Filtermedium ontwerpen

Absorptiefilter Het filtermateriaal van een absorptiefilter moet over goede absorberende eigenschappen beschikken. Dat betekent concreet dat het filtermedium verontreinigingen opneemt en vasthoudt. Voorbeelden van filtermedia in absorptiefilters zijn actieve kool, mineralen zoals zeoliet, kunststoffen en diverse membranen. De ontwerpbelasting (in m3/h per m3 filtermateriaal) is na te vragen bij leveranciers. Wadi’s Een filtermedium in een wadi bestaat uit grond, vergelijkbaar met een bodemlaag in een bodempassage. Die grond moet niet alleen geschikt zijn voor filtratie, maar ook voor de beoogde beplanting. Helofytenfilters Het filtermedium in helofytenfilters, of moerasfilters, bestaat uit zowel de planten als het plantbed. De helofyten wortelen in een substraatlaag, waarin goede omstandigheden voor bacteriën zijn. Deze bacteriën zetten afvalstoffen uit het water om in voedingsstoffen voor zichzelf en de helofyten. Daarnaast treedt het plantbed zelf ook op als absorptiefilter. Het substraat kan bestaan uit kleikorrels, zand, grind, mineralen, lava, kunststoffen en watten. Zandfilters Zandfilters maken gebruik van de filtrerende capaciteiten van het filtermedium zand, soms in combinatie met grindlagen. Naast filtratie van zwevende stoffen, vinden in zandpakketten in zandfilters vaak ook biologische processen plaats. De korrelgrootte en de porieruimte bepalen de doorstroomsnelheid en daarmee ook de filterende capaciteit. Vaak wordt gebruikgemaakt van korrelgroottes die van grof (enkele millimeters) naar fijn (0,15 tot 0,35 mm) afnemen. De dikte van de pakketten kan, samen met de vuillast van het te filteren water, leiden tot afsluiting in het zandpakket. De voorziene vuillast is daarmee bepalend voor de vraag of er fijnere korrelgroottes kunnen worden toegepast en of dat wenselijk is.