We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor het registreren, beheren, visualiseren en uitwisselen van gegevens en informatie bestaan er standaarden en conventies. In het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW) zijn de relevante standaarden opgenomen. Wanneer u met uw gegevensbeheer aansluit bij het GWSW, sluit u voor uw gegevensbeheer automatisch aan bij deze standaarden.
Voor verschillende domeinen bestaan er informatiemodellen. Een informatiemodel is een set van begrippen en definities die span dir="ltr" role="presentati
Voor verschillende domeinen bestaan er informatiemodellen. Een informatiemodel is een set van begrippen en definities die gelden binnen één domein. Een informatiemodel kan gebruikt worden voor gegevensharmonisatie op de koppelvlakken van organisaties, en niet voor de organisatiespecifieke belangen. NEN 3610 is het basismodel geo-informatie en vormt daarmee de gemeenschappelijke basis van de informatiemodellen. Voor presentaties en visualisaties in het GWSW is het belangrijk om aan te sluiten bij richtlijnen voor CAD-tekenwerk. Het GWSW is daarom ook afgestemd op de Nederlandse CAD-Standaard voor de GWW-sector (NLCS). Alle standaarden die hier beschreven zijn, zijn wettelijke verplichtingen. GWSW en standaarden In het GWSW is voor het uitwisselen van geografische (basistopografie van) afvalwatersystemen het Informatiemodel Stedelijk Water (IMSW) van toepassing. Dit informatiemodel is gebaseerd op het basismodel geo-informatie NEN 3610. GWSW-objecten en systemen zijn hiermee in GIS zichtbaar te maken conform NEN 3610. IMSW zit integraal in het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL2015). Dit informatiemodel is opgesteld voor het uitwisselen van gegevens voor werkzaamheden aan kabels en leidingen en daaraan gerelateerd grondverzet. Ook het IMKL2015 is gebaseerd op NEN 3610. Het informatiemodel is ook gekoppeld aan de uitvoering van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) en het daaraan gerelateerde Kabel en Leiding Informatie Centrum (KLIC). Het IMSW is ook afgestemd op de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BGT is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De BGT bevat open data. U kunt deze data onder andere downloaden op de website Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK). Voor presentaties en visualisaties is binnen het GWSW de module GWSW-Geo beschikbaar. Deze module is voor CAD afgestemd op de Nederlandse CAD-Standaard voor de GWW-sector (NLCS). De protocollen en conversies van GWSW-Geo zijn ingericht volgens de internationale standaarden van het Open Geospatial Consortium (OGC) en het World Wide Web Consortium (W3C). Deze standaarden maken het mogelijk om GWSW-Geo te gebruiken vanuit een GIS-applicatie (bijvoorbeeld ArcGIS of open source QGIS). Verder zijn er regels voor informatiemodellering van de gebouwde omgeving, zoals opgenomen in NEN 2660-2, in het GWSW geïmplementeerd. Voor de gehele bandbreedte van het beheer van de openbare ruimte is ook het Informatiemodel Beheer Openbare Ruimte (IMBOR) relevant voor het GWSW. Het IMBOR uniformeert begrippen voor het beheer van de openbare ruimte (voor beheersoftware, digitale gegevensbestanden, beleids- en beheerplannen en bestekken). Het IMBOR sluit aan op de BGT en het Informatiemodel Geografie (IMGeo). Het IMgeo is ook opgenomen in het GWSW en het onderdeel IMBOR-riolering is gebaseerd op het GWSW. Met IMBOR registreert u hoofdzakelijk de ligging en een aantal kenmerken van objecten die in de ruimte zijn waar te nemen. Bijvoorbeeld de locatie van een rioolput, maar niet de kwaliteit van de put of de datum waarop de put is geplaatst. Van een rioolleiding legt u bijvoorbeeld de ligging vast, maar niet wanneer de leiding voor het laatst is gereinigd. Het IMBOR is dus objectgericht, waarbij u kenmerken vastlegt die in de ruimte zichtbaar zijn. U kunt het IMBOR daarmee nog niet voor alle activiteiten gebruiken, bijvoorbeeld nog niet voor allerlei maatregelplanningen. Ook heeft het IMBOR geen standaard uitwisselformaten om gegevens met andere partijen uit te wisselen. Het GWSW beschrijft veel meer van een object, en beschrijft ook de processen binnen het stedelijk waterbeheer. IMBOR-riolering is daarmee deel van het totale GWSW (een filter op het GWSW). Als u dus in uw beheersysteem voor stedelijk water uw areaal conform het GWSW registreert, dan voldoet u daarmee aan IMBOR-riolering. U deelt dan uw stedelijkwater-data met andere vakdisciplines en kunt op die manier integraal werken en de gegevens afstemmen met ander disciplines. In de komende jaren gaan CROW en Stichting RIONED samen werken aan een samenhangend geheel van standaarden. Achtergrondinformatie over IMBOR vindt u bij CROW. Informatie over het afstemmen van het volledige GWSW met overige relevante standaarden vindt u op de pagina Relatie met andere standaarden. Basismodel Geo-informatie NEN 3610 In het Basismodel Geo-informatie NEN 3610 staan termen, definities, relaties en algemene regels voor de uitwisseling van informatie over aan het aardoppervlak gerelateerde ruimtelijke objecten. Dit maakt het uitwisselen van geo-informatie tussen partijen en informatiesystemen makkelijker en helpt om geo-informatie eenduidig en betekenisvol te hergebruiken. NEN 3610 is de basis van de Nederlandse geo-informatiemodellen en sluit aan bij internationale standaarden. Door