We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeente Enschede heeft de afgelopen jaren in proeftuinverband risicogestuurd beheer praktisch toepasbaar gemaakt voor haar (afval)waterbeheer. De resultaten zijn ook bruikbaar voor andere gemeenten en waterschappen. Met risicogestuurd (afval)waterbeheer kunnen beheerders, bestuurders en uitvoerders de gemaakte keuzes over te verwachten serviceniveau en bijbehorende lasten helder maken, zowel naar elkaar als naar burgers
De gemeente Enschede heeft de afgelopen jaren in proeftuinverband risicogestuurd beheer praktisch toepasbaar gemaakt voor haar (afval)waterbeheer. De resultaten zijn ook bruikbaar voor andere gemeenten en waterschappen. Met risicogestuurd (afval)waterbeheer kunnen beheerders, bestuurders en uitvoerders de gemaakte keuzes over te verwachten serviceniveau en bijbehorende lasten helder maken, zowel naar elkaar als naar burgers en bedrijven. Het rapport beschrijft de in de proeftuin gevolgde aanpak en de bereikte resultaten. Het belangrijkste resultaat is dat de gemeente de methodiek van risicogestuurd beheer praktisch hanteerbaar heeft gemaakt. De aanpak is ook bruikbaar voor andere gemeenten en waterschappen, maar vergt op onderdelen een vertaling naar de eigen context. De in Enschede ontwikkelde werkwijze vraagt nog wel om een verdere uitwerking en verinnerlijking in de organisatie. Hiermee gaan de proeftuindeelnemers dit jaar aan de slag. Aanleiding en doel Het gemeentelijk rioleringsplan van Enschede (GRP 2012-2015 "Scherper op koers") stelt dat de gemeente de kostenstijging voor het stedelijk waterbeheer moet afvlakken. Hiervoor moet de gemeente het beheer grondig bijsturen. Om dit verantwoord te kunnen doen, is meer inzicht nodig in de relatie tussen de geleverde inspanning in het stedelijk waterbeheer en de voor bewoners en bedrijven merkbare gevolgen daarvan. De ernst en frequentie van deze gevolgen zijn onderling vergelijkbaar te maken door deze in een risicocategorie in te delen. Enschede wil grote risico's voorkomen of beperken en kleine risico's accepteren. Dit heeft geleid tot de introductie van risicogestuurd beheer. Opzet proeftuin De proeftuin van Enschede, waterschap Vechtstromen, STOWA en Stichting RIONED is in 2012 begonnen met enkele workshops om medewerkers van de verschillende disciplines binnen en buiten de gemeente met elkaar en elkaars werkveld te laten kennismaken. Vervolgens hebben de deelnemers uitgebreid met elkaar gesproken over hoe zij nu keuzes maken. Kijkend naar de methoden en technieken van risicogestuurd beheer hebben ze gediscussieerd over de toepassing ervan in hun denken en handelen. Daarna hebben de deelnemers zich verdeeld over werkgroepen om risicogestuurd beheer binnen een bepaald aandachtsgebied (voor Enschede onder meer rioolvervanging en grondwateroverlast) vorm te geven. Werkwijze De werkgroepen hebben gewerkt aan instrumenten die de gemeente kan inzetten om risicogestuurd beheerafwegingen te maken en investeringsbeslissingen te nemen. Het centrale instrument is een voor de gemeente Enschede ingevulde risicomatrix. Hierin zijn eerst de belangrijkste waarden van de gemeente vastgelegd, zoals veiligheid & gezondheid, kwaliteit leefomgeving en financiën. Daarna is het effect van bepaalde (ongewenste) gebeurtenissen op die organisatiewaarden bepaald en vervolgens de kans dat zo'n effect optreedt. Het risico is: de kans dat een gebeurtenis optreedt, vermenigvuldigd met het effect van die gebeurtenis. Omdat falen van riolering vaak nog niet rechtstreeks is te relateren aan de ernst van het daarbij optredende effect, zijn ook maatstaven en meetmethoden afgesproken die de risicomatrix voor het beheer praktisch toepasbaar maken. Met deze systematiek kunnen waterschap en gemeente voor één beheerthema (bijvoorbeeld riolering) en tussen de beheerthema's onderling (zoals riolering, grondwater en oppervlaktewaterkwaliteit) de verschillende risico's en (het nut van) maatregelen afwegen. Zo kunnen ze kosten besparen met inzicht in de consequenties voor de risico's. Risicogestuurd beheer maakt daarmee de relatie tussen de lasten en de maatschappelijke baten beter inzichtelijk en geeft zo een onderbouwing van de beleidskeuzes in het GRP. Resultaten Voor de aandachtsgebieden rioolvervanging, wateroverlast en grondwateroverlast is een uniforme en transparante afwegingsmethodiek ontwikkeld, waarmee problemen en oplossingen zijn te prioriteren op basis van ernst en frequentie van effecten. Voor politiek en bestuur is zo de relatie tussen lokale lasten en geboden serviceniveau beter inzichtelijk te maken. Een ander waardevol resultaat van de proeftuin is dat binnen en tussen betrokken vakdisciplines meer begrip is ontstaan voor elkaars belangen en werkwijze. Dit bevordert de integrale afstemming. Aandachtspunten In de proeftuin waren drie zaken medebepalend voor de voortgang van de werkzaamheden: De kwetsbaarheid van de organisatie(s). Zowel de gemeente als het waterschap is als organisatie kwetsbaar door het kleine aantal vakspecialisten dat zich met (afval)waterbeheer bezighoudt. De kennis van en ervaring met het stedelijk watersysteem zitten bij weinig medewerkers, die vaak alleen verantwoordelijk zijn voor een deeltaak. Bij afwezigheid van een vakspecialist ontstaat direct een probleem. De informatie over ligging, kwaliteit en functioneren van (onderdelen van) de riolering was beperkt beschikbaar. Omdat leidingen onder de grond liggen, is slecht zichtbaar of de gegevens in het beheersysteem afwijken van de werkelijkheid. Daarom grijpt Enschede de actualisatie van het basisrioleringsplan aan om de beschikbare informatie te valideren en waar nodig aan te passen. Het klachten- en meldingensysteem was moeilijk met het rioleringsbeheersysteem te koppelen. Het informatiesysteem voor klachten en meldingen is goed ingericht op het beantwoorden van vragen en het afhandelen van meldingen van burgers. Maar een koppeling met de informatie in de rioleringsbeheersystemen is nauwelijks te maken. Het inzicht in het feitelijk functioneren van de riolering is sterk te verbeteren als deze koppeling er wel is. Vervolg In 2015 werken waterschap en gemeente de methode verder uit, zodat deze concreet is toe te passen bij het nieuwe basisrioleringsplan (BRP), het vervangingsplan riolering en het nieuwe GRP. Stichting RIONED en STOWA blijven de proeftuin volgen en verwerken de resultaten in de Handreiking Assetmanagement Stedelijk Waterbeheer, die in ontwikkeling is. Bekijk het rapport.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.