We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Kosten voor de aanleg van een rioolstelsel zijn bijvoorbeeld: aanschaffingskosten van rioolbuizen of pompen; vestigingskosten van beperkte rechten; grondwerkkosten; kosten voor het bedrijfsklaar maken. Bij een stadsuitbreiding kan de gemeente de aanlegkosten ook verrekenen: in de prijs van de te verkopen grond; via een bijdrage vanwege een exploitatieove
Kosten voor de aanleg van een rioolstelsel zijn bijvoorbeeld: aanschaffingskosten van rioolbuizen of pompen; vestigingskosten van beperkte rechten; grondwerkkosten; kosten voor het bedrijfsklaar maken. Bij een stadsuitbreiding kan de gemeente de aanlegkosten ook verrekenen: in de prijs van de te verkopen grond; via een bijdrage vanwege een exploitatieovereenkomst (gebaseerd op de exploitatieverordening); via een baatbelasting. Vooraf: niet sparen via de heffing De gemeente kan via de rioolheffing geen voorziening opbouwen om de aanleg of uitbreiding van het rioolstelsel te financieren. Zij mag in de rioolheffing als jaarlijkse lasten alleen de bijdragen aan voorzieningen meenemen die zijn bestemd voor noodzakelijke vervanging van de bestaande riolering. De rechter beschouwt het niet als rechtvaardig als een gemeente uit de rioolheffing spaart voor percelen die zij nog niet in de heffing betrekt. Wil uw gemeente een reserve hebben om de eerste aanleg (mede) te financieren, dan moet zij deze financieren uit andere bronnen dan de rioolheffing. Een uitbreiding moet u dus zien als toename van het aantal aansluitingen. Als de gemeente de bestaande capaciteit vergroot (bijvoorbeeld door een bergbezinkbassin te plaatsen), is dat een verbetering van het bestaande stelsel, niet een uitbreiding. Voor verbeteringsinvesteringen mag de gemeente wel vanuit de heffing sparen. Belang goede onderbouwing In een rechtszaak over de kostenonderbouwing van de gemeente Roosendaal waren de kosten voor een retentievijver aan de orde (Hof Arnhem, 6 juli 2010, ECLI:NL:GHARN:2010:BN1683). De gemeente gaf zelf aan dat het hier een uitbreidingsinvestering betrof. Fiscaal gezien gaat het om een uitbreiding van de capaciteit, niet om een investering die het aantal aansluitingen vergroot. Een verbeteringsinvestering dus. Maar als de gemeente zelf de investering als een uitbreidingsinvestering kwalificeert, houdt de rechter zich aan de gepresenteerde feiten. Daarom mocht de gemeente hiervoor vooraf geen kosten meenemen in de rioolheffing. Kapitaallasten De aanlegkosten van de riolering die ten laste blijven van de gemeente, mag zij vanaf het moment van investeren ten laste brengen van de rioolheffing. Over het algemeen nemen gemeenten het investeringsbedrag niet in één keer in de kosten mee. Zij schrijven de riolering af gedurende de levensduur. Jaarlijks komt een deel van de kosten als kapitaallast terug in het kostenverhaal. (Meer informatie over kapitaallasten vindt u in Afschrijving investeringen.)
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.