Stappenplan

De gemeentelijke watertaken omvatten vele activiteiten. Vaak is niet helemaal duidelijk wie binnen welke afdeling welke rioleringszorgtaken uitvoert. De verbreding van de gemeentelijke watertaken maakt dit alleen nog maar complexer. Met het stappenplan in figuur A kunt u zelf een analyse van uw huidige en benodigde personele bezetting maken. Figuur A Schematisch overzicht stappenplanVergroot afbeelding Stap 1: Inventarisatie huidige situatie De huidige situatie is een belangrijk uitgangspunt om de benodigde formatie te bepalen voor de rioleringszorg- en grondwatertaken. Om de situatie in beeld te brengen kunt u het best met enkele direct betrokkenen de checklist van alle activiteiten doornemen en exact aangeven wie welke activiteit uitvoert. Houdt u binnen uw gemeente een urenregistratie bij? Dan kunt u ook nagaan wie hoeveel tijd boekt op welke activiteiten. Zo krijgt u een goed beeld van de huidige situatie rond de kwantitatieve invulling. De check op kennis en vaardigheden (kwalitatieve invulling) is een tweede slag in de analyse (zie verder Wat hebt u nodig?). Stap 2: Invulling gewenste/geplande deeltaken Nu bepaalt u welke activiteiten de komende vier tot vijf jaar moeten plaatsvinden. Het verbrede GRP is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Stap 3a: Bepalen benodigde formatie Hier stelt u vast welke personele inspanning voor de geplande deeltaken nodig is. Voor de deeltaken ‘planvorming’, ‘onderzoek’ en ‘facilitair’ zijn algemene kengetallen beschikbaar (zie Planvorming, onderzoek en facilitair).   De onderhoudsinspanningen bepaalt u op basis van de rioleringslengte en het aantal voorzieningen (zie Onderhoud). De geraamde investeringen zijn bepalend voor de personele inzet voor maatregelen (zie Maatregelen). Stap 3b: Toespitsing op de lokale situatie Factoren die bepalen hoeveel en welk personeel u nodig hebt, zijn: de grootte van uw gemeente; het ambitieniveau van uw gemeente; de kenmerken van het stelsel en de ondergrond (onderhoudsgevoeligheid); het aantal aansluitingen op mechanische riolering/IBA’s; de beschikbaarheid en toegankelijkheid van adequate gegevens over de toestand en het functioneren van de riolering; de effectiviteit en efficiëntie van uw organisatie. Op grond van deze factoren kunt u een verdere lokale invulling geven. Stap 4: Vergelijking, (her)overweging en oplossing Nu stelt u verschillen tussen de huidige en de benodigde bezetting vast en analyseert deze. Op basis daarvan bepaalt u welke mogelijkheden er zijn om de verschillen teniet te doen of te ondervangen.