportages: Deze rapportages moeten inzicht geven in het functioneren van een systeem (of object) of in de interacties tussen systemen. Hiervoor zijn verschillende vormen mogelijk: een dashboard, waterbalans, objectrapportage, systeemgerichte rapportage of een managementrapportage. Hier vindt u een korte toelichting op deze vormen. Informatie over rapportages die inzicht geven in de actuele situatie in uw systeem vindt u bij Telemetrie.