In het functioneel ontwerp van grondwatertechnische maatregelen (zoals horizontale drainage) bepaalt u de globale ligging en dimensies van het ontwaterings- of drainagesysteem. Deze zijn in zes onderdelen op te splitsen en het best weer te geven in de volgende vragen:
- Wat wordt de (drainage)structuur? (Zie Drainagestructuur.)
- Wat is de gewenste ontwatering en welk drainageniveau hoort daarbij? (Zie Drainageniveau en gewenst ontwateringsniveau.)
- Wat wordt het drainage-instelniveau en het drainage-aanlegniveau? (Zie Drainage-aanlegniveau en drainage-instelniveau.)
- Wat worden de leidingdiameters? (Zie paragraaf Drainageleidingen.)
- Hoe wordt het beheer uitgevoerd? (Zie paragraaf Onderhoud.)
- Houdt het ontwerp voldoende rekening met het milieu? (Zie Milieuprestaties.)
Een goed functioneel ontwerp geeft inzicht in alle onderdelen. De vragen hoeft u overigens niet in deze volgorde te beantwoorden.
Om drainagesystemen te kunnen ontwerpen, moet bekend zijn hoe het systeem wordt beheerd. Keuzes in het ontwerp bepalen namelijk in sterke mate het onderhoud en de levensduur, zoals:
- de hoogteligging: boven of onder de laagste grondwaterstand;
- het type omhulling.