We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De praktijkmetingen geven onvoldoende betrouwbare informatie om de nauwkeurigheid van het rekenmodel te verbeteren. Toch hebben de metingen hun waarde bewezen bij het opstellen van een basisrioleringsplan. Vanuit de theoretische berekeningen moest de gemeente nog een bepaald percentage vuiluitworp reduceren. Omdat al sinds 2002 op deze locatie metingen plaatsvonden, was er een redelijke basis voor vergelijking. Bij een beoogde locatie bedroeg
De praktijkmetingen geven onvoldoende betrouwbare informatie om de nauwkeurigheid van het rekenmodel te verbeteren. Toch hebben de metingen hun waarde bewezen bij het opstellen van een basisrioleringsplan. Vanuit de theoretische berekeningen moest de gemeente nog een bepaald percentage vuiluitworp reduceren. Omdat al sinds 2002 op deze locatie metingen plaatsvonden, was er een redelijke basis voor vergelijking. Bij een beoogde locatie bedroeg de gemeten overstortingsfrequentie twaalf keer per jaar (over een periode van 8 jaar) versus een berekend langjarig gemiddelde van vijftien keer per jaar. Het geschatte overstortingsvolume bedroeg circa 22.000 m3per jaar versus 9.000 mm3berekend volume. Een randvoorziening op deze locatie is daarom (en mede vanwege een matige oppervlaktewaterkwaliteit) als “geen-spijt-maatregel” gekwalificeerd en uitgevoerd. Leerpunt: Gooi geen data van oude meetapparatuur weg; een lange meetreeks met hiaten kan waardevoller zijn dan een korte foutloze meetreeks. Tijdens de controle van de meetgegevens bleek onder andere dat op een bepaalde meetlocatie het patroon van het waterstandverloop veranderde. Het patroon duidde op een slecht functionerende pomp. Na deze constatering heeft de buitendienst de pomp gecontroleerd. Het bleek dat een dweil het functioneren van een schuif verstoorde, waardoor het bemalingsgebied minder snel leeg liep dan gewenst. Het risico op riooloverstortingen was hierdoor aanzienlijk groter. Doordat de niveaumeters ruim onder het drempelniveau hingen, was deze informatie aanwezig (zie figuur A). Leerpunt: Door op strategische punten in het rioolsysteem niveaumeters met een groot meetbereik te plaatsen, kunt u het vullings- en ledigingsgedrag controleren. Leerpunt: Dagelijks uitlezen en controleren van de data voorkomt dat systemen onnodig lang niet of slecht functioneren. Figuur A Afwijkende niveaumetingen (rechts in de grafiek) door verstoring van een schuifVergroot afbeelding
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.