gebruik te maken van een informatiemodel draagt u bij aan gegevensharmonisatie op de koppelvlakken van organisaties. NEN 3610 vormt de gemeenschappelijke basis van verschillende onderliggende sectorale informatiemodellen (figuur A). In plaats van een enkel model voor te schrijven dat door sectorale modellen kan worden uitgebreid, is NEN 3610 in hoofdzaak een reeks 'regels' en 'componenten' waarmee iedere sector zijn eigen model kan opbouwen. Met dit basismodel is het mogelijk om in alle sectoren tot op detailniveau te modelleren. Figuur A NEN 3610-piramide. Het basismodel met de onderliggende informatiemodellen, ingebed in internationale standaarden (Bron: Geonovum) Vergroot afbeelding Toepassing NEN 3610 NEN 3610 staat op de pas-toe-of-leg-uit-lijst van Geo-standaarden van het Forum Standaardisatie: https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/geo-standaarden. Toepassing van NEN 3610 heeft daarmee een wettelijke basis. Sectorale modellen hoeven niet de hele NEN 3610 in het model en de documentatie op te nemen, maar kunnen zelf een beargumenteerde subset van NEN 3610 toepassen. Een actuele versie van het model vindt u op de pagina Basismodel geo-informatie NEN 3610. Tekenstandaard NLCS NLCS is een tekenstandaard voor het opstellen van 2D-tekeningen die worden gemaakt in de grond-, weg- en waterbouwsector, met als doel meer eenheid te verkrijgen in het CAD-tekenwerk en de tekeningen uitwisselbaar te maken. De NLCS-tekenstandaard gaat uit van objectgericht werken. U kunt gebruikmaken van een standaard objectenbibliotheek waarmee u alle informatie in een tekening kunt koppelen aan objecten. De objecten staan in lagen in een tekening geordend. Ook kunt u uw eigen bibliotheek gebruiken, als de objecten maar voldoen aan de door NLCS voorgeschreven structuur. NLCS bevat afspraken voor: metadata: de gegevens die moeten worden opgenomen in het titelblok van een tekening; basis digitaal tekenen: afspraken over de wijze waarop digitaal wordt gemodelleerd, zoals te hanteren eenheden, assenstelsels, peilen en tekenbladschalen; uiterlijk van de tekening: afspraken over toegestane afmetingen van het tekenblad, kaders, tekststijlen, stijlen voor maatvoering en lettertypen; en ordening/codering en representatie van objecten: afspraken over de ordening van objecten in lagen. Toepassing NLCS De NLCS is een open BIM-standaard. Het beheer van de NLCS ligt bij stichting BIM Loket, het kennisplatform en centraal aanspreekpunt voor open BIM-standaarden in Nederland. De NLCS is opgenomen als verplichte standaard bij Forum Standaardisatie. WIBON Als u graafwerkzaamheden laat uitvoeren, bent u verplicht om voor aanvang van de werkzaamheden informatie op te vragen over de ligging van kabels en leidingen. Dit doet u door een KLIC-melding bij het Kadaster. Dit moet u doen om gevaarlijke situaties en economische schade door beschadiging van ondergrondse kabels en leidingen te voorkomen . Het Kadaster beheert de landelijke KLIC-voorziening waarin de ligging van kabels en leidingen is geregistreerd. Het Kadaster doet dit in het kader van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON). Een netbeheerder moet zich volgens de WIBON registreren bij het Kadaster. Netbeheerders leveren hun netgegevens aan de WIBON-voorziening. Netbeheerders slaan deze netgegevens op in de Centrale Voorziening. De WIBON schrijft de wijze van informatie-uitwisseling tussen netbeheerders en grondroerders voor. Het gaat hier over: het aanleveren van net-informatie volgens het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL); de berichtenuitwisseling via het Berichtenmodel Kabels en Leidingen (BMKL). Netbeheerders blijven zelf verantwoordelijk voor de inhoud van hun netgegevens. Als er wijzigingen optreden in deze gegevens, dan dient een netbeheerder deze ook in de Centrale Voorziening op te slaan. Toepassing WIBON In het informatiemodel IMKL2015 zijn alle relevante rioleringsaspecten overgenomen uit het GWSW. Het informatiemodel is ook gekoppeld aan de uitvoering van de WIBON en het daaraan gerelateerde Kabel en Leiding Informatie Centrum (KLIC). Als u in uw beheersysteem uw gegevens conform het GWSW hebt geregistreerd, dan hebt u in ieder geval alle informatie geregistreerd die in het kader van de WIBON nodig is. De GWSW-server levert al gegevens aan PDOK. In principe is het mogelijk om ook vanaf de GWSW-server gegevens te leveren aan het Kadaster ten behoeve van de WIBON en het KLIC. In de praktijk wordt hier op dit moment nog geen gebruik van gemaakt. Gegevens waterschappen Voor het registreren van hun data maken waterschappen gebruik van de DAMO (Data Afspraken Modelmatig Ondersteund)-datamodellen, het DAMO-Watersysteem, de DAMO-Keringen en de DAMO-Afvalwaterketen. Deze DAMO-datamodellen zijn door de waterschappen en Het Waterschapshuis ontwikkeld. Het datamodel DAMO-Afvalwaterketen is gebaseerd op het GWSW. In DAMO zijn de kerngegevens voor de primaire processen en de wettelijke verplichtingen van de waterschappen gestandaardiseerd. Binnen het programma Datastromen heeft Het Waterschapshuis het Gegevensknooppunt Waterschappen ingericht. Via dit Gegevensknooppunt kunnen waterschappen hun data leveren aan de GWSW-server. Voor de gegevens die nodig zijn om een oppervlaktewatermodel te maken, maken waterschappen steeds vaker gebruik van HyDAMO.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.