We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In het omgevingsplan kan de gemeente eisen stellen aan de aansluiting op de openbare riolering. Dit zijn regels die vroeger in het Bouwbesluit stonden.
In het stelsel van de Omgevingswet blijven de eisen aan de inpandige rioolleidingen op rijksniveau geregeld: in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dat besluit verwijst nog steeds naar de NEN 3215. De regels over de terreinriolering komen echter niet terug, en zijn daarom opgenomen in de bruidsschat voor het omgevingsplan. Net als in het Bouwbesluit 2012, is in de bruidsschat geregeld dat de gemeente voor ieder individueel
In het stelsel van de Omgevingswet blijven de eisen aan de inpandige rioolleidingen op rijksniveau geregeld: in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dat besluit verwijst nog steeds naar de NEN 3215. De regels over de terreinriolering komen echter niet terug, en zijn daarom opgenomen in de bruidsschat voor het omgevingsplan. Net als in het Bouwbesluit 2012, is in de bruidsschat geregeld dat de gemeente voor ieder individueel bouwwerk dat wordt aangesloten op de riolering een aansluitvoorschrift stelt (in de termen van de Omgevingswet: een maatwerkvoorschrift). Als de gemeente in de praktijk een standaard aansluitvoorschrift hanteert, kan die standaard als algemene regel worden opgenomen in het omgevingsplan. Ook is het mogelijk om in het omgevingsplan algemene regels te stellen die per gebied of per type riolering verschillen. Het stellen van algemene regels in het omgevingsplan heeft als voordeel dat maatwerkvoorschriften alleen hoeven te worden gebruikt voor de uitzonderingen op die algemene regels. Zo is het instrument maatwerkvoorschrift ook bedoeld. Mogelijke regels over terreinriolering in het omgevingsplan Artikel x.x Technische eisen afvoerleidingen 1. Met het oog op het beschermen van de gezondheid ligt een ondergrondse doorvoer van een voorziening voor afvoer van afvalwater door een uitwendige scheidingconstructie van een bouwwerk zoveel mogelijk haaks op de scheidingsconstructie. 2. De gebouwaansluiting van de op het eigen erf of terrein gelegen riolering of andere voorziening voor afvoer van afvalwater is zodanig dat bij zetting de dichtheid van de aansluiting en de afvoer gehandhaafd blijft. 3. Een terreinleiding waardoor huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater wordt geleid: a. heeft geen vernauwing in de stroomrichting; b. heeft een vloeiend beloop; c. is waterdicht; en d. heeft een voldoende inwendige diameter. Artikel x.y Ligging afvoerleidingen op de perceelgrens 1. Als huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater in een openbaar vuilwaterriool kan of moet worden geloosd, ligt de perceelaansluitleiding: a. op de perceelgrens aan de zijde van het perceel waar het openbaar vuilwaterriool is gelegen; en b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste 0,70 m en ten hoogste 1,00 m onder maaiveld. [alternatief: b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste 30 cm boven de binnenbovenkant van de openbare riolering.] 2. Een perceelaansluitleiding voor huishoudelijk afvalwater heeft een inwendige diameter van ten minste 110 mm. 3. Als hemelwater of grondwater op een openbaar hemelwaterstelsel of openbaar vuilwaterriool kan en mag worden geloosd, ligt de perceelaansluitleiding: a. op de perceelgrens aan de zijde van het perceel waar het openbaar hemelwaterstelsel of openbaar vuilwaterriool is gelegen; en b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste 0,80 m en ten hoogste 1,00 m onder maaiveld. [alternatief: b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste 30 cm boven de binnenbovenkant van de openbare riolering.] 4. Op het perceel wordt binnen een afstand van 0,5 m vanaf de perceelgrens een inspectie- en ontstoppingsstuk aangebracht in de perceelaansluitleidingen voor huishoudelijk afvalwater en voor hemelwater of grondwater. 5. Bij een maatwerkvoorschrift kan een andere ligging of inwendige diameter worden bepaald en kunnen aanvullende voorzieningen worden voorgeschreven ter bescherming van de doelmatige werking van de perceelaansluitleiding, naburige aansluitingen of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater. Naast deze regels kun je nog meer aspecten van de aansluiting regelen.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.