We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De realisatie van (onderdelen van) een stedelijk watersysteem heeft nog geen eigen plek in deze kennisbank. Op deze pagina vindt u daarom per stap in de realisatiefase aandachtspunten die u kunnen helpen de juiste voorschriften mee te geven voor de aanleg van (delen van) een ontworpen stedelijk watersysteem of voorziening. Zo helpt u ervoor te zorgen dat het systeem op de juiste manier wordt aangelegd en na aanleg goed te beheren is.
De beschrijving hier volgt de stappen uit de realisatiefase: Vergunningaanvraag en -verlening; Bestek; Aankoop materialen (indien in eigen beheer, niet nader beschreven); Aanbesteding; Gunning; Voorlichting betrokkenen (indien in eigen beheer); Aanleg (+ directievoering en toezicht); Oplevering (+ revisie en acceptat
De beschrijving hier volgt de stappen uit de realisatiefase: Vergunningaanvraag en -verlening; Bestek; Aankoop materialen (indien in eigen beheer, niet nader beschreven); Aanbesteding; Gunning; Voorlichting betrokkenen (indien in eigen beheer); Aanleg (+ directievoering en toezicht); Oplevering (+ revisie en acceptatie); Overname in beheer. Bij enkele van deze stappen vindt u in het vervolg van deze pagina aandachtspunten. Het gaat hierbij om de stappen die voor u als stedelijk waterbeheerder specifiek van belang zijn. Vergunningaanvraag en -verlening Grondwaterbemaling (afval- en hemelwater) Bij het aanleggen van voorzieningen in een stedelijk watersysteem is grondwaterbemaling vaak noodzakelijk. Of grondwaterbemaling noodzakelijk is, hangt af van de grondwaterstand. Als er grondwaterbemaling plaatsvindt, is het belangrijk om deze niet te vroeg te beëindigen. Want bij beëindiging na slechts gedeeltelijke aanvulling van de sleuf kunnen de buizen opdrijven omdat het gronddek nodig is om de waterdichte buizen van voldoende ballast te voorzien. Grondwaterbemaling kan problemen opleveren voor de omgeving, bijvoorbeeld door zettingen. Met name oude gebouwen kunnen hier last van ondervinden. Het is daarom verstandig een bemalingsadvies op te stellen waarin de omgevingsrisico’s in kaart gebracht worden. Mogelijk is ook een vergunning nodig voor het lozen van bemalingswater, afhankelijk van de hoeveelheid water en de kwaliteit hiervan. Daarom is het belangrijk om te weten welk medium (oppervlaktewater, riolering, de bodem op enige afstand) het bemalingswater gaat ontvangen. Bestek Pompputten (afvalwater) Prefab pompputten zijn vaak grote en zware constructies. Houd er rekening mee dat het nodig kan zijn om (zeer) zware hijskranen in te zetten voor het plaatsen van deze pompputten, en creëer voldoende ruimte om te kunnen manoeuvreren bij de aanvoerriolen. Emissie bij tijdelijke maatregelen (afval-, hemel- en grondwater) Tijdens de aanleg van (onderdelen van) een stedelijk watersysteem - zeker als er sprake is van een fasering - kunnen er tijdelijke maatregelen nodig zijn om de afvoer van afval-, hemel- en grondwater te waarborgen. Voor u als stedelijk waterbeheerder is het belangrijk om in de gaten te houden dat er in dergelijke overgangssituaties zo min mogelijk ongewenste emissies naar bodem en oppervlaktewater plaatsvinden. Bovengrondse infiltratie (hemelwater) Om te voorkomen dat een infiltratievoorziening vervuild raakt door bouwpuin of hierdoor dichtslibt, kunt u zo’n voorziening het best zo laat mogelijk in het bouwproces aanleggen. Wadi (hemelwater) De manier waarop een wadi wordt aangelegd en de kwaliteit van de toplaag hebben veel invloed op de uiteindelijke werking van deze voorziening. Voorkom dat (bouw)verkeer de bodem dicht rijdt of dat de bodem verslempt. Een ander reëel gevaar is dat de wadi dichtslibt door bouwafval, zand en slib. Leg deze voorziening daarom pas in de woonrijpfase aan. Dit betekent wel dat er tijdens de bouwfase geen volwaardige afwatering is. Om water- en modderoverlast in deze fase zoveel mogelijk te voorkomen, kunt u greppels (laten) aanleggen om te zorgen voor waterafvoer op de plek waar later