Alarmering

Alarmering vanaf de onderstations of via de hoofdpost Bij alarmering vanaf de onderstations wordt het onderstation zo geprogrammeerd dat u bij een kritieke meetwaarde of storing direct een alarm ontvangt. Registreer de alarmen ook op de hoofdpost, zodat u deze later in een overzicht kunt terugzien. Bij alarmering via de hoofdpost versturen de onderstations alleen meetgegevens, de hoofdpost genereert alarmen en stuurt deze door. Zo kunt u gegevens van meerdere onderstations combineren om een alarm te genereren. Bij een open communicatieverbinding tussen onderstations en hoofdpost worden de alarmeringen vanuit de hoofdpost zonder vertraging verstuurd, bij een periodieke communicatie treedt vertraging op. Of deze vertraging aanvaardbaar is, hangt af van waarvoor u de alarmering gebruikt (zie de voorbeelden hieronder). Voorbeelden van alarmeringen Als het rioolstelsel hydraulisch minder goed gaat functioneren, is dat een indicatie voor toenemende weerstand door bijvoorbeeld sedimentatie. Het hydraulisch verval is af te leiden uit twee of meer niveaumetingen. Wordt het verval onaanvaardbaar hoog, dan kan een alarm u aansporen om bijvoorbeeld sediment te verwijderen. Een dergelijk alarm is niet realtime nodig, omdat de weerstand geleidelijk toeneemt en de actie meestal wel enkele dagen kan wachten. In dit voorbeeld kan de hoofdpost u een bericht sturen. Als een overstorting dreigt, is dat af te leiden uit een kritiek waterniveau in het stelsel. Bij een dergelijke dreiging hebt u als beheerder baat bij alarmering. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld snel reageren op dwa-overstortingen als gevolg van een pompstoring. Een dergelijk alarm kan niet wachten op periodieke communicatie, omdat de overstortgebeurtenis dan al is begonnen of zelfs al achter de rug is. Het onderstation moet het alarm dus direct versturen. Het alarmsysteem moet ook het einde van de overstortgebeurtenis melden om te voorkomen dat u ten onrechte aanneemt dat de gebeurtenis al achter de rug is. Bij gebeurtenissen langer dan 24 uur kunt u een herhalingsalarm laten versturen. Bij droog weer kan een (langdurig) hoge waterstand in het rioolstelsel erop duiden dat een pomp niet goed functioneert. Om dit vast te stellen, zijn twee typen metingen nodig: neerslag- en waterstandmetingen. De hoofdpost combineert de gegevens en verstuurt vervolgens het alarm. Bij realtimecommunicatie tussen hoofdstation en onderstations ontvangt u het alarm direct. Als het systeem periodiek inbelt, treedt vertraging op. Om deze vertraging zo klein mogelijk te houden, is frequent (dagelijks) inbellen noodzakelijk. Ook meldingen van storingen aan meetopstellingen of regelinstallaties kunt u via een sms-bericht laten versturen.