Analyse functioneren objecten

Meetgegevens verwerken en bewerken Voorafgaand aan de objectanalyse moet u de binnenkomende meetgegevens controleren en beoordelen op kwaliteit en bruikbaarheid (zie Stap 1: Verwerken meetgegevens). Tijdens dit proces toetst u de data onder meer op nauwkeurigheid, beschikbaarheid, logfrequentie en eenheden van de meetparameters. Voor de analyse is het ook belangrijk dat u dezelfde parameters op dezelfde wijze registreert. Bijvoorbeeld een debiet: registreert u momentaan of een volume per tijdseenheid (zie Stap 2: Bewerken meetgegevens). Als uw meetgegevens volledig en van voldoende kwaliteit zijn, kunt u de objectanalyse starten. Voldoen de meetdata niet, dan moet u eerst uw meetnet en/of data verbeteren. Stappen objectanalyse Om het functioneren van een object met meetdata te analyseren, doorloopt u de volgende stappen: u legt het theoretisch verwacht gedrag van het object vast in concrete indicatoren; u verzamelt de benodigde gegevens voor elke indicator; u vergelijkt het huidige functioneren met het gewenste functioneren; u bepaalt welke handeling of maatregel nodig is. Deze vier stappen zijn uitgewerkt in twee voorbeeldanalyses: Functioneren gemaal Functioneren bergbezinkbassin en bergingsbassin