de wadi komt. Meerdere drainage-instelniveaus (grondwater) Als het drainagestelsel dat wordt gebruikt meerdere drainage-instelniveaus heeft, dan moeten alle drainage-overstortputten tot in detail worden uitgewerkt. Dit verkleint de kans dat drainage-instelniveaus foutief worden ingesteld. Doorspuitputten (grondwater) Doorspuitputten in drainagestelsels hebben meestal een smalle putschacht. Hierdoor kan zand van onder de putrand in de put terechtkomen. Dit kan worden beperkt door de putschacht tot aan de onderkant van het deksel te laten doorlopen. Gebruik liever geen dubbel putdeksel, want dan is de put minder toegankelijk voor onderhoud. Aankoop materialen (indien in eigen beheer) Tijdens de voorbereiding, maar zeker als het bestek gereed is, kan de opdrachtgever producenten betrekken. De opdrachtgever kan materialen zelf aanschaffen en ter beschikking stellen aan de aannemer, als de levertijden zodanig lang zijn dat ze bij aanschaf door de aannemer het werk vertragen. Aanbesteding Geen specifieke aandachtspunten. Gunning Tijdens een startoverleg van de uitvoeringsfase (na de gunning) kan de opdrachtgever de ontwerper uitnodigen om de ontwerpgedachte toe te lichten aan de uitvoerende partij. De uitgangspunten en de randvoorwaarden van het ontwerp horen ook in de ontwerprapporten van de verschillende ontwerpstappen te staan. Maar een toelichting van de gedachten achter het ontwerp en een vraaggesprek daarover kunnen kan verhelderend werken voor de uitvoerende partij. Zo kan de ontwerper bijvoorbeeld het belang van het functioneren van bijzondere constructies duidelijk maken, of zijn keuze voor minder voor de hand liggende uitwerkingen in het ontwerp toelichten. Voorlichting betrokkenen Zorg al vroeg in het proces voor goede communicatie met de betrokken partijen, zoals bewoners, aannemers, installatiebedrijven en andere disciplines binnen de gemeente. Steeds meer aannemers hebben ervaring met infiltratievoorzieningen. Toch gaan er nog vaak dingen mis omdat inzicht in het (bedoelde) systeem ontbreekt. In het algemeen is het zo dat het veranderen van een bestaande situatie mensen meer stress oplevert dan een nieuwe situatie, bijvoorbeeld als mensen verhuizen naar een andere woning of een bedrijf betrekken. Communiceer daarom goed en veelvuldig wat de verandering voor de betrokkenen inhoudt en welk gedrag dit van hen verlangt. Elders in de kennisbank staat meer informatie over communicatie met bewoners en andere betrokkenen. Aanleg (+ directievoering en toezicht) Wanneer de ontwerpfase goed is afgerond en er een goed ontwerp ligt, kan de betreffende voorziening worden aangelegd. Het is belangrijk dat dit op de juiste manier gebeurt. Dan kan deze voorziening ook goed beheerd worden. Figuur A geeft wat aandachtspunten bij het aanleggen van een riool. Op basis van de contractdocumenten kunnen er directievoering en toezicht bij de aanleg plaatshebben. Het kan gebeuren dat de aannemer vragen heeft. De beheerder goed betrekken bij de uitvoering en uitnodigen bij kritieke momenten vergroot dit begrip. Het vrijgraven van een riool kan hinder voor het verkeer opleveren. Ligt de leiding vlak bij bebouwing, dan zijn maatregelen nodig om de stabiliteit van de gebouwen te garanderen. Bij een hoge grondwaterstand is bovendien bemaling nodig, wat mogelijk meer ruimte kost en wellicht tot meer hinder leidt voor het verkeer en (geluids)overlast voor de omgeving. Daarnaast kunnen aanwezige andere riool- en nutsleidingen voor hinder en/of een lagere aanlegsnelheid zorgen, met als gevolg langer overlast voor de omgeving. Door al deze zaken kunnen ook de kosten toenemen. Figuur A Het aanleggen van een riool Vergroot afbeelding Vast meetpunt (afval- en hemelwater) Goede meetapparatuur alleen is geen garantie voor een nauwkeurige maatvoering. Een laser is bijvoorbeeld als waterpasinstrument een zeer nauwkeurig hulpmiddel. Voorzichtigheid is echter geboden wanneer een laser in een put wordt geplaatst. Bij het aanbrengen van de eerste buis kan