We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Delen
Exclusief voor leden
Onderdelen in het rapport van het schetsontwerp
Het ontwerprapport bevat een aantal vaste onderdelen. Deze pagina geeft per onderdeel aan wat de ontwerper er beschrijft.
1. Wat is de ontwerpopgave? Allereerst geeft de ontwerper in het rapport aan op welke ontwerpvraag het schetsontwerp een antwoord is. De ontwerper kan hiervoor de beschrijving uit de inventarisatie (onderdeel 2) overnemen, of deze samenvatten en daarbij verwijzen naar de inventarisatie in de bijlage. De ontwerpopgave is de belangrijkste randvoorwaarde waarbinnen dit ontwerp geldig is. 2. Inventarisatie De inventaris
1. Wat is de ontwerpopgave? Allereerst geeft de ontwerper in het rapport aan op welke ontwerpvraag het schetsontwerp een antwoord is. De ontwerper kan hiervoor de beschrijving uit de inventarisatie (onderdeel 2) overnemen, of deze samenvatten en daarbij verwijzen naar de inventarisatie in de bijlage. De ontwerpopgave is de belangrijkste randvoorwaarde waarbinnen dit ontwerp geldig is. 2. Inventarisatie De inventarisatie van alle benodigde gegevens kan de ontwerper opnemen in de hoofdtekst of als bijlage aan het rapport toevoegen. 3. Eisen De eisen die de opdrachtgever en de waterbeheerders vooraf aan het ontwerp hebben gesteld, neemt de ontwerper integraal over uit het programma van eisen, of hij voegt dit programma van eisen als bijlage toe aan het rapport en verwijst daarnaar. 4. Wat is er ontworpen? In het rapport beschrijft de ontwerper wat hij heeft ontworpen. Alle voorzieningen zijn zichtbaar op bijbehorende tekeningen. De teksten en de tekeningen geven in elk geval inzicht in: de hoofdlijnen van het systeem (structuur, locatie leidingen, de af te leggen route en bestemming van waterstromen); kenmerkende afmetingen van voorzieningen en hoogteliggingen; als het maaiveld onderdeel van het watersysteem vormt: de hoogteligging of het verloop in hoogteligging van het maaiveld, inclusief de aansluiting op de maaiveldhoogte rond het plangebied; de mate waarin de waterbeheerfuncties van de voorzieningen samengaan met andere functies: alleen bestemd voor de functie in het waterbeheer; medegebruik naast waterbeheer mogelijk; waterbeheerfunctie voorzien naast een andere de primaire functie; puur gereserveerd voor andere functies dan waterbeheer; de bestaande situatie voor zover die gehandhaafd blijft, waaronder bijvoorbeeld bebouwing, watergangen, bomen en wegen; aansluitpunten op bestaande infrastructuur, zoals riolering, watergangen en drainage. Kan het bestaande systeem de (extra) aanvoer aan? aantal overstorten en uitlaten, en de locaties daarvan; aantal gemalen met indicatieve (pomp)capaciteiten en de locaties daarvan en hun minimale ruimtebeslag, inclusief aan te houden afstanden tot andere bestemmingen en de benodigde ruimte voor onderhoud en bereikbaarheid; indien drainage is ontworpen: een beschrijving van het type drainage, het drainageniveau en het drainage-instelniveau en een structuurontwerp op hoofdlijnen met de ligging van de drainage en de lozingspunten. 5. Hoe werkt het? Vervolgens laat de ontwerper de lezer van de rapportage weten hoe het water in het ontworpen stedelijk watersysteem stroomt. Hij geeft in tekst en/of beeld aan welk water waarnaartoe gaat in de verschillende situaties die in het programma van eisen zijn beschreven: bij aanhoudende droogte; onder droge omstandigheden; bij beperkte neerslag; bij hevige neerslag; bij extreme neerslag. Voor zover er rekening mee is gehouden, beschrijft dit onderdeel hoe de risico’s bij calamiteiten (onvoorziene uitzonderingen) beperkt blijven. 6. Evaluatie op functioneren, falen en middelen De ontwerper geeft aan hoe het ontwerp is getoetst aan de eisen uit het programma van eisen. De ontwerper maakt daarmee aannemelijk dat het ontwerp aan de gestelde eisen voldoet. Mochten er eisen zijn waar het ontwerp niet aan voldoet, dan rapporteert hij de eisen waaraan niet wordt voldaan, beschrijft hij in hoeverre het ontwerp afwijkt van de eisen en geeft hij aan waarom de afwijking volgens hem acceptabel is. 7. Voorwaarden aan derden Ten slotte vermeldt de ontwerper expliciet de voorwaarden die de opdrachtgever moet stellen om het ontwerp te laten functioneren zoals bedoeld, binnen de gestelde eisen. Bijvoorbeeld beperkingen aan het gebruik van de openbare ruimte en voorwaarden aan de vormgeving van de weg, de inrichting van het groen en de afwatering van gebouwen. Of er sprake moet zijn van voorwaarden van derden bepaalt de ontwerper, door vragen zoals de volgende te beantwoorden: Is voor de volgende ontwerpfase nader onderzoek nodig naar de lokale situatie, bijvoorbeeld wat betreft bodemopbouw, bestaande riolering en bebouwing? Is er een voorstel tot bijstelling van de eisen waar het ontwerp niet voldoet aan het programma van eisen? Zijn er voorwaarden voor de plek of hoogte waar particulieren het hemelwater aanbieden? Zijn maatregelen nodig om zettingen te beperken of te voorkomen? Zijn er restricties in het gebruik van de wijk, bijvoorbeeld specifieke autowasplaatsen, of bouwzand niet op waterpasserende bestrating opslaan? Zijn er eisen wat betreft de lozingsomvang vanaf particuliere terreinen? Zijn er voorzieningen voorgeschreven op particuliere terreinen? Het is aan de opdrachtgever hoe hij de voorwaarden overdraagt en aan wie. Als er een ruimtelijk plan is, integreert hij de belangrijkste voorwaarden in de voorwaarden van dat ruimtelijk plan. De meeste andere zaken kan hij in de contracten met de opdrachtnemers die hij voor en tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden inzet vastleggen. Dingen die de uiteindelijke gebruikers moeten doen of laten, kan hij bijvoorbeeld mededelen in informatiebrieven of tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Dingen die in stand moeten blijven of gedrag dat blijvend aangepast moet worden, kan hij in contracten voor gebruik of eigendom, met kettingbeding, vastleggen. Het is ook aan de opdrachtgever hoe hij controleert of aan de voorwaarden is of wordt voldaan, bijvoorbeeld tijdens de uitvoering van de werkzaamheden, bij een opleverinspectie of tegelijk met andere controles. Soms geeft de ontwerper aan hoe de opdrachtgever het beste kan vastleggen of aan de voorwaarden wordt voldaan.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.