Hemelwaterstelsel ondergronds niet-doorlatend

Voorbeelden van ondergrondse gesloten voorzieningen in deze stelsels zijn traditionele hemelwaterriolen, bergingskelders en -riolen. Een hemelwaterriool is een voorziening die afvloeiend hemelwater   inzamelt, bergt en afvoert. Er zijn verschillende typen hemelwaterriolen waarvan de gesloten leiding die onder vrijverval hemelwater zonder overstort afvoert naar oppervlaktewater de bekendste is. Figuur A Een hemelwaterriool dat afvoert naar oppervlaktewater (boven waterpeil) Vergroot afbeelding Figuur B Een hemelwaterriool dat afvoert naar oppervlaktewater (onder waterpeil) Vergroot afbeelding Gescheiden riolering Het hemelwaterstelsel van een gescheiden rioolstelsel voert het hemelwater dat van daken en straten af komt niet naar de rioolwaterzuivering. Het water wordt direct geloosd in oppervlaktewater. Hoe meer uitlaten zo’n stelsel heeft, hoe korter en kleiner de hemelwaterriolen zijn. Aan de andere kant is voor het ontvangen van water uit veel uitlaten wel een uitgebreider oppervlaktewaterstelsel nodig. Bij een grote drooglegging   is het hemelwaterstelsel leeg tot het gaat regenen (figuur A). Bij weinig drooglegging is het stelsel ook bij droog weer geheel of gedeeltelijk gevuld (figuur B). Verbeterd gescheiden riolering Een gesloten hemelwaterriool kan ook uitgevoerd zijn als het hemelwaterriool van een verbeterd gescheiden stelsel   (vgs). Bij een vgs leegt een pomp het stelsel en voert deze het hemelwater af naar de rwzi  . Bij extreme neerslag stort het hemelwater over in het oppervlaktewater. Er is ook het zogenaamde vgs 2.0, waarin een betere balans wordt gezocht voor de verdeling van het afgevoerde hemelwater tussen oppervlaktewater en de rwzi. Ook de uitlaten in een hemelwaterstelsel moeten worden afgestemd op de capaciteit van het ontvangende oppervlaktewater. Hoe gunstiger de verdeling van uitlaten, hoe kleiner de gemiddelde diameter van de aangesloten stelsels kan zijn. Want met een groot aantal uitlaten en een gelijkmatige verdeling is de afstand van elk punt in de wijk tot een overstort het kortst. Uiteraard kunnen waterkwaliteitsdoelstellingen tot een andere afweging leiden.