We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om uit de ruwe meetreeksen betrouwbare meetreeksen te genereren, is validatie van de ruwe meetgegevens nodig. Valideer in eerste instantie zo veel mogelijk automatisch om tijd te besparen. Na de validatie krijgen de meetwaarden een kwaliteitslabel. Het label geeft aan hoe betrouwbaar de waarden zijn. De meetgegevens zijn te valideren op de volgende regels: 'Maximumcheck’. Controle of de meetwaarde kl
Om uit de ruwe meetreeksen betrouwbare meetreeksen te genereren, is validatie van de ruwe meetgegevens nodig. Valideer in eerste instantie zo veel mogelijk automatisch om tijd te besparen. Na de validatie krijgen de meetwaarden een kwaliteitslabel. Het label geeft aan hoe betrouwbaar de waarden zijn. De meetgegevens zijn te valideren op de volgende regels: 'Maximumcheck’. Controle of de meetwaarde kleiner is dan een opgegeven maximale reële meetwaarde. De rioolwaterstand is bijvoorbeeld nooit hoger dan het niveau van de putdeksel. ‘Minimumcheck’. Controle of de meetwaarde groter is dan een opgegeven minimale reële meetwaarde. Neerslag is nooit negatief en de minimumwaterstand is niet lager het niveau van de putbodem of het uitslagpeil van het gemaal. Voer de minimumcheck bij voorkeur uit op basis van de sensorhoogte. ‘Maximumdeltacheck’. Controle of het verschil tussen twee opeenvolgende meetwaarden niet te groot is. De waterstand kan bijvoorbeeld niet meer dan 1 meter stijgen in 1 minuut. ‘Minimumdeltacheck of levendigheidscheck’. Als er langere tijd geen verschillen tussen de meetwaarden zijn, kan dit op een storing duiden. Als de debietmeetwaarde anders dan 0 op vier opeenvolgende tijdstippen tot op 1/1000 exact gelijk is, is de waarde twijfelachtig. ‘Missing value’. Als een meetgegeven ontbreekt, krijgt de meting bijvoorbeeld de waarde 99. Belangrijk is dat de waarde een markering als missende waarde krijgt, omdat anders misschien toch (per ongeluk) wordt gerekend met 99 als meetwaarde. Kies de grenswaarden voor de validatie zorgvuldig, om te voorkomen dat de werkelijk waargenomen pieken als onbetrouwbaar worden aangemerkt. De toepassing van deze validatieregels op een meetreeks is afhankelijk van de meetparameter en de meetlocatie. Een levendigheidscheck is bijvoorbeeld relevant voor een waterstandmeting. Maar voor een neerslagreeks is deze niet relevant; het kan immers dagenlang niet regenen. De neerslagmetingen zijn te valideren met neerslagradarbeelden. Afhankelijk van het type waarneming zijn extra validatieregels toe te voegen, zoals de controle op nulpuntsdrift. Nulpuntsdrift is een langzame en meestal niet-periodieke verandering van het nulpunt of het referentiepunt van een meetinstrument dat verloopt. Het resultaat van de validatiestap is een (complete) meetreeks met kwaliteitslabels. In figuur A ziet u een voorbeeld van een meetreeks met betrouwbare metingen. Figuur A Voorbeeld van het verloop van de waterstand in ontvangstput gemaalVergroot afbeelding
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.