De Europese norm EN 13508-2 gaat over het waarnemen en registreren van codes en omvang van toestandsaspecten bij visuele inspectie. Inspecteurs registreren in genormeerde omschrijvingen en meten/schatten de omvang van waarnemingen in mm (bijvoorbeeld scheurvorming), % van de hoogte of het oppervlak (bijvoorbeeld waterhoogte), graden (bijvoorbeeld hoekverdraaiing) of aantallen (bijvoorbeeld ongedierte).

Historie en ontwikkelingen visuele inspectie

2004: Classificatie van 1 tot 5 en uitwisselformaat SUF-RIB

Tot 2020 werd de NEN-EN 13508-2 niet volledig in Nederland gebruikt. Sinds 2004 werkten we (aanvullend) met de NEN 3399. Deze Nederlandse norm gaf aan welke toestandsaspecten uit de NEN-EN 13508-2 in ons land normatief waren. Ook bevatte de NEN 3399:2004 een classificatiemethodiek. Hierbij deelde een inspecteur elke waarneming direct in globale klassen van 1 tot 5 in. Dankzij de classificatie konden beheerders eenduidig ingrijpmaatstaven toepassen en analyses en planningen maken op strategisch, tactisch en operationeel niveau. De NEN 3399:2004 vormde de basis voor SUF-RIB, het standaardformaat waarmee inspectiebedrijven en beheerders inspectiegegevens uitwisselden.

N.B. De standaarduitwisselformaten SUF-RIB en RibX wisselen niet de klasse maar de 13508-2-code uit. Als een inspecteur bijvoorbeeld een verticale deformatie van klasse 4 registreerde, stond in het SUF-RIB-bestand de bandbreedte van de klasse: BAA A 10%-15%. De software van de rioolinspectiebedrijven en van de rioleringsbeheerder classificeerde deze bandbreedte dan tot klasse 4.

2015: Vereenvoudigde classificatie en uitwisselformaat GWSW-RibX

In 2011 is de NEN-EN 13508-2 herzien, waardoor ook de NEN 3399 moest worden aangepast. De NEN 3399:2015 had twee aanpassingen:

  1. De visuele inspectie van putten.
  2. Een sterk vereenvoudigde classificatiemethodiek: van een aantal toestandsaspecten werd niet meer de omvang genoteerd, maar alleen óf iets geconstateerd werd. Het idee erachter was dat het voor inspecteurs makkelijker zou zijn, dat de kans op foutieve waarnemingen kleiner zou zijn en dat het goedkoper zou zijn.

Vanaf 2015 is ook het SUF-RIB vervangen door het uitwisselformaat GWSW-RibX. Het RibX bevat de hele omvang van de NEN-EN 13508-2:2011 en is ook toepasbaar bij inspecties conform de NEN 3399:2015 en de NEN 3399:2004. Met het RibX is ook informatie over kolkeninspectie en -reiniging uit te wisselen.

Te weinig beheerinformatie

Helaas pakte de vereenvoudiging niet goed uit. Gemeenten vroegen aan aannemers om te inspecteren en registreren volgens de NEN 3399. In de praktijk legden inspecteurs daarom niet de details van de waarnemingen conform de Europese norm vast, maar alleen de klassen. Met de vereenvoudiging in klassen kregen beheerders te weinig informatie om goed te kunnen beheren. Daarom zijn de meeste rioleringsbeheerders teruggevallen op de ongeldige norm uit 2004.

Een groep gemeenten sloeg alarm. In 2017 hebben de normcommissie Afvalwatertechniek, Stichting RIONED en vertegenwoordigers van de belanghebbenden uitgebreid geïnventariseerd en gediscussieerd. Er was opnieuw herziening nodig: vanaf 2020 inspecteren we ook in Nederland conform de NEN-EN 13508-2 uit 2011. De NEN 3399 is ingetrokken en wordt niet meer gebruikt.

Tabel A Verschillen tussen normen visuele inspectie
  tot en met 2014 2015 - 2019 vanaf 2020
Norm NEN 3399:2004 NEN 3399:2015 NEN-EN 13508-2+A1:2011
Wat wordt geregistreerd? globale klassen beperkt aantal globale klassen gemeten of geschatte waarden (details)
Normbereik alleen leidingen leidingen en putten leidingen en putten
Uitwisselformaat SUF-RIB 2.1 RibX RibX 1.3.2 of hoger1
Wie inspecteert? inspecteur inspecteur inspecteur
Wie classificeert? inspecteur inspecteur beheerder (met behulp van software)
Contractvorming eenduidig rommelig eenduidig

Veranderde rollen inspecteur en beheerder

De transitie per 2020 heeft gevolgen voor de rolverdeling tussen inspecteur en beheerder. Voor 2020 schreef de NEN 3399 voor dat de inspecteur classificeerde. Sinds 2020 is de beheerder verantwoordelijk voor de classificatie (zie figuur A). In de praktijk is voor de meeste beheerders niet veel veranderd. De beheerpakketten classificeren immers nog steeds automatisch de waarnemingen uit de RibX-bestanden (zie het kader hierboven).

