Het schetsontwerp vaststellen

Rol van de opdrachtgever Wanneer de ontwerper het schetsontwerp heeft gemaakt en dit helder heeft beschreven in een rapport, bekijkt de opdrachtgever of het ontwerp aan zijn eisen voldoet. Als hij dat wil, kan hij een specifieke kostenraming (laten) opstellen. Soms adviseert de ontwerper zo’n kostenraming als er onzekerheid bestaat over de (aanleg)kosten. De opdrachtgever bepaalt in hoeverre hij de eventuele afwijkingen van de eisen in het programma van eisen acceptabel vindt en de voorwaarden die worden gesteld aan derden kan en wil opvolgen. Ook vraagt hij de waterbeheerders bij de gemeente en het waterschap om advies; dit verkleint de kans dat het ontwerp later nog moet worden bijgesteld, en dus de kans op oponthoud in het verdere ontwerpproces. Als de adviezen geen belemmeringen opleveren en de opdrachtgever het ontwerp geschikt vindt, stelt hij het ontwerp vast. Uw rol als beheerder Als stedelijk waterbeheerder bent u in deze fase vaak als adviseur betrokken bij het proces. U kunt worden uitgenodigd bij een bespreking of worden gevraagd om een schriftelijk advies uit te brengen. U kunt de antwoorden op de volgende vragen gebruiken als basis voor uw advies: Zijn de teksten, tekeningen en berekeningen van het rapport volledig en eenduidig? Kan uw organisatie de voorzieningen in het openbaar gebied na aanleg zonder bezwaar in beheer nemen? Voorziet u in de aanlegfase problemen in de omgeving? Voorziet u in de gebruiksfase problemen in de omgeving? Voorziet u problemen als uw organisatie onderdelen van het ontwerp op termijn moet vervangen?  Kan het aangelegde op termijn probleemloos worden verwijderd? Het rapport moet u er dus van overtuigen dat het schetsontwerp zal werken en goed te beheren is. Bij twijfel daarover kunt u de ontwerper bevragen. Spreek in dat geval met de opdrachtgever en de ontwerper af hoe de ontwerper mondelinge aanvullingen in het rapport verwerkt.  Voorbeelden van problemen in de aanleg- of gebruiksfase Bij het beoordelen van het ontwerp kunt u bijvoorbeeld letten op de volgende aspecten: Het vrijgraven van een ondergrondse voorziening kan hinder voor het verkeer opleveren. Als voorzieningen vlak bij bebouwing liggen, zijn bij graafwerkzaamheden maatregelen nodig om de stabiliteit van de gebouwen te garanderen. Bij graafwerkzaamheden in combinatie met een hoge grondwaterstand is vaak bemaling nodig. De combinatie met nabijgelegen andere riool- en nutsleidingen kan het werk bij aanleg of vervanging extra complex maken. Leidingen op moeilijk te bereiken plekken, zoals achterpaden, zijn lastig bereikbaar voor onderhoud en vervanging. Sommige (combinaties van) materialen zijn na de gebruiksfase lastig te verwijderen of niet herbruikbaar. Zaken zoals deze kunnen invloed hebben op de uitvoeringssnelheid van maatregelen, de kosten van aanleg, onderhoud en verwijdering van voorzieningen en de mate van hinder voor bewoners en verkeer. Positief advies, eventueel met voorwaarden Als uw conclusie is dat u de werking begrijpt, dat het geheel geschikt, duidelijk en eenduidig is en dat het ontwerp (afdoende) aan de gestelde eisen voldoet, adviseert u de opdrachtgever positief. Als dat niet het geval is, geeft u bij de opdrachtgever aan wat u aangepast wilt hebben aan het ontwerp en/of het rapport. Ook kunt u een positief advies geven met een of meer voorwaarden, bijvoorbeeld dat de opdrachtgever de gemeente eenmalig een bedrag betaalt om het beheer gedurende de gehele gebruiksfase af te kopen. Meerdere adviesronden en vaststellen Vaak zijn er meerdere versies van het rapport nodig om het schetsontwerp uiteindelijk te kunnen vaststellen. Dan wordt u als beheerder ook meerdere keren om advies gevraagd. Wanneer u zelf de opdrachtgever bent, moet ú het ontwerp vaststellen. U vraagt dan anderen om advies, laat de ontwerper de aanpassingen op basis van deze adviezen in het (concept-)rapport verwerken, en legt vervolgens vast dat u het schetsontwerp hebt vastgesteld. Er wordt éénmaal een schetsontwerp vastgesteld, dat daarmee een definitief schetsontwerp is. Ruimtelijk plan Als het ontwerp onderdeel is van een ruimtelijk plan, wordt het schetsontwerp ook in het ruimtelijk plan vastgesteld. De volgende ontwerpfase, het functioneel ontwerp, volgt dan nadat het ruimtelijkplanproces is afgerond.