We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om te bepalen wat de werking en de invloedssfeer van een toekomstige infiltratie- of drainagevoorziening zal zijn, moet u weten hoe gemakkelijk het grondwater door de bodem stroomt. Dit is gerelateerd aan de verzadigde doorlatendheid.
Verzadigde doorlatendheid De verzadigde doorlatendheid is de capaciteit van de bodem onder de grondwaterstand om water door te laten. Horizontale versus verticale doorlatendheid In Nederland houden we in het algemeen als vuistregel aan dat de verticale doorlatendheid van een formatie 5 tot 10 keer zo klein is als de horizontale doorlatendheid. In de praktijk kunnen er lokaal aanzienlijke afwijkin
Verzadigde doorlatendheid De verzadigde doorlatendheid is de capaciteit van de bodem onder de grondwaterstand om water door te laten. Horizontale versus verticale doorlatendheid In Nederland houden we in het algemeen als vuistregel aan dat de verticale doorlatendheid van een formatie 5 tot 10 keer zo klein is als de horizontale doorlatendheid. In de praktijk kunnen er lokaal aanzienlijke afwijkingen zijn. Natuurlijke processen zorgen ervoor dat grondlagen vaak horizontaal worden afgezet. Denk bijvoorbeeld aan het bezinken van slib en aan windafzettingen. Dit betekent dat de bovenste laag in principe de laag is die het laatst is afgezet. Afhankelijk van het soort afzettingsmilieu is dit een fijnere of grovere laag. Variatie in doorlatendheid door variatie in afzettingsmilieu De variatie in afzettingsmilieu is vooral zichtbaar op macroniveau. Dit is terug te vinden in het geologische afzettingstype, bijvoorbeeld een wind-, rivier-, zee- of ijsafzetting. Maar ook op microniveau zijn er verschillen in het afzettingsniveau, bijvoorbeeld door het weer, de stroomsnelheid van de rivier, de temperatuur, een overstroming of een stormvloed. Door deze variatie op microniveau ontstaat er variatie in de horizontale en verticale doorlatendheid. Hierbij spelen kleine verschillen in de opbouw van de ondergrond een rol. Deze microvariaties zijn alleen te zien in een ongeroerd steekmonster. Bij een boring met een handboor vallen ze weg. Hydraulische weerstand De doorlatendheid van klei- en veenlagen is een factor 100 tot meer dan 10.000 lager dan die van zand of grind. Door het optredende drukverschil tussen twee watervoerende lagen stroomt het grondwater in klei- en veenlagen daarom voornamelijk in verticale richting. Meer informatie over kwel en wegzijging vindt u op de pagina Grondwatersysteem. Doorlaatvermogen Het doorlaatvermogen van een zandlaag kunt u bepalen door de (gemiddelde) doorlatendheid van een zandpakket (k) te vermenigvuldigen met de dikte (D) van dit zandpakket: kD [m2/d]. Binnen een (verzadigde) zandlaag gaan we vaak uit van horizontale grondwaterstroming.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.