We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om een dak geschikt te maken voor begroeiing en/of waterberging, zijn er verschillende lagen in de opbouw van het dak nodig. Hierop zijn variaties mogelijk, afhankelijk van de (oorspronkelijke) constructie en het beoogde doel van het groene of groen-blauwe dak.
Groene daken zijn opgebouwd uit meerdere lagen die gezamenlijk bijdragen aan de verschillende functies van het dak. Hierop zijn vele variaties mogelijk. Wanneer er bijvoorbeeld een span class="def
Groene daken zijn opgebouwd uit meerdere lagen die gezamenlijk bijdragen aan de verschillende functies van het dak. Hierop zijn vele variaties mogelijk. Wanneer er bijvoorbeeld een groen-blauw dak wordt aangelegd, moet er extra ruimte voor waterberging worden gecreëerd, bijvoorbeeld in het substraat en/of in de filter- of de drainagelaag. Zo kunt u meerdere functies in hetzelfde fysieke element van de dakopbouw combineren. In figuur A ziet u een voorbeeld van de opbouw van een gangbaar groen-(blauw) dak (van boven naar beneden). Figuur A Opbouw van een groen(-blauw) dak Vergroot afbeelding Vegetatielaag De planten die op het dak groeien, vormen de vegetatielaag. Mogelijke typen vegetatie zijn: mos, sedum, grassen, kruiden en varens. Naast monoculturen met bijvoorbeeld alleen sedum of grassen is ‘biodiverse vegetatie’ mogelijk: een combinatie van vegetatietypen. Het meest geschikt zijn vegetatietypen die zonder specifiek onderhoud op het dak kunnen overleven. De beperkte substraatdikte zoals die op de meeste groene of groen-blauwe daken aanwezig is, is niet geschikt voor lage planten, heesters en bomen. (Zie Soorten groene en groen-blauwe daken en hun levensduur). De dakvegetatie kan op drie manieren worden aangebracht: met vooraf gekweekte matten of kratten; door plantjes in het substraat te planten; door het substraat in te zaaien. Bij de aanleg met vooraf gekweekte (sedum)matten of -kratten spoelen er in de beginjaren minder nutriënten uit, aangezien de beplanting volgroeid is en minder nutriënten afgeeft aan afstromend water. Erosielaag Als de vegetatielaag bij het inplanten of inzaaien nog niet is volgroeid, is bij hellende of windgevoelige daken een erosielaag nodig. Deze bestaat meestal uit een wapeningsnet of een beschermvlies. In de loop van de eerste twee jaar neemt de vegetatie de functie van de erosielaag over. Substraatlaag De substraatlaag biedt houvast aan de vegetatie. Bovendien kan de vegetatie hier voedingsstoffen uit opnemen. De samenstelling kan heel divers zijn. De substraatlaag kan bijvoorbeeld bestaan uit minerale gesteenten met open poriën (lava, puimsteen/bims, kies, split, tufsteen, geëxpandeerde klei of leisteen), gerecyclede materialen (gebroken baksteen of dakpan), industriële slakken, kunststoffen, rubbers, schuimachtige kunststoffen en organische stoffen (turf, compost, pot- of tuinaarde). Het substraat kan ook deels of geheel bestaan uit de oorspronkelijke lokale bodem. De keuze voor het soort substraat bepaalt u op basis van de waterdoorlatendheid, de gewichtsbelasting, de beschermende werking voor de dakconstructie en de geschiktheid voor het vegetatietype. Het vegetatie- en het substraattype moet u op elkaar afstemmen. Zo moet het substraat voldoende water vasthouden, zodat de toegepaste vegetatie droge perioden kan overleven. Filterlaag De filterlaag voorkomt dat deeltjes uit de substraatlaag de drainagelaag (zie hierna) verstoppen. De filterlaag bestaat meestal uit een geperforeerde kunststof doek of een geweven vlies. Drainagelaag De drainagelaag vangt water uit het substraat op en voert dit af naar de dakuitlaten. Om te voorkomen dat het substraat volledig verzadigd raakt, is bij een klein dakafschot een drainagelaag nodig. Bij volledige verzadiging van het substraat is de kans op oppervlakkige afstroming namelijk groot, waardoor substraat en vegetatie kunnen wegspoelen. Een drainagelaag beperkt dit risico. Ook voorkomt een drainagelaag aantasting van