het instrument door trillingen verschuiven. Het gevolg is een onjuiste aflezing. Kies daarom een ander, vast punt waarop de werkzaamheden niet direct invloed hebben, zoals een vast stabiel punt langs een aanliggende weg. Inspectieputten en tussenliggende leidingen (afval- en hemelwater) Inspectieputten en tussenliggende leidingen worden vrijwel altijd tegelijk aangelegd, met ook overeenkomstige eisen. Voor het plaatsen van putten is zwaar materieel nodig. Inspectieputten van beton zijn zware constructies; ze wegen al snel meer dan 2 ton. In verband met de sleufhelling en het hoge gewicht van de inspectieputten moeten hijskranen heel doordacht worden ingezet, om de kans op ‘overtoppen’ (een te zware belasting waardoor de kraan uit evenwicht kan raken) te beperken. Let bij de aansluiting van meer dan twee leidingen goed op de maatvoering. Putten met vaste spieën, moffen of rubberringsparingen kunnen problemen geven in de putwand. Hierdoor moet soms na plaatsing alsnog een sparing worden uitgehakt om de buizen of buiseinden in te storten. Voorkom bij de aanleg van leidingen te veel speling in verbindingen. NEN EN 1916 en NEN 7126 staat een afwijking van 10 mm toe bij buizen met een diameter kleiner of gelijk aan 700 mm. Deze mag 20 mm zijn bij buizen met een diameter groter dan 700 mm. Een speling van 10 mm per verbinding kan op een afstand van 50 m en buizen van 2 m een afwijking van circa 200 mm veroorzaken. Hierdoor kunnen de pasbuizen, de (inspectie)putten en de hierop aansluitende leidingen niet meer goed geplaatst worden. De vereiste nauwkeurigheid wordt alleen bereikt met goede meetapparatuur, zorgvuldige plaatsing en ervaren werklieden. Fabrikanten kunnen putten maken met rubberringsparingen voor aansluitingen van mof- of spie-einden. Op die wijze sluit een streng waterdicht aan op de put. Goede informatie vooraf maakt het in het werk aanpassen van de put veel minder vaak nodig. Perceelaansluiting (afval- en hemelwater) Leg de aansluitleiding naar het perceel bij voorkeur pas aan als de sleuf van de leidingen in de straat is aangevuld en verdicht. In de praktijk worden bij de inrichting van bouwstraten uitleggers (een gedeelte van de aansluitleiding) aangebracht tot aan de rand van de tijdelijke verharding. De perceelaansluiting tot aan de perceelgrens volgt in een later stadium. Wees er wel op bedacht dat de huisaansluiting de aanwezige kabels en leidingen van de nutsbedrijven kan kruisen. Deze liggen vaak tussen de bouwweg en het perceel. Voor de aansluiting van het perceel geeft de rioleringsbeheerder (via de bouwvergunning) een aansluithoogte aan. Laat de sleuf voor de aansluitleiding op de juiste diepte ontgraven. Zo blijft de verdichte ondergrond zoveel mogelijk intact. Verdicht bij het aanvullen van de sleuf de grond naast de (kunststof) leiding. Dat is belangrijk om de noodzakelijke horizontale steundruk te ontwikkelen zonder te grote vervormingen. Om nadelige puntbelastingen te vermijden, mag de aanvulgrond geen scherpe voorwerpen en bonken bevatten. Kolkaansluiting (hemelwater) Net als bij de perceelaansluiting worden bij de inrichting van bouwstraten vaak uitleggers aangebracht tot aan de rand van de tijdelijke verharding. In een later stadium worden dan de kolken geplaatst en aangesloten. Het gat voor de kolk wordt meestal gegraven in een gestabiliseerd en verdicht weglichaam. Zorg ervoor dat de aanvulling met (gestabiliseerd) zand goed wordt dichtmaakt. Dat voorkomt latere verzakkingen in de weg rond de kolk. Laat de kolk in lijn stellen met het wegprofiel. Een tweedelige kolk biedt betere stelmogelijkheden. Het is belangrijk om de twee delen goed te fixeren. Ook bij latere aanpassingen van het wegprofiel kan de onderbak met aansluiting blijven bestaan en hoeft alleen het bovenstuk met rooster te worden aangepast. De kolk krijgt een zij- of achteraansluiting. Door scharnierwerking kan de kolk zettingen en verkeersbelastingen beter opvangen dan met een vooraansluiting. Controle waterdichtheid (afval- en