We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Box 5: Allocatie en cut-off Allocatie en cut-off zijn concepten in LCA die helpen met het definiëren van de grenzen van het systeem waarnaar gekeken wordt. Allocatie Als een proces meerdere eindproducten heeft, moet de bedrijfsvoering deels naar product A en deels naar product B toegerekend worden. Dit heet allocatie. Een voorbeeld is veeteelt waar melk én vlees gep
Box 5: Allocatie en cut-off Allocatie en cut-off zijn concepten in LCA die helpen met het definiëren van de grenzen van het systeem waarnaar gekeken wordt. Allocatie Als een proces meerdere eindproducten heeft, moet de bedrijfsvoering deels naar product A en deels naar product B toegerekend worden. Dit heet allocatie. Een voorbeeld is veeteelt waar melk én vlees geproduceerd worden. Cut-off-criteria In een LCA worden sommige zaken buiten beschouwing gelaten omdat bijvoorbeeld de invloed op het resultaat beperkt is. Allocatie is beperkt een issue in deze studie. Wat voorkomt is dat verschillende stromen in dezelfde installatie verwerkt worden (bijvoorbeeld bij het vergisten van gft-afval) en dat de bedrijfsvoering dus toegerekend moet worden aan de verschillende inputstromen (gf-afval en t-afval). Omdat voedselresten niet apart verwerkt worden, moeten in alle routes beslissingen genomen worden over de toerekening van de milieu-impact van de verwerking naar de voedselresten en naar de rest van het verwerkte afval. Waar mogelijk houden we hier rekening met de fysieke input en de samen-stelling van de voedselresten, bijvoorbeeld bij de emissies bij verbranding in de AEC of bij de productie van biogas. Als toerekening op basis van de samenstelling van de voedselresten niet mogelijk is, dan alloceren we naar massa. Omdat de functie van veel verwerkingsprocessen het verwerken van tonnen afval is (input), hebben we vervolgens de bedrijfsvoering op basis van massa toegerekend aan de voedselresten (natte stof). Dit geldt bijvoorbeeld voor het energiegebruik bij compostering en vergisting. Op dit moment is aansluiting van voedselrestenvermalers op het centrale rioleringsstelsel verboden in Nederland, en worden voedselresten dus vrijwel niet verwerkt op de rwzi's. Om toch een inschatting te kunnen maken van de impact van één kilo voedselresten, verwerkt op een rwzi, heeft Tauw met een van haar modellen doorgerekend wat de ingrepen zijn op rwzi’s met 100.000 i.e. en dat vergeleken met de ingrepen die nodig zouden zijn als die 100.000 i.e. ook al hun voedselresten op het riool zouden lozen. Het verschil is teruggerekend naar één kilo voedselresten. Dit is op dit moment de best mogelijke benadering voor het in kaart brengen van de impact van de verwerking van één kilo voedselresten op een rwzi. Wij hebben daarnaast steeds gekozen voor systeemuitbreiding, waarbij we kijken naar het gehele verwerkingsproces. Dit speelt bij het milieukundig waarderen van de producten aan het einde van de routes (bijvoorbeeld compost uit compostering). De voedselresten worden samen met andere afvalstromen ingezameld (bij het restafval, het gft-afval of via de riolering). In praktijk is het dus onoverkomelijk dat er verontreiniging plaatsvindt (met bijvoorbeeld stukjes plastic). Er is voor gekozen deze verontreiniging niet mee te nemen in deze LCA omdat de verontreiniging moeilijk te alloceren is naar de voedselresten, omdat de verontreiniging per route zal verschillen en omdat deze de resultaten niet significant zullen beïnvloeden. De impact van verontreinigingen is niet groot, in de massabalans in de gft-route bestaat het gft-afval voor maximaal 5% (acceptatiegrens) uit verontreinigingen.1,2 In praktijk ligt