Werkwijze

Foto van staafvormig detectieapparaat met afleesmodule en een sensor op de punt
Figuur A Detectieapparaat om de positie van tracers te detecteren (Bron: Riotrack)Vergroot afbeelding

Tracers zien eruit als kleine fiches of balletjes. De onderzoeker brengt de tracers in het riool. Dit doet hij door ze bijvoorbeeld door een toilet te spoelen of in een regenpijp te gooien. De tracer stroomt met het afval- of hemelwater naar het riool.

Mobiele antennes (zie figuur A) detecteren waar de tracer zich bevindt, waardoor duidelijk wordt op welk rioolstelsel het lozingstoestel is aangesloten.

Andere tracers meten zelf hun positie en geven deze terug aan de antenne. Deze tracers kunnen vaak nog meer zaken meten, zoals de temperatuur.

Toepassing

  • Nader onderzoek.
    Tracers geven aan waar het riool ligt en hoe het water in het riool stroomt. Hiermee zijn onder andere foutaansluitingen op te sporen.

Beperkingen

  • De medewerking van bewoners is essentieel. Bewoners moeten thuis zijn én toestemming geven om het onderzoek (in de woning) uit te voeren. Zorg daarom voor een goede communicatie met bewoners, onder meer over de planning.
  • Het signaal van de tracer moet de antenne kunnen bereiken. De maximale diepte is afhankelijk van het soort tracer en de soort ondergrond. Veel systemen kunnen dieptes tot zeven meter aan.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel