We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Onderhoud Er is preventief en correctief onderhoud. Met preventief (planmatig) onderhoud probeert u storingen te voorkomen, terwijl u bij correctief onderhoud storingen oplost. Zie Correctief en preventief beheer. Preventief onderhoud aan gemalen kunt u verdelen in reiniging van de ontvangkelder of pompput en onderhoud aan de elektrische en mechanische installatie. Pa
Onderhoud Er is preventief en correctief onderhoud. Met preventief (planmatig) onderhoud probeert u storingen te voorkomen, terwijl u bij correctief onderhoud storingen oplost. Zie Correctief en preventief beheer. Preventief onderhoud aan gemalen kunt u verdelen in reiniging van de ontvangkelder of pompput en onderhoud aan de elektrische en mechanische installatie. Pas voor de elektrische installatie de normen NEN 1010 en NEN 3140 toe. Hierin staat onder meer dat alleen vakbekwaam personeel aan de elektrische installaties mag werken. Op basis van kwalificaties dient u de installatie elke één tot vijf jaar keuren. Deze keuring kunt u gelijktijdig met het reguliere onderhoud uitvoeren. Voorbeeldgemaal In dit geval is de keuringstermijn voor de installatie vier jaar. Maar de gemaalbeheerder voert de keuring elke twee jaar uit, zodat hij twee jaar de tijd heeft om de installatie aan te passen. Deze termijn blijkt in de praktijk nodig om een budget beschikbaar gesteld te krijgen en de aanpassingen voor te bereiden. Daarbij stemt de gemaalbeheerder allerlei zaken af, zoals renovatie, aanpassingen in het telemetriesysteem en capaciteitswijziging. De normale onderhoudsfrequentie is afhankelijk van de installatie, het aantal draaiuren en de samenstelling van het afvalwater. Hierbij kunt u onderscheid maken tussen reiniging, onderhoud aan de elektrische installatie en onderhoud aan de mechanische installatie. In de volgende situaties voert u onderhoud uit: regulier onderhoud, meestal één of twee keer per jaar; reiniging na constatering van vervuiling bij een bezoek; bij storingen en klachten; reiniging vóór inspecties; reiniging vóór specialistisch onderzoek bij geconstateerde afwijkingen bij eerdere inspecties of als voorbereiding van maatregelen. Om storingen te verhelpen, moet u behalve het geplande onderhoud ook correctief onderhoud uitvoeren. Als de storingsfrequentie hoger is dan de maatstaf in Stap 2: Doelstellingen en toelichting op doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden, kunt u beter zoeken naar een structurele oplossing voor effectief rioleringsbeheer. Zo kunt u met voorlichting oneigenlijke lozingen beperken. Om veiligheidsredenen moet een onderhoudsteam bij het werken in besloten ruimten uit minimaal twee personen bestaan. In de RI&E van het gemaal staat voor welke ruimten dit geldt. Standaardisatie Standaardisatie is vooral gericht op de gemaalcomponenten. Met name de randapparatuur leent zich voor standaardisatie, zoals het telemetrienetwerk. Bij drukriolering is standaardisatie van de pompen heel gebruikelijk, omdat de benodigde capaciteiten zo laag zijn dat gelijkwaardige pompen zouden worden gekozen. Grotere pompen lenen zich niet voor standaardisatie, omdat in elke situatie de benodigde capaciteit en de bijbehorende opvoerhoogte een andere combinatie vormen. Ook de samenstelling van het afvalwater heeft invloed op de pompkeuze. Bij grotere pompen kunt u hooguit overwegen waar mogelijk pompen van dezelfde leverancier te nemen. Standaardisatie kan veel voordelen opleveren, vooral bij de eerstelijns storingsafhandeling. Ook kan standaardisatie het functioneren van een gemaal optimaliseren. Maar te veel standaardiseren kan prijsopdrijvend werken. Bepalen onderhoudsfrequentie op basis van kostenanalyse De optimale onderhoudsfrequentie met de laagste totaalkosten kunt u afleiden uit twee kosten-pos-ten: de post preventief onderhoud en de post storingen en reparatie. Bij een hogere onderhouds-frequentie treden minder storingen op en gaan minder onderdelen stuk. Bij een lage onderhouds-frequentie zijn de onderhoudskosten laag, maar de kosten van storingen en reparatie hoog (zie figuur A). Om deze grafiek te kunnen opstellen, dient u de kosten elke twee jaar te analyseren. Figuur A Vaststelling optimale onderhoudsfrequentie Vergroot afbeelding Toelichting op figuur A De onderhoudskosten in één jaar zijn een punt op de stijgende lijn ‘kosten onderhoud’. Door de kosten van verschillende onderhoudsfrequenties te berekenen, ontstaat de stijgende lijn met onderhoudskosten. De kosten van preventief onderhoud zijn vaak via een contract vastgelegd. De dalende lijn ‘kosten van reparaties en storingen’ is moeilijk voorspelbaar. Wel kunt u de kosten van de afgelopen jaren weergeven, die bij de destijds gehanteerde onderhoudsfrequentie horen. Vergeet hierbij niet de kosten met de CBS-prijsindex om te rekenen naar het prijsniveau van nu. De lijn ‘totale kosten’ (paraboolvormig) geeft de totale kosten weer voor onderhoud, storingen en reparatie. Bij het laagste punt van de paraboolvormige lijn ligt het punt met de optimale onderhoudsfrequentie. Bij de ovaal (rondom de dalende lijn) bevinden zich de kosten van storingen en reparaties in het afgelopen jaar, bij een ongeveer gelijke onderhoudsfrequentie. Het is erg moeilijk om achteraf de benodigde kostengegevens per gemaal te verzamelen. Registreer deze informatie daarom direct (bijvoorbeeld in een gemalenbeheersysteem) en wacht niet tot de twee jaar voorbij zijn. Voorbeeldgemaal Stel, de kosten van storingen en reparaties in de afgelopen jaren bevinden zich in het ovaal. Deze kosten zijn veel hoger dan de onderhoudskosten en de optimale onderhoudsfrequentie ligt ook hoger. Maar het ovaal kan ook op een andere plaats in de grafiek liggen. Dan kunnen de kosten van storingen en reparaties veel lager zijn dan de onderhoudskosten en ligt de optimale onderhoudsfrequentie waarschijnlijk lager. Bij de grootste kostenpost bereikt u vaak de grootste besparing. Bepalen onderhoudsfrequentie via storingskosten Bereken allereerst de gemiddelde kosten per storing. Hierin tellen de kosten van alle storingen mee. Soms kunt u per type storing of oorzaak moeilijk onderscheid maken. Bovendien maakt dit de kostenvergelijking subjectief. Structurele (verbeterings)maatregelen om storingsoorzaken aan te pakken, zijn in feite investeringen en blijven buiten de kostenvergelijking. De kosten van storingen en reparaties bestaan uit: personeelskosten; kosten reinigings-/storingsdienst; kosten reparatie/vervanging onderdelen; kosten noodvoorzieningen; eventueel opgetreden schade; kosten administratieve afhandeling (zoals registratie en rekeningen). In kosten van storingen en onderhoud vindt u een uitgebreider overzicht. Veel gemeenten besteden het onderhoud uit (zie Stap 5: Middelen). In deze bijlage vindt u een voorbeeld van een contract. Nu kunt u berekenen hoeveel storingen u met één extra onderhoudsbeurt moet voorkomen om tot lagere totale kosten te komen. Dit punt kunt u ook in de grafiek weergeven. Op vergelijke bare wijze bepaalt u het punt in de grafiek bij één onderhoudsbeurt minder per jaar. Inzicht in storingsoorzaken Met uw praktijkervaring met het specifieke gemaal kunt u inschatten of een extra onderhoudsbeurt daadwerkelijk minder storingen oplevert. Eventueel kunt u dit één of twee jaar uitproberen. In een onderhoudsbeurt kunt u ook alleen reinigen en geen monteur laten komen. Zo houdt u de kosten lager. Maar dan komen waarschijnlijk alleen storingen door vervuiling minder vaak voor. Inzicht in de storingsoorzaken is dus belangrijk. Omdat de samenstelling van het afvalwater en de omstandigheden in riolering, gemaal en persleiding per gemaal anders zijn, is dit inzicht per gemaal uniek. Ook moet u rekeninghouden met eventuele wijzigingen in de tijd, bijvoorbeeld bij seizoensgebonden productie van een bedrijf. Na een paar jaar ziet u dat bij een ouder wordend gemaal de kosten van reparaties en storingen toenemen. Dan bepaalt u met de kostenanalyse of een hogere onderhoudsfrequentie aantrekkelijk is. Voorbeeldgemaal Uit een kostenanalyse blijkt dat het gemaal lage kosten heeft voor storingen en reparatie. Volgens de storingsregistratie zijn er geen storingen geweest. De kosten van preventief onderhoud dragen dus sterk bij aan de exploitatielasten. In de huidige situatie reinigt de beheerder het gemaal vier keer per jaar. Hieruit kunt u afleiden dat de optimale onderhoudsfrequentie waarschijnlijk lager is. Maar er zijn geen cijfers van andere onderhoudsfrequenties beschikbaar. Onder- en bovengrens onderhoudsfrequentie De onderhoudsfrequentie heeft een onder- en bovengrens. Bij de ondergrens is de te verwachten storingsfrequentie gelijk aan de maatstaf voor een optimale bedrijfszekerheid volgens functionele eis 6c in Stap 2: Doelstellingen. Anders komt een effectief gemalenbeheer in gevaar. De maatstaf van twee storingen per gemaal per jaar is een gemiddelde voor alle gemalen die u in beheer hebt. Dit gemiddelde geeft u bij storingsgevoelige gemalen de tijd een structurele oplossing te realiseren. De bovengrens voor onderhoudsfrequentie bereikt u als de totale jaarlijkse kosten van onderhoud, storingen en reparatie gelijk zijn aan de jaarlijkse kosten voor een nieuw gemaal. Renovatie of vervanging is dan economischer en heeft de voorkeur. Renovatie en vervanging gaat hierop verder in. Uit bovenstaande analyse blijkt dat optimale onderhoudsfrequenties onderling verschillen. Efficiënt onderhoud vereist dan ook een clustering in onderhoudsklassen met eenzelfde frequentie. Maar bepaling van die klassen is niet eenvoudig. Het onderhoud is afhankelijk van: het type gemaal (drukriolering, ondergemaal, eindgemaal); de samenstelling van het afvalwater (pH, H2S, toxisch, corrosief, huishoudelijk); het pomp- en waaiertype (zoals versnijdend en wervelrad); het aantal draaiuren per jaar; de omstandigheden, zoals mogelijke ophoping van vervuiling, reservestelling, vultijd en de gevolgen van een storing of calamiteit. Afhankelijk van de onderhoudsfrequentie is het handig om met onderhoudsklassen te werken. Op basis van bovengenoemde punten kunt u een onderhoudsfrequentie toekennen. Om de praktische uitvoering te versoepelen, moeten de frequenties van de gemalen die u in beheer hebt bij elkaar passen. Hierbij is het interval van de hoge onderhoudsfrequenties een veelvoud van het interval bij de laagste frequentie. Los van de onderhoudsfrequentie kan ook het soort onderhoud verschillen. Er is onderscheid in: reiniging; elektrisch onderhoud; mechanisch onderhoud; bouwkundig onderhoud. De meeste gemalen krijgen een onderhoudsfrequentie van één of twee keer per jaar. Maar er zijn bedrijven waarvan de samenstelling van het afvalwater een maandelijkse reiniging noodzakelijk maakt. Voorbeeldgemaal Het voorbeeldgemaal verpompt huishoudelijk afvalwater. Volgens advies van de leverancier heeft het toegepaste pomptype na tweeduizend draaiuren onderhoud nodig. De tijd waarin het gemaal dit aantal draaiuren bereikt, kunt u als volgt berekenen: De afvalwaterproductie is 30 m3/h of 360 m3/dag. Omdat de pompcapaciteit 100 m3/h is, draait de pomp 3,6 uur per dag. Door neerslag komt hier gemiddeld ongeveer 1,6 uur per dag bij, zodat het gemiddeld het aantal draaiuren per dag 5,2 is. Onderhoud is nodig na 2000 / 5,2 = 380 dagen. Vanwege de wisselende neerslag en uit praktische overwegingen wordt voor elektrisch en mechanisch onderhoud een onderhoudsfrequentie van één keer per jaar aangehouden. In de pompkelder blijkt vuilophoping mogelijk. Bij hevige neerslag woelt dit op en kan een storing optreden. Uit de storingsregistratie blijkt dat vuilophoping niet binnen drie maanden na reiniging tot een pompstoring leidt. Door elke drie maanden te reinigen, kunt u dus storingen voorkomen. Deze periode mag misschien wel langer zijn. De nieuwe onderhoudsfrequentie voor reiniging van de pompkelder stelt u dan ook vast op vier maanden. Na een jaar kunt u deze frequentie opnieuw evalueren. Als deze frequentie niet tot storingen leidt, kunt u wellicht een reinigingsfrequentie van zes maanden aanhouden. Naast de soorten onderhoud zijn er verschillen in de mate van onderhoud, vooral de benodigde inspanning. Hiermee kunt u onder meer kiezen voor een lagere frequentie, waarbij u dan per onderhoudsbeurt wel meer moet doen. Ook kunt u inspelen op de omstandigheden. Er is onderscheid in: veel werkzaamheden; normaal aantal werkzaamheden; weinig werkzaamheden. Voorbeeld checklist onderhoud
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.