GUI Datavalidatie

Uitvoeren datavalidatie Voor de datavalidatie moet u kunnen aangeven welke validatietests het systeem moet uitvoeren, op welke meetlocaties en voor welke periode. De data die na de validatie het kwaliteitslabel 'twijfelachtig' krijgen, moet u handmatig valideren. Het is handig als u deze data eenvoudig kunt weergeven in grafieken samen met de data van de meetlocaties in de omgeving en neerslagmetingen. Ook moet u het kwaliteitslabel makkelijk kunnen aanpassen op basis van de handmatige controle. Informatie uit logboeken kunt u gebruiken om een toelichting te geven bij 'opvallende metingen', bijvoorbeeld als gevolg van onderhoudsactiviteiten of tijdelijke waterlozingen of onttrekkingen. Door deze informatie bij datakwaliteit te bewaren, vergemakkelijkt u het analyseproces. Overzicht datakwaliteit Om de prestaties van het meetnet te volgen, kunt u een overzicht maken van de datakwaliteit in de tijd. Per (groep van) sensor(en) kunt u in grafieken aangeven of de gegevens voldoen aan de kwaliteitscriteria, en zo niet, welke problemen zich hebben voorgedaan. Ook is het handig om dit op een overzichtskaart te kunnen bekijken, zodat u bij eventuele opgetreden problemen snel kunt nagaan of in de omgeving betrouwbare metingen beschikbaar zijn. Figuur A Voorbeeld overzicht datakwaliteit (Bron: M. van Bijnen Advies) Vergroot afbeelding Selecteren betrouwbare data Analyses en rapportages baseert u op betrouwbare meetgegevens. Dus is het handig als u alleen betrouwbare meetdata van (een groep) meetlocaties voor een bepaalde periode kunt selecteren. Dit kan op basis van een selectiefunctie in een database, via een selectiefunctie in een GIS-omgeving of met de zogenaamde business intelligence software.