In het kennisbankhoofdstuk Juridisch en Beleid leest u juridische ins en outs van het stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet. Het licht de belangrijkste veranderingen toe en legt uit hoe u met de kerninstrumenten van de wet vorm kunt geven aan het stedelijk waterbeheer. Hoe steekt het ook al weer in elkaar?
Ook met het stelsel van de Omgevingswet moet de gemeente werk maken van de u bekende gemeentelijke zorgplichten, straks gemeentelijke watertaken genoemd. De gemeentelijke omgevingsvisie beschrijft de hoofdlijnen van het beleid. Deze hoofdlijnen kunt u nader uitwerken in het Water- en rioleringsprogramma (Wrp). Dit programma is vergelijkbaar met het vertrouwde rioleringsplan. Ten slotte staan in het omgevingsplan de juridisch bindende regels.
Wat moet er gebeuren?
Het Rijk regelt veel minder zelf en laat regelgeving voor een groot deel over aan de gemeente. Denk aan de regels voor de wat minder milieubelastende bedrijven. Ook de lozingsregels (voor lozingen in de riolering of in de bodem) moet de gemeente zelf gaan vaststellen. Totdat uw gemeente dat gedaan heeft, staan deze door het Rijk geschrapte regels in de bruidsschat. Maar omzetten van de bruidsschatregels kost natuurlijk veel tijd.
Daarnaast is van belang dat de gemeente ook veel huidige eigen regels een plek moet geven in het omgevingsplan. Denk aan een eventuele aansluitverordening. Daarom is er een zogenoemde ‘transitieperiode’ bedacht. Tot en met 2029 hebben gemeenten de tijd om alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving in het omgevingsplan op te nemen. U leest bijvoorbeeld hoe de watertoets (‘weging van het waterbelang’) is veranderd. Ook wordt beschreven welke regels in het omgevingsplan opgenomen kunnen worden om klimaatadaptief bouwen en inrichten te stimuleren. Wil de gemeente haar burgers en bedrijven tot afkoppelen en het realiseren van waterberging aanzetten? Dan leest u hier de mogelijkheden.
Verordeningen
Naast het gemeentelijke omgevingsplan licht het nieuwe kennisbankonderdeel toe wat de inhoud is van de waterschapsverordening en de provinciale omgevingsverordening. De waterschappen krijgen net als de gemeenten een bruidsschat. Hierin staan de door het Rijk losgelaten regels voor lozingen op oppervlaktewater.
Tot slot is het goed te bedenken dat de Omgevingswet niet alle wetten van nu integreert. De ‘waterhinderbepalingen’ uit het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet bestuursrecht en de Drinkwaterwet blijven gewoon zelfstandig bestaan. Ook daarover krijgt u in vogelvlucht informatie.
Weetje: voor wateractviteiten blijft een aparte omgevingsvergunning bestaan
Als een initiatiefnemer een activiteit wil uitvoeren, zal deze altijd aan de algemene en specifieke zorgplicht(en) moeten voldoen. Daarbovenop kan het zijn dat, net als onder het huidige recht, een melding moet worden gedaan of een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Met de Omgevingswet is er één integrale omgevingsvergunning voor tal van activiteiten. Wie verschillende vergunningplichtige activiteiten tegelijkertijd aanvraagt, krijgt uiteindelijk één vergunning. Maar let op: voor wateractiviteiten blijft een aparte omgevingsvergunning bestaan. Water heeft zogezegd een status aparte in het nieuwe stelsel.
