Competenties voor uitvoering gemeentelijke watertaken

Ontwikkeling van competenties Mensen beschikken doorgaans van nature over bepaalde gedragscompetenties. Competenties zijn echter geen ‘vaste’ eigenschappen: door training en ervaring kun je competenties verder ontwikkelen. Competenties onderverdeeld in vier groepen Op basis van de functie-indeling volgens de HR21-methode heeft de Branchestandaard gemeentelijke watertaken een onderscheid in vier groepen van competenties gemaakt: Persoonlijke competenties. Deze hebben te maken met hoe iemand is. Hiertoe behoren bijvoorbeeld ondernemingszin, stressbestendigheid, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Conceptuele competenties. Deze gaan over hoe iemand denkt. Een analytisch denkvermogen en creativiteit zijn conceptuele competenties. Ook het vermogen om tot een gewogen oordeel te komen en een visie te ontwikkelen behoren hiertoe. Relationele competenties. Deze hebben betrekking op hoe iemand omgaat met anderen, en met anderen samenwerkt. Eigenschappen die hierbij spelen, zijn bijvoorbeeld omgevingsbewustzijn, klantgerichtheid, en de manier waarop iemand omgaat met conflicten. Operationele competenties. Deze hebben te maken met hoe iemand werkt. Kwaliteitsgerichtheid, nauwkeurigheid en kunnen plannen en organiseren vallen hieronder. In figuur A ziet u een overzicht van de verschillende competenties verdeeld over de vier groepen. Figuur A Relevante competenties voor de uitvoering van de gemeentelijke watertakenVergroot afbeelding In de branchestandaard zijn deze gedragscompetenties gekoppeld aan bepaalde rollen en activiteiten. Al deze competenties zijn goede eigenschappen en zijn in meer of mindere mate belangrijk voor de uitvoering van de activiteiten die horen bij de verschillende rollen in de uitvoering van de gemeentelijke watertaken. Het model van de branchestandaard geeft aan welke competentie op welk niveau per rol gewenst is. Op de onderliggende pagina’s vindt u een nadere omschrijving van de verschillende gedragscompetenties.