We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De bodemopbouw bepaalt voor een groot deel welke maatregelen er nodig zijn om terreinen bouwrijp te maken en bestaande gebieden klimaatrobuust in te richten. Op deze pagina vindt u informatie over de bodemgesteldheid in Nederland en over regionale verschillen daarin in relatie tot het grondwater.
Kenmerkende bodemopbouw in laag en hoog Nederland Nederland bevat overwegend klei-, veen- en zandgronden (zie figuur A). Nederland kunnen we indelen in Hoog en Laag Nederland. Voor Laag Nederland is een onderscheid gemaakt in Oud laag Nederland en&nbs
Kenmerkende bodemopbouw in laag en hoog Nederland Nederland bevat overwegend klei-, veen- en zandgronden (zie figuur A). Nederland kunnen we indelen in Hoog en Laag Nederland. Voor Laag Nederland is een onderscheid gemaakt in Oud laag Nederland en Nieuw laag Nederland. Figuur A Vereenvoudigde schematische indeling in grondsoorten Vergroot afbeelding Hoog Nederland Hoog Nederland bestaat uit de hogere zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland. Ook de duingebieden vallen onder Hoog Nederland. Vaak gaat het om infiltratiegebieden, al dan niet afgewisseld met lokale kwelgebieden. Naast deze kwelgebieden ontstaan lokaal vaak problemen door slecht doorlatende (leem)lagen (zie figuur B). Hoog Nederland heeft over het algemeen een diepliggende grondwaterspiegel ten opzichte van het maaiveld, behalve in de beekdalen. De bebouwing bestaat grotendeels uit woningen met fundering op staal. Figuur B Veelvoorkomende grondwatersituatie in Hoog Nederland Vergroot afbeelding Oud laag Nederland Oud laag Nederland bestaat uit de lage klei- en veengronden in West- en Noord-Nederland. Voor het grootste deel zijn dit oorspronkelijke natte (moeras-)gebieden of gebieden waar in het verleden overstromingen hebben plaatsgevonden. Als er veenlagen aanwezig zijn in een gebied, is bij het bouwrijp maken van dit gebied een kleine ontwateringsdiepte wenselijk om inklinken Inklinken is een bodemdaling door een ontwatering. Een voorbeeld is de voorbelasting met ophoging van de grond voor een infrastructureel werk. Door de ontwatering neemt de waterdruk af. De korreldruk neemt evenredig toe met afname van de waterdruk.van de bodem te vertragen. Gebieden met klei- en veengronden zijn vaak op verschillende wijzen bouwrijp gemaakt (bijvoorbeeld met grondverbetering of drainage) en/of meerdere keren opgehoogd. De variatie in bodemopbouw, grondwaterstanden en typen funderingen maakt de grondwatersituatie complex (zie figuur C). Figuur C Gemiddelde grondwatersituatie in Oud laag Nederland Vergroot afbeelding Nieuw laag Nederland De gebieden die de laatste honderd jaar zijn drooggemalen of aangelegd, vallen onder Nieuw laag Nederland, bijvoorbeeld de Flevopolders. Maar bijvoorbeeld ook de (diep gelegen) droogmakerijen in West-Nederland, zoals de Prins Alexanderpolder en de Haarlemmermeerpolder. Deze gebieden hebben over het algemeen weinig waterbergingscapaciteit in de bodem, een laag percentage oppervlaktewater en een grote drooglegging (zie figuur D). Door een waterstandstijging in de boezem kan de kwel in de polder toenemen. De bodemopbouw hangt af van de manier van bouwrijp maken. In een poldergebied is de geohydrologie is meestal minder complex dan die van Oud laag Nederland. Figuur D Gemiddelde grondwatersituatie in Nieuw laag Nederland Vergroot afbeelding Informatiebronnen bodem Gegevens over de bodem kunt u vinden op bodemkaarten en op geologische kaarten, in archieven en in projectgebonden onderzoek. Twee voorbeelden: Wageningen Universiteit heeft alle bodemgegevens van Nederland als open data beschikbaar gesteld. De Bodemkaart van Nederland is gebaseerd op boorprofielen afkomstig van bemonsteringen van de bodem tot ongeveer 1,50 m diep. In een later stadium komen hier ook de gegevens van diepere boorprofielen bij (een zogeheten geomorfologische kaart). Het Kadaster stelt via topotijdreis.nl kaartmateriaal beschikbaar over de periode van 1815 tot nu. Hiermee kunt u onder meer zien wat de oorspronkelijke ligging van oude (gedempte) waterlopen is geweest. Veel informatie is centraal en digitaal beschikbaar, vooral via pdok.nl. In het onderdeel inventarisatie bij grondwateronderzoek zijn meer informatiebronnen opgenomen. NB In de bebouwde omgeving is vaak met het bouwrijp maken een ophooglaag aangebracht. Daarom is er vaak aanvullende informatie over de lokale situatie nodig om tot een goed beeld te komen. Kennis hierover kan nog in de hoofden van ervaren medewerkers zitten.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.