We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In de omgevingsvisie worden, ook voor het stedelijk waterbeheer, de hoofdlijnen van het integrale beleid beschreven. Bij de ontwikkeling van de omgevingsvisie moet rekening worden gehouden met een viertal milieubeginselen die ook essentieel zijn voor het stedelijk waterbeheer.
Integrale omgevingsvisie bevat beleid op hoofdlijnen In een omgevingsvisie – een nieuw en verplicht instrument onder de Omgevingswet – worden op hoofdlijnen de huidige kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied, en het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving beschreven (art. 3.2 Ow). In de omgevingsvisie komt
Integrale omgevingsvisie bevat beleid op hoofdlijnen In een omgevingsvisie – een nieuw en verplicht instrument onder de Omgevingswet – worden op hoofdlijnen de huidige kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied, en het integrale beleid voor de fysieke leefomgeving beschreven (art. 3.2 Ow). In de omgevingsvisie komt de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed aan de orde. De gemeente stelt één omgevingsvisie vast voor het hele grondgebied. Daarnaast kan de gemeente samen met een andere gemeente of met de provincie een gezamenlijke of regionale omgevingsvisie opstellen. De omgevingsvisie is vormvrij en is niet gebonden aan een termijn. Een nadere uitwerking van dit beleid op hoofdlijnen vindt plaats in programma's en bestuurlijke afspraken. Hierin worden ook de maatregelen die moeten worden uitgevoerd, opgenomen. Denk hierbij concreet aan een Water- en rioleringsprogramma (Wrp). Waar nodig of verplicht worden regels aan activiteiten verbonden. Die juridisch bindende regels – zoals algemene regels of vergunningplichten – worden opgenomen in het omgevingsplan, de waterschapsverordening en/of de omgevingsverordening. In tabel A wordt een overzicht gegeven van de kenmerken van de omgevingsvisie en de uitwerking hiervan in het programma en het omgevingsplan. Tabel A Overzicht van de relatie tussen omgevingsvisie, programma en omgevingsplan Omgevingsvisie Uitwerking omgevingsvisie Programma Omgevingsplan Karakter Strategisch, integraal, politiek-bestuurlijk Uitvoeringsgericht, (multi)sectoraal, strategische elementen mogelijk Uitvoeringsgericht en kaderstellend Inhoud Ontwikkeling, gebruik, beheer, bescherming en behoud van de fysieke leefomgeving als geheel Uitwerking beleid voor bepaalde sector of bepaald gebied Bindende regels voor burgers en bedrijven Samenhang domeinen Eén integraal ontwikkelings- beleid voor de fysieke leefomgeving (Multi)sectoraal, inzetten op afstemming, coördinatie verschillende domeinen Eén integraal kader met bindende regels Horizon Lange termijn Korte en lange termijn Korte en lange termijn Werking Basis voor programma's en andere handelingen van het orgaan dat de visie vaststelt Basis voor maatregelen van het orgaan dat het programma vaststelt Kaderstellende basis voor initiatieven Juridische status Bindt alleen het orgaan dat de visie vaststelt; wordt vastgesteld door de gemeenteraad Bindt alleen het orgaan dat het programma vaststelt; wordt vastgesteld door B&W Bindt burgers en bedrijven; wordt vastgesteld door de gemeenteraad De integrale omgevingsvisie is verplicht gesteld voor Rijk, provincies en gemeenten. Deze visie bindt alleen het overheidsorgaan dat de visie heeft vastgesteld. Particulieren, bedrijven en andere overheden zijn er dus formeel-juridisch niet aan gebonden. Er staan ook geen juridisch bindende regels in de omgevingsvisie. Die staan immers in het omgevingsplan. Gemeenten hebben vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet drie jaar de tijd om een omgevingsvisie vast te stellen. Waterschap maakt geen integrale omgevingsvisie Waterschappen maken (als functioneel bestuursorgaan) geen integrale omgevingsvisie. Maar zij moeten wel worden betrokken bij het opstellen van de omgevingsvisies (art. 2.2 Ow). Menig waterschap heeft overigens wel een visie op het beheer van watersystemen (ook wel 'blauwe omgevingsvisie' genoemd), en gebruikt deze in het gesprek met provincies en gemeenten om tot hun omgevingsvisies te komen. De waterschapsvisie vormt ook input voor het wél verplichte eigen waterbeheerprogramma (WBP), dat eens in de zes jaar wordt vastgesteld. Rekening houden met milieubeginselen Bij het ontwikkelen van een omgevingsvisie moet rekening worden gehouden met enkele milieubeginselen die voortkomen uit het Europees milieubeleid en die juist ook essentieel zijn voor het stedelijk waterbeheer (art. 3.3 Ow): het voorzorgbeginsel; het preventiebeginsel; het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden (het 'bronbeginsel'); het beginsel 'de vervuiler betaalt'. Voorbeelden van concreet omgaan met de milieubeginselen Het is voorstelbaar is dat een (provincie of) gemeente uit voorzorg en vanwege het beginsel van