Aandachtsgebied 1: Areaal

De fysieke gegevens of de areaalgegevens van uw stedelijk gebruikt u voor het opstellen van het waterbeleid, het uitvoeren van onderzoeken en het dagelijksbeheer. Voor deze drie activiteiten hebt u deels dezelfde en deels verschillende fysieke gegevens nodig. Meer informatie over welke gegevens u voor deze activiteiten nodig hebt, vindt u in de volgende onderdelen: Oppervlaktewatersysteem. In dit onderdeel vindt u informatie over de standaard die u kunt gebruiken voor het modelleren van het oppervlaktewatersysteem. Daarnaast leest u welke gegevens u moet vastleggen van de verschillende objecten binnen het oppervlaktewatersysteem. Riolering. In dit onderdeel leest u welke gegevens u moet vastleggen van de verschillende objecten van de riolering. Grondwater. In dit onderdeel vindt u informatie over de werking van het grondwatersysteem, en leest u welke gegevens u moet vastleggen van de factoren die van invloed zijn op deze werking. Maaiveldgegevens. In dit onderdeel vindt u een overzicht van de verschillende soorten maaiveldgegevens die er zijn. Belasting. In dit onderdeel vindt u informatie over de twee soorten belasting van water op het stedelijk watersysteem die er zijn. Aan alle objecten koppelt u in elk geval: een ID: identificatie; een begindatum; een einddatum. Van alle gegevens legt u de 'geldigheidsduur' vast. De geldigheidsduur is de periode waarvoor de gegevens 'waarde' hebben. De geldigheidsduur bestaat uit een begin- en een einddatum. De begindatum is bijvoorbeeld de datum waarop een object is aangelegd, een meting is uitgevoerd, of een sensor is gekalibreerd. De einddatum is bijvoorbeeld de datum waarop een object uit bedrijf is genomen of waarop een nieuwe meting is uitgevoerd. Voor objecten die nog functioneren kunt u de verwachte einddatum invullen, bijvoorbeeld op basis van de technische levensduur of het moment waarop de kalibratieperiode van een sensor verloopt.