We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om de neerslag in uw beheergebied in kaart te brengen kunt u naast lokale neerslagmeters, die de gevallen neerslag op één locatie meten, ook gebruik maken van neerslagradars. Met radar (RAdio Detection and Ranging) kunt u op een relatief goedkope manier een vlakdekkend beeld krijgen van de neerslagspreiding in ruimte en tijd. In dit deel van de kennisbank leest u informatie over het radarmeetprincipe, welke neerslaggegevens het oplevert en waar u als beheerder rekening mee moet houden bij het gebruik van de neerslaggegevens.
Meetprincipe Een neerslagradar bestaat uit een zender en een ontvanger die samen één antenne gebruiken. Deze antenne bevindt zich in een koepel van kunststof die de draaiende antenne beschermt tegen vuil en wind. Voor een optimale ontvangst en onbelemmerde zendmogelijkheid staat de schotelantenne van de radar op een hoge en vrijstaande plek. Indirecte meting neerslagintensiteit De neerslagradar draait rond en zendt ond
Meetprincipe Een neerslagradar bestaat uit een zender en een ontvanger die samen één antenne gebruiken. Deze antenne bevindt zich in een koepel van kunststof die de draaiende antenne beschermt tegen vuil en wind. Voor een optimale ontvangst en onbelemmerde zendmogelijkheid staat de schotelantenne van de radar op een hoge en vrijstaande plek. Indirecte meting neerslagintensiteit De neerslagradar draait rond en zendt onder verschillende hoeken kortdurende pulsen met elektromagnetische straling uit1,2. Als deze straling een druppel bereikt, reflecteert de straling gedeeltelijk (figuur A). De radar vangt de straling weer op. De tijd tussen het uitzenden van een puls en het ontvangen van het gereflecteerde signaal bepaalt de afstand van de druppel tot de radar. De sterkte van het gereflecteerde signaal is een maat voor de neerslagintensiteit. Een neerslagradar meet de neerslag dus indirect. De radar geeft hiermee informatie over de neerslag en de geografische verdeling over een gebied. Figuur A Werking radar: uitgezonden signaal (links) en gereflecteerd signaal (rechts) (Bron: Neerslaginformatie voor het bebouwde gebied, RIONEDreeks 16) Vergroot afbeelding Valse reflecties corrigeren Hoge objecten in de omgeving van de radar kunnen het radarzicht (gedeeltelijk) blokkeren. Hierdoor ontstaat een stralingsluw gebied in het radarbeeld achter het object (‘beamblocking’). Ook bevinden zich objecten in de lucht die in meer of mindere mate radarsignalen reflecteren (bijvoorbeeld vogels of vliegtuigen). Dit zijn valse reflecties. Deze valse reflecties kunt u met automatische correctieprocessen uit de radarbeelden verwijderen. De volgende typen radar komen aan bod: C-band radar: Het KNMI heeft twee C-band-dual-polarisatieradars in gebruik. Hiermee voorziet het KNMI Nederland van een vlakdekkend beeld van de neerslagspreiding in ruimte en tijd. Deze pagina beschrijft de werking van een C-band radar en een C-band-dual-polarisatieradar, welke neerslaggegevens deze opleveren en wat voor u als beheerder aandachtspunten zijn bij het gebruiken van de neerslaggegevens. X-band radar: Om de neerslag in uw beheergebied in kaart te brengen, kunt u naast de KNMI-neerslagradars en lokale neerslagmeters ook een X-band radar gebruiken. Deze radar beschikt over een hoge resolutie in ruimte en tijd, en is daarom erg interessant voor het stedelijk waterbeheer. Deze pagina gaat in op de werking van een X-band radar, welke neerslaggegevens deze oplevert en wat voor u als beheerder aandachtspunten zijn bij het gebruik van deze neerslaggegevens. 1 ISO (2019). ISO 19926-1:2019 Meteorology — Weather Radar — Part 1: System Performance and Operation. World Meteorological Organisation, Geneva (Switzerland), 93 p. 2 WMO (2018b). Guide to Instruments and Methods of Observation – Volume III: Observing Systems. World Meteorological Organization, Geneva (Switzerland), 573 p. ISBN 978-92-63-10008-5. Available at https://library.wmo.int/doc_num.php?explnum_id=9872 (accessed 04 Oct. 2020).
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.