Kolkaansluiting ontwerpen

Bochten Als er (niet-doorlatende) kolken worden toegepast in een hemelwaterinzamelsysteem, zijn hiervoor ook aansluitleidingen nodig om het ingezamelde water naar verdere voorzieningen te kunnen transporteren. Kolkaansluitingen zijn er in verschillende maten, maar doorgaans worden kolkaansluitingen met een diameter van 125 mm toegepast. Wanneer een ontwerper een kolkaansluiting ontwerpt, moet hij aandacht besteden aan de plaatsing van bochten. Voor de stroming zijn meerdere bochten van 45 graden bijvoorbeeld beter dan haakse bochten. 90 graden bochten zijn bovendien niet te ontstoppen. Materiaal, route en hoogteligging Kolkaansluitleidingen zijn bij voorkeur flexibel; zo kunnen ze zettingsverschillen opvangen. De plaats van de kolk ten opzichte van de vuil- of hemelwaterleiding bepaalt de route van de kolkaansluitleiding. Aansluiting aan de straatkant van de kolk is vaak lastig in verband met de benodigde dekking, ook gezien de verkeersbelasting. Aansluiting via de achterkant vraagt aandacht voor de bochten die nodig zijn om de kolkaansluiting op het riool te krijgen. De dekking op de aansluitleiding bepaalt de diepte waarop de kolk en de kolkaansluiting met elkaar worden verbonden. De dekking op deze leidingen moet minimaal 0,7 m zijn. Figuur A Principe kolkaansluiting Vergroot afbeelding