hemelwater) Controleer de leiding op waterdichtheid voordat de sleuf dichtgaat. Als de leiding onder het grondwaterniveau ligt, is dit waar te nemen door intredend grondwater. Bij leidingen boven het grondwaterpeil wordt het bewuste leidingdeel afgesloten, gevuld met water en met een overdruk van ten minste 3 kPA (0,3 m waterkolom) getest. Foutieve aansluitingen (afval-, hemel- en grondwater) Bij nieuwbouw worden er tegenwoordig aparte stelsels voor afvalwater en vervuild hemelwater en voor schoon hemelwater en grondwater (drainage) aangelegd. In het schetsontwerp is uitgewerkt welke oppervlakken op welk systeem aansluiten. Naarmate de aansluitmogelijkheden toenemen, stijgt ook de kans op foutieve aansluitingen. Daarom verdient het aanbeveling niet alleen het ontwerp hierop te beoordelen, maar ook te zorgen voor een consistente directievoering tijdens de aanleg. Mechanische riolering (afvalwater) Voorkom hemelwaterlozingen in mechanische riolering door tijdens de aanleg goed toezicht te houden, afspraken vast te leggen, bewoners regelmatig voor te lichten en lozingen te controleren. Ondergrondse infiltratie (hemel- en grondwater) Graaf de sleuf iets dieper uit dan de ontwerpdiepte en breng op de bodem een laag (drain)zand aan. Verwijder tijdens het uitgraven scherpe voorwerpen, zoals brokken steen en beton, stukken ijzer en boomwortels. Probeer bij het ontgraven van de sleuf verdichting, versmering, verslemping en instroom van sediment zoveel mogelijk te voorkomen. Let ook op geotechnische mechanismen als afschuiving, opdrijving en horizontale vervorming. Laat de sleufwand opruwen en de grond naast de sleuf doorspitten of omwoelen. Leg de voorziening meteen aan als de sleuf is gegraven. Zo wordt het langs de sleuf rijden tot een minimum beperkt. Om te voorkomen dat bij het verdichten cunetmateriaal in de grindkoffer terechtkomt, wordt een trilplaat niet direct boven de grindkoffer gebruikt. In plaats daarvan wordt verdicht door in te wateren. De eerste 30 cm boven de grindkoffer wordt verdicht door aanstampen. Droge sleuf (grondwater) Leg de drainage aan in een droge sleuf. Hiermee voorkomt u dat slib en andere fijne bodemdeeltjes direct in de perforaties van de drainageleiding en in de koffer terechtkomen. Aanvulling sleuf (afval- en hemelwater) De belastingen op de buis zijn vooral afhankelijk van de conditie van het grondpakket direct naast de buis. Daarom is het cruciaal dat de sleuf goed wordt dichtgemaakt: voor flexibele buizen (van kunststof of staal) om voldoende zijdelingse steundruk te krijgen en daarmee de krachten van boven te kunnen opvangen; voor starre buizen (van beton, gres of gietijzer) om ongewenste extra krachten door zetting van het zijdelingse grondpakket te voorkomen. Vul daarom de ruimte naast de buis laagsgewijs (0,30 m) aan en verdicht deze mechanisch goed. Doe dit zoveel mogelijk gelijktijdig om verdraaiingen en zijwaartse verplaatsingen te voorkomen. Na aanvulling van de ruimte naast de buis wordt de sleuf niet in één keer volgestort met zand, want ook hier is een goede verdichting van belang. Verspreid en verdicht de aanvulgrond laagsgewijs (0,50 m) met een graafmachine. Het gebied boven de buis is tot 0,90 m boven de kruin verboden terrein voor zware stamp- of trilapparaten. Houd bij de aanvulling rekening met eventuele standpijpen en uitleggers. De sleuf kan ook verdicht worden door aan te wateren. Oplevering (+ revisie en acceptatie) Bij oplevering is toetsing van de ontwerpgrondslag direct na realisatie door middel van een nulmeting aan te raden. Het uitvoeren van een opleverinspectie is gangbaar. Revisie (afval-, hemel-, grond- en oppervlaktewater) Leg de stelsels administratief goed vast via digitale revisies. Pas bij een goede nulmeting en acceptabele, kloppende revisies zal de oplevering worden geaccepteerd. Overname in beheer Maak bij de overdracht naar de beheerder gebruik van een compleet overdrachtsdossier vlak na oplevering.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.