We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Een radarniveaumeter verzendt een hoogfrequent signaal en ontvangt dit weer na reflectie op het wateroppervlak. Uit het tijdsverschil tussen verzenden en ontvangen leidt u het waterniveau af. Deze meter is geschikt voor gebruik in sterk vervuild afvalwater, is niet gevoelig voor condens en (enige) schuimvorming, maar verbruikt wel veel energie. Hier vindt u meer informatie over meetprincipe, installatie, toepassing, onderhoud en nauwkeurigheid.
Figuur A Radarniveaumeter in rioolput (Bron: Leidraad Riolering module C2330) a class="js-lightbox" data-effect="mfp-zoom-in" href="/documents/20182/7780281/pag 241_13022023.jpg/6319e362-aba8-4c6e-8d
Figuur A Radarniveaumeter in rioolput (Bron: Leidraad Riolering module C2330) Vergroot afbeelding Meetprincipe Een radarniveaumeter werkt volgens het puls-echoprincipe (zie figuur A). Een zender verstuurt korte hoogfrequente signalen (radar). Het wateroppervlak reflecteert het signaal door verandering van de relatieve diëlektrische constante. Uit het tijdsverschil tussen verzenden en ontvangen leidt u het waterniveau af. Het tijdsverschil is recht evenredig met de afgelegde afstand. De signaalsterkte is afhankelijk van het toepassingsgebied. In het stedelijk waterbeheer gebruikt u een signaalsterkte van 26 - 80 GHz. Toepassing en installatie De sensor van een radarniveaumeter komt niet in contact met het afvalwater (zolang het waterniveau niet tot boven de meter stijgt). Daardoor is de kans op vervuiling kleiner dan bij druksensoren. Een radarmeter is daarom geschikt om waterniveaus in sterk vervuild afvalwater te meten. Blinde band (blokafstand) Een radarmeter heeft een blinde band of blokafstand. Dit is de afstand onder de sensor waarbinnen niet kan worden gemeten. Deze blinde band heeft de sensor nodig om van zenden naar ontvangen om te schakelen en vice versa. De range van de blinde band is afhankelijk van het meetbereik en van het type radarsensor (verschilt per leverancier). Tot een meetbereik van circa 10 m bedraagt de blinde band 5 - 30 cm. Als u de radarmeter gebruikt in een riooloverstortput, moet u daarom controleren of boven de overstortdrempel voldoende vrije hoogte aanwezig is om overstortingen te kunnen registreren. Dit geldt ook als u waterniveaus wilt meten tot aan maaiveld. Als de radarsensor onder water komt te staan, kunt u kiezen voor een gecombineerde meetopstelling met een radarmeter en een druksensor. Er zijn instrumenten op de markt die beide meetprincipes combineren. Gevoeligheid voor dikke schuimlaag en obstakels Een radarmeter is (in tegenstelling tot een ultrasone niveaumeter) niet gevoelig voor omgevingen waarin veel vocht aanwezig is in de vorm van condens. Door het hoogfrequente signaal vormen condens en materialen als papier en kunststof geen belemmering voor het meten. Radar is ook minder gevoelig voor schuimvorming op het wateroppervlak dan een ultrasone niveaumeter. Maar een dikke schuimlaag kan ook bij radar het meetproces negatief beïnvloeden. In een kleine ruimte kunnen aanwezige objecten en obstakels het signaal reflecteren en daarmee het meetproces verstoren. Ook drijfvuil en obstakels waar de radar niet doorheen kan meten, kunnen leiden tot een hoger gemeten waterniveau. Energie en voeding Een radarniveaumeter werkt op een accu of netspanning (elektriciteitsnet). Het energieverbruik is afhankelijk van de meetfrequentie, het meetbereik en de signaalsterkte. Hoe vaker u meet, hoe meer energie de apparatuur verbruikt. Hoe dieper de put of voorziening is, hoe meer energie het kost om het signaal te zenden en terug te ontvangen (langere looptijd door grotere afstand). Hoe hoger de frequentie, hoe hoger het energieverbruik. Houd hiermee rekening als u een accu gebruikt, deze moet u immers periodiek vervangen. Onderhoud Op basis van uw ervaringen met het functioneren van de meetvoorziening bepaalt u een passende onderhoudsfrequentie. Hierbij houdt u rekening met andere meetlocaties binnen uw beheergebied. Directe omgeving controleren op obstakels, objecten en drijfvuil Reflecties van obstakels en objecten in de directe omgeving van de radarmeter leiden tot foutieve waarnemingen. Als u de meter in een rioolleiding of -put gebruikt, moet u periodiek controleren op bijvoorbeeld afzettingen, wortelingroei en drijfvuil. Afwijkingen in meetwaarden controleren Tijdens het periodiek onderhoud moet u ook controleren op afwijkingen in de gemeten waterniveaus. Hiervoor meet u het waterniveau handmatig en vergelijkt u het resultaat met de gemeten waarde van de meter. Bij afwijkingen corrigeert u de instelling van het nulpunt (referentieniveau). Levensduur accu Als u bij droog weer elke vijf minuten en tijdens neerslag elke minuut een meetwaarde opslaat, gaat een accu een tot twee jaar mee. Meetnauwkeurigheid De meetonzekerheid van een radarniveaumeter bedraagt 3 - 10 mm. In tegenstelling tot een drukopnemer heeft een radarmeter geen last van nulpuntsdrift. Inmeten referentieniveau Het is belangrijk dat u de hoogte van het nulpunt van de sensor nauwkeurig inmeet. Dit referentieniveau gebruikt u om de waterhoogte in mNAP af te leiden. In de praktijk is een meetonzekerheid van 0,5 - 1 cm haalbaar.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.