dit percentage lager, zo’n 3% inclusief metalen die nog uit het afval gehaald worden.2. In de restafvalroute is de voedsel-restenstroom per definitie verontreinigd omdat afval gemixt wordt, en worden de verontreinigingen verbrand. De verwachting is dat er weinig verontreinigingen zijn bij het vermalen van voedselresten in de vermaler, omdat mensen geen risico willen lopen de vermaler te beschadigen. De emissie van koolstofdioxide (door bijvoorbeeld verbranding van de voedselresten) is in geen van de routes opgenomen, omdat dit kortcyclische CO2 betreft (zie Box 6); de CO2 is kortgeleden uit de lucht opgenomen bij de teelt van het voedsel. Box 6: Kortcyclisch CO2 CO2 wordt opgenomen door planten tijdens de groei. Bij verwerking van voedselresten komt een deel van de koolstof weer vrij als CO2. Dit is kortcyclisch CO2; de cyclus van opname uit de atmosfeer en afgifte aan de atmosfeer is kort, in tegenstelling tot bijvoorbeeld CO2 wat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen. In deze LCA is de emissie van CO2 niet meegenomen omdat dit kortcyclische CO2 betreft; de CO2 is kortgeleden opgenomen tijdens teelt van het voedsel. Eindverwerking van reststromen is als volgt opgenomen. Met betrekking tot effluentkwaliteit3 is de emissie van stikstof en fosfaat in de waterketen mee-genomen. Dit heeft netto een heel beperkt (milieugunstig) effect (emissie van stikstof neemt iets toe, emissie van fosfaat neemt iets af). Andere emissies zijn niet meegenomen omdat deze niet gekarakteriseerd zijn (BZV) of niet bekend zijn (zware metalen). We gaan ervan uit dat de Nederlandse richtlijnen streng genoeg zijn dat het effect hiervan op de resultaten niet significant is. Hetzelfde geldt voor compost. Nederlandse eisen aan compost-kwaliteit zijn hoog. Voedselrestencompost wordt op dit moment niet apart geproduceerd en zal altijd gemixt zijn met compost uit andere bronnen. Een inschatting van de emissies van zware metalen uit voedselresten naar de bodem vallen grotendeels binnen de richtlijnen (zie ook Massabalansen compost en digestaatproductie), en zullen in praktijk (in de mix) binnen deze richtlijnen vallen. Uit eerdere studies bleek dat het effect van die emissie wél opnemen voor onbetrouwbare resultaten zorgt: de impact van de emissie naar de bodem bleek on- verklaarbaar hoog. Daarom is er twijfel over de kwaliteit van de gerelateerde karakterisatiefactoren.4 De stroom die we bekijken is voedselresten, waarvan het onwaarschijnlijk is dat er hoge concentraties zware metalen in voorkomen. Daarom worden eventuele emissies naar de bodem voor de gft-route niet opgenomen. Dit rapport is niet bedoeld om een vergelijking te geven tussen verwerking van afval in een AEC of via compostering. Compost biedt voordelen die nu niet in de analyse zijn opgenomen omdat LCA hiervoor geen geschikte methode is. Een voorbeeld zijn indirecte effecten van veenwinning. Vermeden gebruik van veen is opgenomen in de analyse, maar veenwinning gaat gepaard met landschapsaantasting, wat niet is meegenomen in de analyse. Ook is het risico op extra klimaatemissies door ontwatering in de veengebieden nu niet meegenomen. Daarnaast biedt compost voordelen voor de bodem die in LCA niet op te nemen zijn. 1 AOO, 2002b. Milieueffectrapport Landelijk Afvalbeheersplan, Achtergronddocument 14: GFT-afval, Utrecht: Afval Overlegoorgaan (AOO). 2 Tauw, 2013. LCA’s in afvalbeleid, actualisatie van uitgangspunten, Deventer: nog niet gepubliceerd. 3 Effluent is gezuiverd afvalwater, dus het water wat door de RWZI geloosd wordt. 4 IVAM, 2008. Milieuanalyse vergisten GFT-afval, Amsterdam: IVAM.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.