Schematische weergave veranderende rollen
Figuur A Schema met belangrijkste veranderingen 2020 (Bron: Stichting RIONED) Vergroot afbeelding

Wat wél veranderd is, is dat de inspecteur zijn waarneming nu volledig conform de NEN-EN 13508-2 vastlegt. Dit betekent dat de beheerder behalve de klasse ook detailinformatie van de waarneming kan gebruiken voor analyse. Met de NEN 3399 ging veel detailinformatie verloren.

Van werken met klassen naar werken met toleranties

In de huidige werkwijze (volgens de NEN-EN 13508-2) registreren inspecteurs waarnemingen met een bepaalde tolerantie. De toleranties staan in de Leidraad voor het visueel inspecteren van de buitenriolering volgens NEN-EN 13508-2. Vóór 2020 legden inspecteurs klassen vast volgens de NEN 3399.

Het werken met toleranties verschilt van het werken met klassen:

  1. Soms ligt de waarde van een toestandsaspect vlak bij een klassegrens (zie voorbeeld 1 in het kader hieronder). Bij de NEN 3399 moest de inspecteur dan een hard besluit nemen in welke klasse het toestandsaspect viel. Zeker wanneer de klassegrens dicht bij een ingrijpmaatstaf lag, had de registratie van de inspecteur een groot gevolg voor de beheerder. De waarde met tolerantie geeft veel beter inzicht in de werkelijke toestand. In dit voorbeeld ziet de beheerder dat de waarde dicht bij de klassegrens ligt.
  2. De klassen uit de NEN 3399 zijn globaal. Zeker klassen 4 en 5 hebben een groot bereik (zie voorbeeld 2 in het kader hieronder). Voor het beheer maakt het veel uit of een toestandsaspect een waarde heeft onder in de klasse of boven in de klasse én of het toestandsaspect toeneemt in grootte in de loop van de tijd.

Voorbeeld 1

BBC C van ongeveer 25%
Figuur B Bezonken afzetting (Bron: Vandervalk+degroot) Vergroot afbeelding
Voorbeeld BBC
Figuur C Twee metingen van twee inspecteurs van dezelfde bezonken afzetting (BBC) (Bron: Stichting RIONED) Vergroot afbeelding

Inspecteur A meet 23%, inspecteur B 28% (zie figuur C). Met de NEN 3399 registreerde inspecteur A klasse 3 (NEN 3399:2004) of klasse 2 (NEN 3399:2015). Met de NEN 3399 registreerde inspecteur B klasse 4 (NEN 3399:2004 en NEN 3399:2015). Voor een beheerder is dit een verschil tussen in de gaten houden (registratie van inspecteur A) en ingrijpen (registratie van inspecteur B). Met de NEN-EN 13508-2 registreert inspecteur A 23% en inspecteur B 28%. De tolerantie is 5%. De beheerder ziet dat beide geregistreerde waarden vlak bij de ingrijpmaatstaf liggen.

Voorbeeld 2

Leiding met instekende inlaat van ongeveer 27%
Figuur D Instekende inlaat A (Bron: Vandervalk+degroot) Vergroot afbeelding
Instekende inlaat ongeveer 60%
Figuur E Instekende inlaat B (Bron: Vandervalk+degroot) Vergroot afbeelding

 

Voorbeeld 2 BAG
Figuur F Twee metingen van twee verschillende instekende inlaten (BAG) (Bron: Stichting RIONED)
Vergroot afbeelding

De inspecteur meet 27% bij inlaat A en 60% bij inlaat B. Met de NEN 3399 registreerde de inspecteur voor beide inlaten klasse 5 (NEN 3399:2004 en NEN 3399:2015). Een beheerder zag op basis van de registratie dus geen verschil tussen inlaat A en inlaat B. En klasse 5 ligt boven de ingrijpmaatstaf. Met de NEN-EN 13508-2 registreert de inspecteur 27% bij inlaat A en 60% bij inlaat B. De tolerantie is 5%. De beheerder ziet dat de geregistreerde waarde van inlaat A vlak bij de ingrijpmaatstaf ligt. De waarde van inlaat B ligt ver boven de ingrijpmaatstaf.

Voordelen visuele inspectie sinds 2020 volgens NEN-EN 13508-2

  • Beheerders kunnen sneller de conditie van rioleringsobjecten analyseren. Met de NEN 3399 moesten zij veel van de inspectiebeelden zelf bekijken, bijvoorbeeld om te weten hoe groot de schade in een waarneming precies was. Nu krijgt de beheerder meer details van de inspecteur. Dat maakt ook betere filtering op echte knelpunten mogelijk.
  • Beheerders kunnen beter beoordelen of de conditie van een leiding stabiel is of verandert in de tijd. Is een scheur breder geworden sinds de vorige inspectie? Of steekt een inlaat verder in? De details uit de inspectie laten de beheerder ook binnen een klasse kijken.
  • Beheerders kunnen betere keuzes maken over inspectie en onderhoud, omdat ze meer inzicht hebben in hun stelsel. Misschien is later ingrijpen mogelijk of volstaat reparatie of renovatie in plaats van vervanging. Ook zijn de onzekerheidsmarges in de planningen kleiner.
  • Het vastleggen van de details past in ontwikkelingen als bigdata-analyse en machinelearning.

Meer weten

Bekijk de brochure Visuele inspectie nieuwe stijl; werkwijze per 2020 en uw voorbereiding daarop.
 


1. In RibX kunnen ook gegevens van kolken worden geregistreerd.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel