We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Centrale vraag: Waar komt mogelijk grondwateroverlast voor? Om te kunnen vaststellen of sprake is van te hoge grondwaterstanden, zijn toetsingscriteria nodig. Gangbare toetsingscriteria vindt u in Gangbare toetsingscriteria grondwaterstanden. De gemeente geeft in het verbrede GRP aan welke criteria zij hanteert.
Centrale vraag: Waar komt mogelijk grondwateroverlast voor? Om te kunnen vaststellen of sprake is van te hoge grondwaterstanden, zijn toetsingscriteria nodig. Gangbare toetsingscriteria vindt u in Gangbare toetsingscriteria grondwaterstanden. De gemeente geeft in het verbrede GRP aan welke criteria zij hanteert. Via analyse van de grafieken met grondwaterstanden is na te gaan of sprake is van ‘structureel’ te hoge grondwaterstanden (“structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming”). De gemeente bepaalt wat zij als ‘structureel’ beschouwt en legt dit vast in het verbreed GRP (Grondwaterzorgplicht). Afhankelijk van de definitie van ‘structurele overlast’ wordt de ontwateringsdieptekaart getekend. Deze ontwateringsdieptekaart geeft aan waar mogelijk grondwateroverlast voorkomt. Figuur A Voorbeeld combinatie ontwateringsdiepte en resultaten enquête naar grondwateroverlastVergroot afbeelding Mogelijke definities structureel te hoge grondwaterstanden Een GHG < 0,5 m minus maaiveld. Een GHG van 0,5 tot 0,7 m minus maaiveld geeft mogelijke overlast aan. De ontwateringsdiepte is langer dan twee weken per jaar kleiner dan 70 cm. De grondwaterstand is langer dan twee weken per jaar hoger dan 90 cm beneden vloerpeil. De ontwateringsdiepte is meer dan 10% van de tijd kleiner dan 70 cm. De ontwateringsdiepte is in een ‘maatgevend natte periode’ kleiner dan 70 cm. Bij bebouwing met kruipruimten wordt de grondwaterstand van 0,9 m beneden vloerpeil met een herhalingskans van meer dan één keer per twee jaar overschreden. Hierbij hanteert de gemeente als richtlijn een verhoogde grondwaterstand over een periode van vijf dagen achtereen als overschrijdingsduur. Overweging: hoe uitgebreider de de definitie is, hoe meer metingen en analyse nodig zijn om vast te stellen of sprake is van structureel te hoge grondwaterstanden.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.