Kenmerken van stelsel en ondergrond

De kenmerken van het stelsel, de ondergrond en de omgeving bepalen deels de mate van tijdbesteding voor de rioleringszorg. Enkele voorbeelden: Een relatief nieuw rioolstelsel in een stevige ondergrond vergt minder onderhoud dan een oud stelsel met veel gemalen in een zettingsgevoelig gebied. Dergelijke omstandigheden hebben niet alleen consequenties voor de taak 'onderhoud'. Ze leiden ook tot meer tijdbesteding bij de taken 'onderzoek', 'renovatie/vervanging' en zelfs bij 'jaarprogramma’. Bij een onderhoudsgevoeliger stelsel is tenslotte meer onderzoek nodig en moet u meer maatregelen treffen. Dan wordt ook het maken van een planning complexer. Vervanging van een deel van de riolering in een druk en dichtbekabeld stadscentrum vergt aanzienlijk meer werk dan vervanging van eenzelfde deel in een rustige woonwijk. Een omvangrijk buitengebied met vacuüm- of drukriolering betekent meer onderhoud. Ook is meer tijd nodig voor planning van de maatregelen, waaronder het overleg met provincie en waterkwaliteitsbeheerder (bij oppervlaktewaterlozingen). Veel van deze zaken kunt u eenvoudig in uw berekeningen meenemen. Bij het bepalen van de personeelsinzet houdt u rekening met de omvang van het buitengebied (aantal pompunits). Intensieve voorbereiding voor het werken in een stadscentrum of vergaande afstemming kunt u vertalen in de percentages voor ‘voorbereiding’ en ‘toezicht’. Enkele zaken zijn niet direct te vertalen. De invloed hiervan op de gehanteerde kengetallen moet u zoeken in een duidelijke afronding (naar boven of beneden) en niet in een verdubbeling van de geraamde inspanningen.