We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Oppervlakkige niet-doorlatende bassins zijn afgedichte verlagingen in het maaiveld. Ze zijn vooral bedoeld om water te bergen voordat transport, zuivering of verdamping plaatsvindt. Omdat zulke bassins afgesloten zijn van de onderliggende bodem, is van infiltratie geen sprake.
Berging van gemengd water of van hemelwater Een oppervlakkige niet-doorlatende vijver of een retentie- of bezinkingsvijver kan een bovengronds bassin zijn dat met beton, asfalt of folie is afgesloten, dat water bergt en waarin zwevende delen kunnen bezinken. In principe zijn de meeste vlak liggende, niet-doorlatende wegen met trottoirbanden bassins van dit type. Er zijn ook ba
Berging van gemengd water of van hemelwater Een oppervlakkige niet-doorlatende vijver of een retentie- of bezinkingsvijver kan een bovengronds bassin zijn dat met beton, asfalt of folie is afgesloten, dat water bergt en waarin zwevende delen kunnen bezinken. In principe zijn de meeste vlak liggende, niet-doorlatende wegen met trottoirbanden bassins van dit type. Er zijn ook bassins met een grotere inhoud. Deze worden vaak als aanvullende maatregel bij randvoorzieningen gebruikt. Een met gras begroeide bak kan ook niet-doorlatend worden uitgevoerd. In dat geval geven planten het bassin een vriendelijker uitstraling. Bezinking leidt ertoe dat fijne deeltjes kunnen flocculeren en aeroob afbreken, waardoor het geloosde water schoner wordt. Niet-doorlatende bassins kunnen ook met folie afgedichte vijvers zijn waarin hemelwater wordt gebufferd. Een ander voorbeeld van een niet-doorlatend oppervlakkig bassin is een waterplein. In waterpleinen wordt ook (uitsluitend) hemelwater tijdelijk gebufferd. Bij alle bergingsbassins is de ledigingstijd van belang. Deze moet zodanig zijn dat na 12 à 24 uur de berging weer beschikbaar is, tenzij de gebruiksfunctie vraagt om een snellere lediging. Als een niet-doorlatende bassin dieper is dan de (waterstand in) de voorziening waarin het moet leeglopen, is een pomp nodig om het bassin te legen. Bij neerslag die een toestroom veroorzaakt die groter is dan waarop de voorziening is ontworpen, stijgt het waterpeil in de voorziening tot een overloopniveau en treedt een externe overloop in werking. Hierdoor is lozing met een groot debiet mogelijk. Bij bergingsbassins zien we vaak een bergend volume van 6 tot 15 mm ten opzichte van het aangesloten afvoerende oppervlak. Bij een toestroom die het aanvoerende stelsel en de inhoud van het bassin overschrijdt, loopt het bassin over. Zuivering van water Een helofytenfilter is een voorbeeld van een oppervlakkig niet-doorlatend bassin. Helofytenfilters zijn zuiverende velden met een afgesloten waterdichte laag, een substraatlaag en daarop planten die boven water groeien, maar met wortels die in zeer natte grond kunnen groeien (helofyten). Voorbeelden van helofyten zijn riet en lissen. Het ontwerp van helofytenfilters is gericht op voldoende zuivering van water binnen de beschikbare verblijftijd. Het geloosde water (hemelwater óf vuilwater) verblijft enige tijd in het filter en stroomt vervolgens gedoseerd naar het oppervlaktewater. Alleen bij grote buien met een hoge intensiteit loopt het filter tijdens de bui al over, of treedt een bypass in werking. Vanuit een verzamel- en voorbehandelingsput stroomt het water het bassin van het helofytenfilter in, vaak met behulp van een pomp. Er zijn drie typen helofytenfilters: het vloeiveld, horizontale infiltratievelden en verticale infiltratievelden. Voor de laatste categorie, verticale infiltratievelden, worden doorlatende bassins gekozen omdat de functie het laten infiltreren van water is. Maar bij vloeivelden bepaalt de hydraulische belasting van het filter het ruimtebeslag en het zuiveringsrendement. Hoe lager de hydraulische belasting, hoe hoger het zuiveringsrendement van het filter. In de literatuur wordt uitgegaan van een optimale hydraulische belasting van circa 0,02 m/(m∙d). Als maximale hydraulische belasting bij vloeivelden geldt een waarde van 0,05 m/(m∙d). Bij horizontale infiltratievelden is het benodigde ruimtebeslag, meer dan bij verticale infiltratie, afhankelijk van de vervuilingsgraad van het water. De literatuur meldt een benodigd oppervlak van 5 tot 10 m2/i.e.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.