We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In drukriolering kan H2S ontstaan. Vooral bij het lozingspunt op het vrijvervalstelsel kan dit leiden tot problemen met stank en aantasting (zie ook Aanlegaspecten). Daar komt tenslotte de in het water opgeloste H2S vrij, waarna het wordt omgezet in zwavelzuur dat betonnen rioolonderdelen aantast. Factoren die H2S-vorming bevorderen, zijn: samenstelling van het
In drukriolering kan H2S ontstaan. Vooral bij het lozingspunt op het vrijvervalstelsel kan dit leiden tot problemen met stank en aantasting (zie ook Aanlegaspecten). Daar komt tenslotte de in het water opgeloste H2S vrij, waarna het wordt omgezet in zwavelzuur dat betonnen rioolonderdelen aantast. Factoren die H2S-vorming bevorderen, zijn: samenstelling van het geloosde afvalwater; temperatuur van het water; verblijftijd van het afvalwater in het stelsel (onder anaërobe omstandigheden). Vorming van H2S (en dus aantasting van de riolering) kan komen door: Lozing van ‘aangerot’ water. Verbetermogelijkheden: betere controle en handhaving van vergunningen; mengen van ‘aangerot’ water met meer zuurstofbevattend water; injectie van H2S-reducerende additieven. Te lange verblijftijden in het drukrioolstelsel. Verbetermogelijkheden: herberekening van het stelsel en verbeteringen uitvoeren, zoals: gebruik van kleinere leidingdiameters; inkorten van leidingen; af en toe pompen van schoon water vanuit bovenstroomse pompput door het stelsel; aanpassing van het lozingspatroon; beperking van de verblijftijd en/of de anaërobe toestand door luchtinjectie op units in het bovenstroomse deel van het stelsel en eventueel op tussengemalen; aanpassing van het lozingsgedrag van bedrijven. Verkeerde materiaalkeuze bij het lozingspunt op het vrijvervalstelsel, met aantasting tot gevolg. Verbetermogelijkheden: toepassen van een speciale lozingsput (zie Aanlegaspecten); voorschrijven van speciaal beton voor agressief milieu; aanbrengen van coatings en/of andere beschermingslagen op het materiaal; toepassen van ander materiaal dan beton. Een ongunstig lozingspunt, met stank tot gevolg. Verbetermogelijkheden: voorkomen van turbulentie bij uitstroming; lozing onder de waterlijn; gebruik van watersloten op huisaansluitingen in ontvangend riool; lozing op een punt met voldoende zuurstofrijke verdunning; lozing in of vlak bij een rioolgemaal; toepassen van een gesloten pompput met expansievat. Eerst vorming tegengaan Richt u in eerste instantie op het tegengaan van de omstandigheden waaronder H2S zich kan vormen. Dat kan door de ‘bron’ te beïnvloeden, dus te letten op de samenstelling en de temperatuur van het geloosde afvalwater. Zit het water al in (zuurstofloze omstandigheden in) het stelsel van drukriolering? Dan kunt u H2S-vorming tegengaan door de verblijftijd te beperken of zuurstof aan het water toe te voegen. Het gebruik van luchtinjectie op units is in ontwikkeling (zie Hybride systeem). Met 6 tot 10% luchtinjectie-units1 op strategische plaatsen in een drukrioolstelsel (in putten en eventueel bij tussengemalen) zou u de H2S-vorming fors kunnen verminderen. Maar de resultaten van en meningen over deze aanpak lopen nog uiteen. Effecten van H2S-vorming beperken Biedt het tegengaan van H2S-vorming onvoldoende soelaas, richt uw aandacht dan op beperking van de effecten bij het lozingspunt op het vrijvervalstelsel. Bijvoorbeeld door een goede locatiekeuze of goed ontwerp van het lozingspunt. Of door een stuk van het betonnen vrijvervalstelsel met coatings en/of bekleding te beschermen. Een goed ontwerp van het lozingspunt (zie Aanlegaspecten) kan ervoor zorgen dat H2S zich eerst in een aantastingsongevoelige put omzet in H2SO4. Vervolgens lost dit zich in het afvalwater op, vóórdat het in het aantastingsgevoelige betonnen vrij-vervalstelsel terechtkomt. Let op, want lozing onder water kan het aantastingsprobleem verplaatsen. Het in het afvalwater opgeloste H2S zal door turbulentie ergens benedenstrooms vrijkomen en condenseren op de buis- en putwanden. Dan vindt daar de aantasting plaats. Met deze speciale lozingsconstructie gebeurt dat gecontroleerd. Hierdoor doet het probleem zich benedenstrooms niet meer voor. Stelsel doorspoelen Andere remedies richten zich op beperking van de verblijftijd in het stelsel, toevoeging van H2S-reducerende additieven of ‘verdunning’ van het afvalwater bij het lozingspunt in het vrijvervalstelsel. Om de verblijftijd van het afvalwater in het stelsel te beperken en daarmee de kans op H2S-vorming te verminderen, kunt u het mechanische stelsel doorspoelen. Soms kan dat heel eenvoudig. Bijvoorbeeld door in een speciaal daarvoor bedoelde put een spoelinrichting te plaatsen die het spoelwater vanuit het oppervlaktewater in het stelsel brengt. Of door bij de meest bovenstroomse aansluiting ook regenwater op het stelsel aan te sluiten. Maar de beheerder van het oppervlaktewater heeft vaak bezwaren tegen een spoelconstructie met oppervlaktewater. 1Bij onvoldoende aanbod van afvalwater geeft de luchtinjectie-unit een extra luchtinjectie, waardoor er stroming in de persleiding blijft (reductie verblijftijd) en een goede vermenging van lucht en water tot stand komt.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.