We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De mogelijkheden om het functioneren van een afvalwatersysteem met RTC te optimaliseren, zijn afhankelijk van: variaties in systeemkenmerken, tijd (temporele spreiding) en ruimte (ruimtelijk spreiding) en van de beschikbaarheid van specifieke RTC-voorzieningen en de regelmacht van het systeem. Op deze pagina vindt u een toelichting met concrete voorbeelden en optimalisatiemogelijkheden.
Met RTC kunt u het functioneren (of het beheer) van een afvalwatersysteem optimaliseren. Dit veronderstelt dat het huidige functioneren niet optimaal is doordat het systeem is veranderd of de eisen voor het functioneren zijn veranderd. Bijvoorbeeld omdat de berging niet optimaal wordt benut, schoon water wordt afgevoerd naar de zuivering of omdat overstortingen kwetsbaar en niet-kwetsbaar opperv
Met RTC kunt u het functioneren (of het beheer) van een afvalwatersysteem optimaliseren. Dit veronderstelt dat het huidige functioneren niet optimaal is doordat het systeem is veranderd of de eisen voor het functioneren zijn veranderd. Bijvoorbeeld omdat de berging niet optimaal wordt benut, schoon water wordt afgevoerd naar de zuivering of omdat overstortingen kwetsbaar en niet-kwetsbaar oppervlaktewater even zwaar belasten. De optimalisatiemogelijkheden zijn afhankelijk van: Variaties in systeemkenmerken Variaties in tijd (Temporele spreiding) Variaties in ruimte (Ruimtelijk spreiding) Beschikbaarheid van specifieke "RTC"-voorzieningen Regelmacht van het systeem Variaties in systeemkenmerken U kunt het systeemfunctioneren met RTC optimaliseren als de kenmerken van de deelsystemen voldoende verschillen. Voorbeelden hiervan zijn: Hoogteverschil: beweegbare schuiven gebruiken om de berging in het hogergelegen gebied beter te benutten. Verschil in berging tussen deelsystemen: u kunt gemalen tijdelijk uitschakelen of aftoeren om lagergelegen gebieden te ontlasten. Verschil in oppervlaktewaterkwaliteit: u kunt het systeem sturen zodat water eerst overstort in oppervlaktewater met de minste waterkwaliteit. Verschil in kwetsbaarheid van oppervlaktewater: u kunt het systeem sturen zodat water eerst overstort in niet-kwetsbaar oppervlaktewater. Verschil in afvalwaterkwaliteit: u kunt gemalen van stelsels met relatief schoon afvalwater tijdelijk uitschakelen. Variaties in tijd (temporele spreiding) U kunt het systeemfunctioneren met RTC ook optimaliseren als sprake is van variaties in de tijd op één locatie. Voorbeelden hiervan: Variaties in de afvalwaterkwaliteit: als de afvalwaterkwaliteit relatief goed is, kunt u bij vgs 2.0 gemalen tijdens een bui uitschakelen om de zuivering te ontlasten. Variaties in natte en droge perioden: wanneer (veel) neerslag wordt verwacht, kunt u voormalen om het oppervlaktewaterpeil te verlagen. U kunt ook buffervoorzieningen voor hemelwater (polderdaken, regentonnen, retenties) legen, zodat de buffercapaciteit weer beschikbaar is. De genoemde variaties in tijd zijn variaties binnen het afvalwatersysteem. Maar ook externe condities variëren in de tijd. Zo kan de energieprijs over de dag fluctueren. Bij gemalen waarbij u als beheerder enige vrijheid hebt wanneer u ze inzet, zoals poldergemalen of rioolgemalen tijdens droogweerafvoer, kan het interessant zijn om in te spelen op deze fluctuaties. Variaties in ruimte (ruimtelijk spreiding) U kunt het systeemfunctioneren met RTC ook optimaliseren als sprake is van variaties in ruimte. Waar het bij variaties in systeemkenmerken gaat om de fysieke kenmerken van de systemen, zijn variaties in ruimte afhankelijk van optredende gebeurtenissen. Voorbeelden hiervan zijn: Een bui die over een deel van de bemalingsgebieden trekt die met elkaar verbonden zijn. U kunt de afvoercapaciteit van de verschillende gebieden aanpassen, zodat gebieden met veel neerslag extra kunnen lozen en andere minder. Bij verschillen in oppervlaktewaterkwaliteit door overstortingen kunt u doorspoelgemalen inschakelen om vuilproppen te verdunnen. Bij een gemaalstoring kunt u waterstromen omleiden. Beschikbaarheid van specifieke RTC-voorzieningen Als u specifieke bergingsvoorzieningen (zoals buffertanks of overloopgebieden) hebt, kunt u deze inzetten als de situatie daarom vraagt (zie Eindhoven, waterkwaliteit). Regelmacht van het systeem RTC is alleen zinvol als het afvalwatersysteem ook voldoende regelkracht heeft. Verschillen in bijvoorbeeld bergings- en afvoercapaciteit moeten groot genoeg zijn om daadwerkelijk verschil te kunnen maken (zie Eindhoven, kwantiteit). Dit kan ook afhankelijk zijn van de omstandigheden. Een verschil van 0,1 mm/h in pompcapaciteit heeft tijdens een zware bui vrijwel geen effect op het functioneren van een rioolstelsel, maar kan een groot verschil maken voor de zuivering. Na de bui kan dit verschil in pompcapaciteit wel weer een groot verschil maken in de ledigingstijd van uw stelsel. Verschillen in bergings- en afvoercapaciteit zorgen voor een onbalans in het systeem. In plaats van dit te corrigeren met RTC, kunt u er ook voor kiezen om bij renovatie en vervangingen de systeemkenmerken aan te passen zodat de onbalans in het systeem na verloop van tijd vermindert.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.