Synthese: alternatieve maatregelen

Uit de onderzoeksresultaten van het Regenwaterproject Almere blijkt dat de vier onderzochte alternatieven voor de ombouw naar een VGS op zichzelf niet leiden tot een gezond watersysteem (zie onderwerp Welke bijdrage kunnen de onderzochte maatregelen leveren om de emissie van probleemparameters te verminderen?). De resterende belasting van drie van de vier probleemstoffen (arseen, zink en fosfaat) blijft ook na eventuele implementatie van de onderzochte maatregelen te hoog. De grote vuilvrachten in het drainagewater voor arseen, fosfaat en (in mindere mate) zink blijven de bepalende factor, terwijl de vier maatregelen erop zijn gericht om de hemelwateremissie te verminderen. Dit neemt niet weg dat wel degelijk zinvolle alternatieven beschikbaar zijn. Bezinkzones in het oppervlaktewater De in pilot 7 gemeten relatief goede waterkwaliteit bij gemaal Leeghwater laat zien dat bezinkzones in het oppervlaktewater de concentraties van aan deeltjes gebonden verontreinigingen kunnen verlagen. Zandfilters en helofytenfilters in het oppervlaktewater zoals toegepast in verschillende VINEX-locaties, zouden voor fosfaat een oplossing kunnen bieden. Kolken reinigen versus baggeren De concentratie minerale olie is flink te verminderen door de straatkolken zes keer per jaar te reinigen in plaats van een keer per jaar. Daarmee verwijdert de gemeente deze probleemstof dicht bij de bron. Ook kan zij minerale olie van de waterbodem verwijderen door te baggeren, waarmee ze ook meteen zink en arseen wegneemt. Ecologisch gezien zou eens per tien jaar baggeren een goede frequentie zijn om de ecologische kwaliteit te verbeteren. Voor de doelmatigheid van de maatregel is het zinvol een goede kosten-batenanalyse te maken, in verband met de afzet van de bagger (afhankelijk van de klasse waartoe de bagger behoort). Foutaansluitingen verhelpen Bij een lokaal waterkwaliteitsprobleem is het zinvol te onderzoeken of in het achterliggende gebied foutaansluitingen aanwezig zijn. Als deze er zijn, is het verstandig de foutaansluitingen te verhelpen. VGS 2.0 Het VGS 2.0 (een moderne versie van een VGS) is een alternatief voor het opsporen van foutaansluitingen en het in het watersysteem verwijderen van fosfaat. Het nieuwe systeem komt voort uit de proeftuin ‘Anders omgaan met VGS’ van STOWA en Stichting RIONED. Een VGS 2.0 voert alleen vies water in een hemelwaterstelsel af naar de rwzi en loost het schone water in de lokale watergang. In Almere is het hemelwater schoon genoeg om lokaal te kunnen lozen en is het water van foutaansluitingen te vies om lokaal te lozen. Met de hoge gehalten arseen en fosfaat is ook het drainagewater in Almere eigenlijk te vies om te lozen. De pilots in Almere hebben geleerd dat geleidbaarheid een goede indicator is om het verschil tussen hemel- en drainagewater te detecteren. Dit betekent dat het relatief eenvoudig zou moeten zijn om in Almere het principe van VGS 2.0 te introduceren.