Dit rekenvoorbeeld is overgenomen uit een oude ontwerphandleiding van Rijkswaterstaat (1988). Het ontwerpcriterium is dat de bemaling buien met een herhalingstijd van 25 jaar moet kunnen afvoeren, zonder water op straat (RWS hanteert nu T = 250 jaar voor rijkswegen en T = 50 jaar voor andere wegen).

De tunnelbak voor deze analyse heeft een afvoerend oppervlak van l x b = 700 x 12,4 m. Dit leidt tot een pompkelder met een inhoud van 55 m3 en een gemaal van 180 m3/h. Dat komt overeen met 7 mm berging en 24 mm/h ledigingscapaciteit. De berekening met een T25-ontwerpbui geeft inderdaad vrijwel geen water op straat.

De berging van water op straat is in deze berekening gereduceerd van 35 tot 5 mm, omdat voor water op straat op het diepste deel van de tunnel slechts 1/7 deel van het afvoerende oppervlak beschikbaar is.

Gerekend is met de drie testbuien De Bilt, Herwijnen en Kopenhagen, zonder klimaateffect (figuren A, B en C).

Bij alle extreme testbuien is de beschikbare berging van water op straat overschreden en dus overlast berekend. Dit beeld komt overeen met de praktijk dat tunnels regelmatig gestremd zijn, omdat ze onder water staan.

Figuur A Bui de Bilt, waterbalans cumulatief: ledigingscapaciteit 24 mm/hVergroot afbeelding
Figuur B Bui Herwijnen, waterbalans cumulatief: ledigingscapaciteit 24 mm/hVergroot afbeelding
Figuur C Bui Kopenhagen, waterbalans cumulatief: ledigings capaciteit 24 mm/hVergroot afbeelding

 

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel