We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor duurzaam stedelijk waterbeheer moeten de betrokken overheden de beleidsvelden met elkaar verbinden om tot integrale afgewogen keuzes te komen. Deze samenwerking vindt vooral op lokaal niveau plaats, tussen gemeente en waterschap. Op deze pagina vindt u informatie over de landelijke basis voor de samenwerking (in het Bestuursakkoord Water 2011 (en de voorgangers) en in de Omgevingswet) en hoe u die samenwerking praktisch invult.
Landelijke basis voor samenwerking Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2003 voor het eerst taakstellende afspraken vastgelegd om het watersysteem op orde te krijgen en te houden. Het NBW bevat afspraken over veiligheid, wateroverlast, watertekorten, verdroging, verzilting en water(bodem)kwaliteit. In het akkoord staan bijv
Landelijke basis voor samenwerking Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2003 voor het eerst taakstellende afspraken vastgelegd om het watersysteem op orde te krijgen en te houden. Het NBW bevat afspraken over veiligheid, wateroverlast, watertekorten, verdroging, verzilting en water(bodem)kwaliteit. In het akkoord staan bijvoorbeeld werknormen voor wateroverlast die in de omgevingsverordening van de provincie zijn vastgelegd als omgevingswaarden voor watersystemen. Hierdoor hebben deze juridisch een sterkere status gekregen. Nationaal Bestuursakkoord Water Actueel (2008) Als vervolg op het NBW kwam in 2008 het NBW Actueel. Waar het NBW meer op planvorming was gericht, staat in het NBW Actueel de uitvoering centraal. In het NBW Actueel staat hoe, met welke middelen en op welke termijn de samenwerkende overheden de wateropgaven in Nederland willen aanpakken. Het akkoord benadrukt dat het op orde krijgen en houden van het watersysteem een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Voor gemeenten staan twee belangrijke mijlpalen in het akkoord: Het uiterlijk in 2027 kwalitatief (ecologisch én chemisch) op orde brengen van het watersysteem. Het kader hiervoor vormen de Kaderrichtlijn Water (KRW), het Besluit kwaliteit leefomgeving (voorheen het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009) en de water(beheer)programma’s. Hoewel hier in eerste instantie een opgave ligt voor de waterschappen, krijgen gemeenten hier natuurlijk wel indirect (door de samenwerking met de waterbeheerder) mee te maken. Het formuleren en oppakken van de stedelijke wateropgave. Hiermee worden de te treffen maatregelen bedoeld om ook in het bebouwde gebied de kans op wateroverlast zo veel mogelijk te voorkomen. Gemeenten werken hierbij samen met de waterschappen en leggen concrete maatregelen vast in het programma water en riolering. Deze afspraak heeft een vervolg gekregen in het Deltaprogramma en de op basis hiervan geformuleerde deltabeslissingen (zie Deltaprogramma en deltabeslissingen). Bestuursakkoord Water 2011 Het NBW Actueel is in 2011 geactualiseerd. In het waterbeheer is sprake van grote opgaven voor veiligheid tegen overstromingen, de zoetwatervoorziening, wateroverlast en waterkwaliteit. Gezien de overheidsbezuinigingen moeten gemeenten en waterschappen de opgaven voor de afvalwaterketen met minder middelen realiseren. Concreet moeten zij vanaf 2020 jaarlijks 380 miljoen euro in het waterbeheer besparen. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten zij de afvalwaterketen in Nederland doelmatiger organiseren. Dit doel is inmiddels gehaald. Het BAW 2011 bevat concrete afspraken over vijf thema’s: heldere verantwoordelijkheden en minder bestuurlijke drukte; beheersbaar programma voor de waterkeringen; doelmatig beheer van de (afval)waterketen; werkzaamheden slim combineren; verkiezingen van het waterschapsbestuur. De afspraken hebben geen consequenties voor de al bestaande doelen voor waterkwantiteit en -kwaliteit, deze blijven gewoon van kracht. Financieel gezien springen de afspraken over twee BAW-thema’s eruit: De waterschappen nemen vanaf 2011 de helft van de kosten voor aanleg en beheer van de primaire waterkeringen voor hun rekening. Dit betekent voor de rijksoverheid een jaarlijkse besparing van circa 180 miljoen euro. De waterschappen dragen de kosten door zelf te bezuinigen en eventueel kosten door te belasten in de waterschapsbelasting. De Tweede Kamer heeft wel expliciet aangegeven dat waterschapslasten hierdoor niet veel meer dan de inflatie mogen stijgen. Ook zijn afspraken gemaakt over het bundelen van kennis en capaciteit in het stedelijk waterbeheer. De basis hiervoor ligt in de afspraken die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) in april 2010 hebben gemaakt. De kern hiervan is een intensieve samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en waterschappen bij de uitvoering van de beheertaken. Deze samenwerking levert sinds 2020 een jaarlijkse kostenbesparing op van ruim 380 miljoen euro. Concrete voorbeelden en informatie over de voortgang van de samenwerking vindt u op www.samenwerkenaanwater.nl. In het Addendum BAW staan aanvullende afspraken over de volgende onderwerpen: Bruikbare en toegankelijke data en informatie binnen de watersector. Samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven. Implementatie Omgevingswet in de waterketen. Afstemmingsbepaling in de Omgevingswet De Omgevingswet stimuleert ook samenwerking. Artikel 2.2 bevat een opdracht aan bestuursorganen, waaronder waterschappen en gemeenten, om bij het uitoefenen van hun taken en bevoegdheden rekening te houden met de taken en bevoegdheden van andere overheden, en daar zo nodig over af te stemmen. Dit onderstreept nog eens hoe belangrijk de lokale samenwerking is. Gemeenten en waterschappen maken vaak bestuurlijke afspraken in afvalwaterakkoorden (zie het kader). Afvalwaterakkoorden Met de inzameling, het transport en de zuivering van afvalwater zorgen gemeente en waterschap samen voor een duurzame omgang met afvalwater. Investeringen in riolering en zuivering zijn kostbaar, de keuzes voor systemen en voorzieningen zijn voor lange tijd bepalend. Voor een optimale, duurzame en doelmatige inrichting en beheer van de afvalwaterketen is goede afstemming tussen gemeente en waterschap cruciaal. Al in 2004 stelden de UvW en VNG in een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer voor om afvalwaterakkoorden op te stellen om de afstemming in de afvalwaterketen een structureel karakter te geven. In een afvalwaterakkoord leggen gemeente en waterschap hun ambities voor en afspraken over de inrichting en het beheer van het (afval)watersysteem vast. Hoofddoel van een afvalwaterakkoord is een doelmatige vormgeving van de afvalwaterketen, waarbij de kosten en baten van maatregelen een belangrijke rol spelen. Deze doelmatigheid staat ook centraal in benchmarks die gemeenten en waterschappen uitvoeren. Praktische samenwerking op lokaal niveau De praktijk laat zien dat samenwerken in de (afval)waterketen niet vanzelf gaat. Praktische samenwerking vraagt vaak ook om een verandering van de organisatiecultuur, bij zowel gemeenten als waterschappen. Om de samenwerking in de praktijk te ondersteunen, zijn een handreiking en brochure van de VNG en UvW beschikbaar. Handreiking VNG en UvW De VNG, de UvW en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) hebben in 2011 een handreiking samengesteld. Deze handreiking bestaat uit twee delen: Deel 1: Samenwerken op basis van afspraken. Hierbij staat de vraag centraal: hoe kunt u de regelgeving voor afvalwater in de praktijk toepassen? Het gaat hier dus om de inhoudelijke kant van de samenwerking. Deel 2: Permanente samenwerking. Dit deel geeft inzicht in vragen die spelen bij het vormgeven van permanente samenwerking in het stedelijk waterbeheer. Hier staat het samenwerkingsproces centraal. Brochure 'denken en doen' in stedelijk waterbeheer In oktober 2014 publiceerden de VNG en UvW een uitgebreide brochure waarin het 'denken en doen' in het stedelijk waterbeheer centraal staat. Deze brochure is mede gebaseerd op de afspraken uit het BAW 2011 en biedt een 'denkraam' voor gemeenten en waterbeheerders. De brochure bevat goede praktijkvoorbeelden van een nieuwe aanpak en werkwijze om het stedelijk waterbeheer doelmatig en omgevingsgericht in te vullen. Continue afstemming Gelet op de doelstellingen van de Omgevingswet is samenwerken en afstemmen nog belangrijker geworden. De Omgevingswet schrijft niet voor hoe dit precies moet gebeuren. De verschillende overheden kunnen hier dus zelf invulling aan geven. Het is raadzaam om de al ingeslagen samenwerkingsstructuren zoals hierboven ook genoemd, te continueren en te intensiveren. Op die manier kan steeds meer worden gewerkt als één overheid. Daarvoor is het belangrijk om regelmatig bij elkaar aan tafel te zitten zodat continue afstemming en samenwerking worden geborgd.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.