preventie liever geen nieuwbouw plant in gebieden die gevoelig zijn voor wateroverlast of zelfs overstromingen. Maar als de ruimte om te bouwen schaars is, kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om gronden voorafgaand aan het bouwen op te hogen (zonder dat dit leidt tot afwenteling van wateroverlastproblemen op de nabije omgeving). De lokale omstandigheden zijn hier doorslaggevend. Zo is het ophogen van gronden in veengebieden af te raden vanwege het bodemdalingsprobleem aldaar. De milieubeginselen kunnen ook belangrijk zijn in bestaande wijken, als daar uitbreidingen worden gepland. Door als gemeente in bestaande waterprobleemwijken anders te bouwen kan de kans op wateroverlast zoveel mogelijk worden beperkt. Bij voorgenomen herinrichtingsprojecten van het openbare gebied kan rekening houden met deze beginselen ook helpen om wijken meer klimaatadaptief te maken. Wat het 'bronbeginsel' betreft kan bijvoorbeeld worden gewezen op de relatie met de voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater (die in de Wet milieubeheer blijft staan). Het verdergaand voorkómen van afvalwaterstromen kan een bewuste beleidskeuze zijn, en kan er bijvoorbeeld toe leiden dat in de omgevingsvisie wordt opgenomen dat hergebruik van afvalwater binnen bedrijven (en particuliere huishoudens) gestimuleerd wordt. Zo worden riolering, bodem en oppervlaktewater zoveel mogelijk gespaard. In omgevingsvisies kan aan de hand van de milieubeginselen worden bedacht wat wijsheid is, waarbij rekening wordt gehouden met ontwikkelingen die al plaatsvinden dan wel voorzien worden. Zo kan nieuwbouw niet altijd zonder meer plaatsvinden in bodemdalingsgebieden (veenpolders). En vanwege de toename van extreme weersomstandigheden kan het uit voorzorg verstandig zijn woningen van een wat hoger bouw-/vloerpeil te voorzien. En de toenemende hittestress kan een reden zijn om meer waterpartijen en groen aan te leggen in nieuwbouwwijken. Vroegtijdige publieksparticipatie Bij het ontwikkelen van een omgevingsvisie is vroegtijdige publieksparticipatie verplicht gesteld (art. 10.7 Omgevingsbesluit). Bij het vaststellen van de omgevingsvisie moet worden aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding betrokken zijn geweest en wat de resultaten hiervan zijn. Als een omgevingsvisie wordt vastgesteld door de gemeenteraad of door Provinciale Staten, wordt daarbij aangegeven op welke wijze invulling is gegeven aan het toepasselijke decentrale participatiebeleid. Stedelijk waterbeheer concreet maken in de gemeentelijke omgevingsvisie De gemeentelijke omgevingsvisie bevat, in relatie tot het stedelijk waterbeheer ( vgl. art. 3.2 Ow): Een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van het water- en bodemsysteem en de waterketen (als elementen van de fysieke leefomgeving); kortweg: een korte beschrijving van het water- en bodemsysteem; een korte beschrijving van de afvalwaterketen en de historie (ouderdom) van de riolering; de verhouding in typen rioolstelsel (gemengd, gescheiden en/of verbeterd gescheiden); een beschrijving van potentiële knelpunten als gevolg van klimaatverandering; deze blijken uit de uitgevoerde stresstesten en de hierbij behorende kaarten; een beschrijving van de waterkwaliteit op hoofdlijnen. De hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied, met daarbij een beschrijving van de ruimtelijke gevolgen en de behoeften aan ruimtegebruik. Het betreft hier zowel de onder- als de bovengrond en ook het (grond)water. Voorbeelden van ontwikkelingen zijn de voorgenomen aanleg van woonwijken, bedrijventerreinen en infrastructuur (waaronder riolering), ondergrondse bouwprojecten, natuurontwikkeling, energietransitie en het klimaatadaptief inrichten van de openbare ruimte. De hoofdzaken van het voor het stedelijk waterbeheer te voeren integrale beleid. In de omgevingsvisie geeft de gemeente aan: hoe zij op hoofdlijnen de gemeentelijke watertaken invult, welke strategische beleidsdoelen hiervoor zijn bepaald en hoe (en met wie) zij wil werken aan het realiseren van deze doelen, waarbij het handig kan zijn om per watertaak onderscheid te maken tussen beleidsdoelen voor: het buitengebied en de bebouwde kom; nieuwbouw en bestaande bouw; de openbare en de private ruimte; generiek en gedifferentieerd beleid (gebiedsspecifiek kunnen verschillende keuzes worden gemaakt). Meer informatie over de gemeentelijke omgevingsvisie Meer informatie over de gemeentelijke omgevingsvisie in relatie tot het stedelijk waterbeheer, voorzien van concrete voorbeelden, is te vinden in hoofdstuk 4 van de Handreiking Stedelijk waterbeheer onder de Omgevingswet. Ook vindt u meer informatie over de gemeentelijke omgevingsvisie bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO), of bekijk het webinar Stedelijk water in de omgevingsvisie.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.