We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Dit is een voorbeeld van RTC-sturing in hellend gebied, waarbij een regelbare schuif de hoeveelheid te bergen afvalwater in een hogergelegen deel van het rioolstelsel reguleert. Hierdoor vinden vanuit een lagergelegen deel van het rioolstelsel minder overstortingen plaats in het oppervlaktewater.
Rioolstelsel in hellend gebied In hellende gebieden is de onderdrempelberging (statische berging) vaak klein ten opzichte van de totale inhoud van het rioolstelsel (zie de dwarsdoorsnede in figuur A). Dit komt omdat de inhoud van het
Rioolstelsel in hellend gebied In hellende gebieden is de onderdrempelberging (statische berging) vaak klein ten opzichte van de totale inhoud van het rioolstelsel (zie de dwarsdoorsnede in figuur A). Dit komt omdat de inhoud van het rioolstelsel onder de laagste overstortdrempel relatief klein is. Het (afval)water in de hogergelegen riolen voert relatief snel af naar de lagere delen van het rioolstelsel. In de hogergelegen riolen is dan nog berging beschikbaar. Al het (afval)water verzamelt zich in de lagergelegen riolen en kan met een overstorting in het oppervlaktewater terechtkomen. Tijdens neerslag stroomt er meer water door het rioolstelsel en ontstaat er opstuwing. Dan houdt het stelsel dus tijdelijk meer water vast dan alleen de onderdrempelberging. Dit extra water is de dynamische berging . In figuur A ziet u een deel van een rioolstelsel. Het tracé ABC transporteert het (afval)water van A via B naar het lagergelegen punt C. Bij punt C bevinden zich een rioolgemaal en een externe overstort. Figuur A Deel van een rioolstelsel in een hellend gebied. De berging in het deel AB ligt boven de hoogte van overstortdrempel C, waardoor dit deel van de berging niet altijd gevuld raakt. Met de inzet van een regelbare schuif op locatie B kan u deze berging benutten (Bron: Leidraad Riolering module C2350) Vergroot afbeelding Benutten berging in hogergelegen riolen Door een regelbare schuif in punt B aan te brengen, kunt u de afvoer naar punt C sturen. De regelbare schuif zorgt voor een gecontroleerde afvoer naar het lagergelegen gebied. Dit betekent dat er meer (afval)water in de hogergelegen riolen achterblijft (zie dwarsdoorsnede in figuur A). Hierdoor houdt het stelsel in het hogergelegen deel meer water vast en treedt de externe overstort in het lagergelegen deel minder vaak in werking. Om de afvoer te controleren, hebt u een regelbare schuif en twee meetlocaties nodig (zie figuur B). Eén meetlocatie bovenstrooms van de schuif in punt B en één meetlocatie benedenstrooms nabij punt C. Op beide locaties installeert u een waterniveaumeter. Het meetsysteem stuurt de meetsignalen naar de lokale regelaar, die de meetdata controleert en valideert. Op basis van de gemeten waterstanden bepaalt de regelaar de vullingsgraad boven- en benedenstrooms. De RTC-sturing is erop gericht om de berging in het stelsel bovenstrooms maximaal te benutten. Het meetsysteem regelt de stand van de schuif om dit voor elkaar te krijgen. Figuur B Regelbare schuif om de afvoer naar het lagergelegen gebied te controleren (Bron: Leidraad Riolering module C2350) Vergroot afbeelding Effect RTC-regeling onderzoeken Het effect van deze RTC-sturing kunt u met een modelsimulatie onderzoeken. Om het effect op de jaarlijkse overstortvolumes bij punt C vast te stellen, gebruikt u een reeksberekening. De sturing zorgt ervoor dat in het bovenstroomse riooltracé A-B (zie figuur B) de hoeveelheid geborgen (afval)water toeneemt. Als benedenstrooms in het riooltracé B- C weer voldoende berging beschikbaar is, zorgt de sturing ervoor dat het bovenstroomse riooltracé ledigt naar het benedenstroomse riooltracé. N.B. Om de berging te benutten, kunt u natuurlijk ook een vaste doorlaatconstructie met een beperkte afvoercapaciteit gebruiken. Maar met een RTC-regeling en een regelbare schuif kunt u beter inspelen op de lokale omstandigheden. Evaluatie RTC-regeling Met het simulatiemodel kunt u ook de RTC-sturing optimaliseren en onzekerheden bepalen. Als u de meetdata van de waterniveaumeters registreert en bewaart, kunt u deze ook gebruiken om het effect van de RTC-regeling te evalueren. U verzamelt dan meetwaarden over een meetperiode waarin de RTC-regeling niet actief is en over een meetperiode waarin de RTC-regeling wel actief is.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.