de plantenwortels als het substraat te lang te nat blijft. Op daken met een helling groter dan 3° is een drainagelaag niet per se nodig, maar deze moeten dan wel een erosiebescherming hebben zodat het substraat niet wegspoelt. Een drainagelaag kan bestaan uit poreuze materialen, zoals steenwol, (kunststof) matten of drainage-elementen van kunststof, of uit gerecyclede materialen. De drainage-elementen kunnen holle ruimten hebben waarin zij water vasthouden dat alleen door verdamping weg kan. De elementen kunnen ook zo gevormd zijn dat zij de afvoer naar de dakuitlaten vertragen (zie de voorbeelden in figuur B). Het volume aan holle ruimten in deze laag bepaalt hoeveel water er afgevoerd kan worden. Figuur B Voorbeeld van een afvoervertragend element (links) en van een element met holle ruimten om water vast te houden (rechts) (Foto’s: Optigroen) Vergroot afbeelding Figuur C Dakelement voor een hellend dak om te voorkomen dat het substraat wegglijdt (Foto: Ecopan) Vergroot afbeelding Dakuitlaten Dakuitlaten maken vaak onderdeel uit van de drainagelaag. Daarbij is het belangrijk om de dakuitlaten zo te plaatsen dat de vegetatie optimaal kan profiteren van het aanwezige water: door de dakuitlaten iets hoger te plaatsen dan het dakoppervlak, kan een deel van de neerslag niet afstromen. Dit water kan worden opgenomen door de vegetatie of het kan direct verdampen. Dit bevordert de groei van de planten en vergroot de kans op overleven ervan in droge perioden. De afvoer van het water kan bovendien worden vertraagd of met sturing worden geregeld. Door zo de afvoer te regelen wordt het ontvangende stelsel minder belast. Om te voorkomen dat dakuitlaten verstopt raken door bijvoorbeeld vuil of bladeren, worden er vaak korven en putten aangebracht ter bescherming van de uitlaten en liggen er langs de dakranden vaak grindstroken zonder vegetatie. Deze grindstroken dienen ook tegen brandoverslag en tegen woekering van de vegetatie. Wortelwerende laag De wortelwerende laag beschermt de onderliggende dakconstructie tegen binnen- of doordringen van plantenwortels naar onderliggende onderdelen. Veel kunststof dakbedekkingslagen zijn bestand tegen doorworteling. Wortelwering en waterkering kunnen samen in één laag worden uitgevoerd. Waterkerende laag De waterkerende laag voorkomt lekkage naar de onderliggende dakconstructie. Deze laag bestaat in het algemeen uit bitumineuze of kunststof materialen. De waterkerende laag en de onderliggende dakconstructie behoren tot de gebouwconstructie. Dakconstructie De dakconstructie onder de waterkerende laag draagt het gewicht van het dak en zorgt voor warmte-isolatie. Deze constructie is vaak gemaakt van materialen als hout, staal, beton en steen. De dakconstructie moet het eigen gewicht van het dak én extra belastingen kunnen dragen, zoals windbelasting en sneeuwlast. De dakconstructie moet voldoen aan de regels in het Bouwbesluit 2012 en de daarin genoemde NEN-normen voor (wind)belastingen en vervormingen. Voor het toevoegen van een groen(blauw) dak kan het noodzakelijk zijn om de draagkracht te vergroten door de constructie aan te passen. Gewichtsbelasting dak Bij een dak zonder gebruiksfunctie, dat wil zeggen een dak waarop zich geen personen zullen ophouden anders dan voor onderhoud, moet rekening worden gehouden met een extra gewicht van 10 kg/m2, voor (platte) daken met gebruiksfunctie is dit circa 250 kg/m2. Bij een groen dak moet u rekening houden met het gewicht van een waterlaag (minimaal) tot aan het niveau van de noodafvoer. Het gewicht van het groene of groen-blauwe dak (opbouw en water) varieert van circa 50 kg/m2 tot meer dan 100 kg/m2. Bij het vergroenen van een bestaand dak kunt u het gewicht van betonnen dakpannen (circa 50 kg/m2) of van de ballastlaag van grind of tegels (minimaal 60 kg/m2) aftrekken van het eigen gewicht van het dak. Deze zullen immers verwijderd worden voor de opbouw van een groen dak.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.