We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor een vgs 2.0-gemaal heeft sturen op waterkwantiteit de voorkeur, omdat dit het eenvoudigst is. Een belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat de waterkwantiteit een goede voorspeller is van de waterkwaliteit. Is dat niet zo, dan komt sturen op waterkwaliteit in beeld. Dat kan het geval zijn als de dwa in het hemelwaterstelsel meerder
Voor een vgs 2.0-gemaal heeft sturen op waterkwantiteit de voorkeur, omdat dit het eenvoudigst is. Een belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat de waterkwantiteit een goede voorspeller is van de waterkwaliteit. Is dat niet zo, dan komt sturen op waterkwaliteit in beeld. Dat kan het geval zijn als de dwa in het hemelwaterstelsel meerdere bronnen heeft. Een combinatie van bijvoorbeeld foutaansluitingen en (variabele) lozingen vanuit een bronnering of WKO-installatie kan leiden tot een onvoorspelbare kwaliteitsvariatie tijdens dwa. Waterkwaliteitssensoren Met waterkwaliteitssensoren kunt u een vgs 2.0-gemaal sturen op waterkwaliteit. Deze sensoren zitten in het hemelwatergemaal om de kwaliteit van het aangevoerde water te bepalen (zie figuur A). Als de sensor laat zien dat het water schoon is, gaat de afvoer naar het oppervlaktewater (P4 actief). Is het water vies, dan voert het stelsel af richting rwzi (P3 actief). Als u waterkwaliteitssensoren gebruikt, is de voornaamste vraag welke parameter de sensoren moeten meten. Op basis van welke parameter beoordeelt u of het water schoon of vies is? Daarbij moet u rekening houden met het feit dat niet voor alle ‘interessante’ parameters sensoren beschikbaar zijn die de vuilconcentratie hoogfrequent in beeld kunnen brengen. Zo is voor veel watersystemen de emissie van nutriënten (stikstof en fosfaat) relevant, maar is er vooralsnog geen sensor die deze stoffen hoogfrequent kan meten, die onderhoudsarm is en die over een langere periode de condities in een hemelwaterriool ‘overleeft’. In enkele praktijkproeven zijn sensoren voor elektrisch geleidend vermogen, sensoren voor turbiditeit en UV/VIS-sensoren toegepast om een vgs 2.0-gemaal te sturen op waterkwaliteit. Figuur A Waterkwaliteitssensoren in vgs 2.0-hemelwatergemaalVergroot afbeelding Snelle vervuiling sensoren De ervaringen met waterkwaliteitssensoren in de praktijkproeven zijn wisselend. De sensoren geven veel inzicht in processen die zich in het hemelwaterstelsel afspelen, zoals verdunning tijdens hwa, opwoeling van bezonken materiaal in het stelsel, foutaansluitingen en onverwachte pieklozingen tijdens droog weer. Maar de sensoren blijken soms erg gevoelig voor vervuiling en zijn daardoor moeilijk ‘aan de praat’ te houden. Egv-sensoren zijn over het algemeen vrij ongevoelig voor vervuiling op de meetsondes. Maar de optische troebelheids- en UV/VIS-sensoren kunnen vrij snel vuil op de lenzen krijgen, dat (bij de UV/VIS-sensor) niet meer met de automatische luchtreiniging is te verwijderen. De gevoeligheid voor vervuiling was al bekend bij sensoren in de gemengde riolering en in rwzi’s waar de sensoren in ruw afvalwater hangen. Dat snelle vervuiling ook een rol speelt bij gebruik in de hemelwaterriolering was onverwacht. De vervuiling van sensoren bleek in de praktijkproeven slecht te doorgronden. Hetzelfde type sensor vervuilt in het ene hemelwaterstelsel veel sneller dan in het andere hemelwaterstelsel. Waarschijnlijk is dit te wijten aan specifieke bestanddelen in het water dat langs de sensor stroomt. Welke bestanddelen dit zijn, is niet onderzocht. Dat meer factoren een rol spelen, blijkt uit het feit dat in dezelfde praktijkproef de ene optische sensor (UV/VIS) veel last heeft van vervuiling en de andere optische sensor (troebelheid) nauwelijks. Signaalverloop (drift) door vervuiling Het gevolg van vervuilde troebelheids- en UV/VIS-sensoren is een signaalverloop (drift). De sensor ziet de lensvervuiling aan voor vervuiling in het water, waardoor de gemeten concentraties vuilstoffen fors kunnen toenemen. Hierdoor leent het signaal zich niet meer voor permanente sturing op waterkwaliteit. De sensoren geven immers niet meer de werkelijke waterkwaliteit weer, waardoor deze geen betrouwbaar inputsignaal meer vormt voor het sturingsalgoritme. Tijdelijk gebruik sensoren In de praktijkproeven is getest of waterkwaliteitssensoren zich lenen voor permanent gebruik in hemelwaterstelsels voor sturing op waterkwaliteit van vgs 2.0-gemalen. Dat blijkt niet het geval. Veel sensoren hebben te veel last van vervuiling om – zonder een intensief onderhoudsprogramma – langdurig een betrouwbaar inputsignaal te genereren. Maar dit type sensoren leent zich wel goed om af en toe te gebruiken, bijvoorbeeld voor een stelseldiagnose. Als u de sensoren enkele weken gebruikt en goed (regelmatig) onderhoudt, krijgt u veel inzicht in het stelselfunctioneren en daarmee een goede onderbouwing voor het sturingsalgoritme van een vgs 2.0-gemaal.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.