We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De modernisering van milieuregelgeving, die begin deze eeuw is ingezet, heeft er toe geleid dat de meeste lozingen zijn geregeld met algemene regels in drie besluiten, die zijn geordend naar doelgroep: Het Activiteitenbesluit voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en voor buiten inrichtingen voor zover het agrarische activiteiten of daarmee verband houdende activiteiten betreft. Het B
De modernisering van milieuregelgeving, die begin deze eeuw is ingezet, heeft er toe geleid dat de meeste lozingen zijn geregeld met algemene regels in drie besluiten, die zijn geordend naar doelgroep: Het Activiteitenbesluit voor inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en voor buiten inrichtingen voor zover het agrarische activiteiten of daarmee verband houdende activiteiten betreft. Het Besluit lozing afvalwater huishoudens voor particuliere huishoudens. Het Besluit lozen buiten inrichtingen voor overige lozingen. In deze besluiten komen alle lozingsroutes aan de orde: rioolstelsels, oppervlaktewater en bodem. Als in deze besluiten bij een bepaalde activiteit het lozen in het oppervlaktewater niet is geregeld, treedt de vergunningplicht van de Waterwet in werking. Artikel 3.5 van het Activiteitenbesluit maakt onderscheid tussen lozingen kleiner dan 6 inwonerequivalenten en groter of gelijk aan 6 inwonerequivalenten. In het eerste geval is een voorziening noodzakelijk die bij ministeriële regeling is vastgelegd. In het laatste geval dient de lozing binnen specifieke grenswaarden te blijven voor onder meer zuurstofverbruik en zwevende stof. Het bevoegd gezag kan hier overigens gemotiveerd van afwijken als de bescherming van het milieu zich er niet tegen verzet. Artikel 11 van het Besluit lozing afvalwater huishoudens regelt dat lozing op oppervlaktewater plaats dient te vinden via een voorziening die bij ministeriële regeling is vastgelegd. Voor zogenaamde niet aangewezen oppervlaktewateren (wateren die met het oog op het lozen mogelijk bijzondere bescherming behoeven) kan het bevoegd gezag, als de bescherming van het milieu daarom vraagt, maatwerkvoorschriften stellen. Evenzo kan het bevoegd gezag, als de bescherming van het milieu zich er niet tegen verzet, ook minder vergaande voorzieningen verlangen. Het is zelfs mogelijk zonder zuiveringsvoorziening te lozen. Lozingen in de bodem dienen altijd plaats te vinden middels daarvoor aangewezen voorzieningen (artikelen 8 en 9). In de Ministeriële Regeling is bepaald dat een zuiveringsvoorziening bestaat uit een septic tank: die een nominale inhoud heeft van ten minste 6 kubieke meter; die voldoet aan NEN-EN 12566-1; en die een hydraulisch rendement heeft van ten hoogste 10 gram, bepaald overeenkomstig annex B van NEN-EN12566-1. De zuiveringsvoorziening dient goed toegankelijk te zijn en wordt zo vaak als voor de goede werking daarvan nodig is onderhouden. Bron: infomil.nl en wetteksten op wetten.overheid.nl.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.